-
1 sailor
-
2 sailor suit
-
3 sailor hat
n. platte hoed met een wijde rand -
4 sailor's home
zeemanshuis -
5 sailor's housewife
zeeman's huisvrouw, etui met naaigereedschap -
6 sailor's knot
zeemansknoop -
7 Andy is a good/bad sailor
Andy is a good/bad sailorAndy heeft nooit/snel last van zeeziekte -
8 discharge a sailor
-
9 sign on/up as a sailor
sign on/up as a sailor -
10 the sailor narrowly escaped drowning
English-Dutch dictionary > the sailor narrowly escaped drowning
-
11 two policemen made for the sailor
English-Dutch dictionary > two policemen made for the sailor
-
12 cut out for a sailor
Een geboren zeeman -
13 discharge
n. (het) lossen; uitlaat; vrijlating; schuld afbetalen; schot--------v. vracht lossen; uitwerpen, uitscheiden; bevrijden; verwijderen; sturen, wegsturen; schietendischarge1[ distsja:dzj]1 bewijs van kwijting/ontslag1 lossing ⇒ ontlading, het uitladen4 kwijting ⇒ aflossing, vervulling♦voorbeelden:a purulent discharge • een etterige afscheidingthe discharge of one's duties • het vervullen van zijn plicht————————discharge2[ distsja:dzj]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ontladen ⇒ uitladen, lossen2 afvuren ⇒ afschieten, lossen4 wegsturen ⇒ ontslaan, ontheffen van; 〈 leger〉 pasporteren; 〈 juridisch〉 vrijspreken, in vrijheid stellen5 uitstorten ⇒ uitstoten, afgeven6 vervullen ⇒ voldoen, zich kwijten van♦voorbeelden:discharge the jury • de jury van zijn plichten ontslaandischarge a patient • een patiënt ontslaandischarge a sailor • een zeeman afmonsterendischarge someone from service • iemand uit de dienst ontslaandischarge oaths/screams • vloeken/kreten uitstotendischarge one's debts • zijn schulden voldoendischarge one's duties • zijn taak vervullen -
14 make for
zich wenden tot; aanvallen; vooruitgaan, brengen naarmake for3 bevorderen ⇒ leiden tot, bijdragen tot, zorgen voor♦voorbeelden:3 drinking two pints of beer a day makes for good health • twee glazen bier per dag bevordert een goede gezondheidthis new chair makes for more comfortable sitting • deze nieuwe stoel maakt het zitten comfortabeler -
15 narrowly
-
16 sign
n. bord; wenk; teken; gebaar; hint; kenmerk--------v. ondertekenen; tekenen; een teken geven (knipperlicht v. auto)sign1[ sajn] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 aanwijzing ⇒ (ken)teken, blijk; voorteken3 wenk ⇒ teken, seintje♦voorbeelden:————————sign23 wenken ⇒ een teken geven, gebaren♦voorbeelden:sign one's name to • ondertekenensign away • schriftelijk afstand doen vansign in • tekenen bij aankomst, intekenensign off • een brief beëindigensign off/on • een radio/tv-uitzending beëindigen/beginnensign on at the Job Centre • inschrijven op het arbeidsbureausign on/up as a sailor • als matroos aanmonsterensign out • tekenen bij vertrekshe signed over her estate to her daughter • ze deed schriftelijk afstand van haar landgoed ten gunste van haar dochtersign up for a course • zich voor een cursus inschrijven
См. также в других словарях:
Sailor v — コードネームはセーラーV (Kōdo nēmu ha sērā bi) Type Shôjo Genre Magical girl Manga : Codename: Sailor … Wikipédia en Français
Sailor V — コードネームはセーラーV (Kōdo nēmu ha sērā bi) Type Shōjo Genre Magical girl Manga Auteur Naoko Takeuchi Éditeur … Wikipédia en Français
Sailor — Album par Steve Miller Sortie Janvier 1969 Enregistrement 1968 Durée 34 : 33 Genre Rock Producteur Gly … Wikipédia en Français
Sailor — Sail or, n. One who follows the business of navigating ships or other vessels; one who understands the practical management of ships; one of the crew of a vessel; a mariner; a common seaman. [1913 Webster] Syn: Mariner; seaman; seafarer. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
sailor — Person who navigates ships or assists in the conduct, maintenance, or service of ships. Dictionary from West s Encyclopedia of American Law. 2005. sailor Person who navigates ships or assists in the conduct, ma … Law dictionary
sailor — c.1400, sailer, agent noun from SAIL (Cf. sail) (v.). Spelling with o emerged c.1500, probably by influence of tailor, etc., to distinguish the meaning seaman, mariner from thing that sails. It replaced much older SEAMAN (Cf. seaman) and MARINER… … Etymology dictionary
sailor — sailor, sailer The spelling is sailor when referring to a person, and sailer when referring to a ship in relation to its performance, e.g. a slow sailer … Modern English usage
sailor — [n] person who travels by sea ablebodied sailor, bluejacket*, boater, cadet, circumnavigator, deck hand, diver, hearty*, jack*, lascar*, marine, mariner, mate, middy, midshipman/woman, navigator, old salt*, pilot, pirate, salt*, sea dog*,… … New thesaurus
sailor — ► NOUN 1) a person who works as a member of the crew of a commercial or naval ship or boat. 2) a person who sails as a sport or for recreation. 3) (a good/bad sailor) a person who rarely (or often) becomes seasick … English terms dictionary
sailor — [sā′lər] n. [ME sailer] 1. a person who makes a living by sailing; mariner; seaman 2. a) an enlisted man in the navy b) any person in the navy 3. a person sailing on a vessel, as affected by seasickness [a good or bad sailor] … English World dictionary
sailor — *mariner, seaman, tar, gob, bluejacket … New Dictionary of Synonyms