-
1 semer
semer [səmee]〈 werkwoord〉1 zaaien2 (rond)strooien ⇒ verspreiden, teweegbrengen♦voorbeelden:v1) zaaien2) rondstrooien -
2 litter
n. rommel, troep; (lig/stal)stro, afdekstro (v. planten); nest (jongen); draagkoets/stoel; draagbaar--------v. werpen, jongen; een rommel maken v.; rondstrooienlitter1[ littə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 rommel ⇒ rotzooi, troep3 stal/stromest5 draagkoets/stoel/zetel♦voorbeelden:4 have a litter of kittens • jongen, jongen krijgen————————litter2II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 van stro voorzien ⇒ strooien, afdekken♦voorbeelden:3 litter down a horse/stable • een paard/stal strooien
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский