-
41 wise men of Gotham
de wijze mensen van Golem (de Joden uit de stad Golem (Oost-Polen) die als zeer dom beschouwd werden)) -
42 one shouldn't look a gift horse in the mouth
men mag een gegeven paard niet in de mond kijken (men zoekt geen gebreken bij iets dat men cadeau krijgt)English-Dutch dictionary > one shouldn't look a gift horse in the mouth
-
43 let bygones be bygones
men moet geen oude koeien uit de sloot halenhet verleden laten rusten, zand erover; men moet geen oude koeien uit de sloot halen -
44 one can see the light at the end of the tunnel
men kan het licht zien aan het eind van de tunnel (men kan het einde zien)English-Dutch dictionary > one can see the light at the end of the tunnel
-
45 the hunchback sees only his companion's hump
men kan zijn eigen bochel niet zien (men ziet zijn eigen fouten of tekortkomingen niet)English-Dutch dictionary > the hunchback sees only his companion's hump
-
46 live and let live
men moet leven en laten leven (iedereen moet leven volgens zijn eigen geloof en opvattingen) -
47 an understanding was reached
men kwam tot een schikking -
48 he is bound to
men kan erop aan dat hij, op een briefje geven dat hij -
49 it is said that
men zegt dat- -
50 man cannot live on bread alone
men kan niet alleen van brood leven (een mens heeft meer nodig om te leven) -
51 my name is
men noemt mij, mijn naam is -
52 no man cries stinking fish
men kan zichzelf niet toejuichen of een opinie hebben over de daden die we hebben gedaan -
53 they say
men zegt -
54 man
interj. "man", uitdrukking of gevoel dat geen werkelijke betekenis heeft (als in "Man, that was a hard task to do", "Man, I am so tired")--------n. man; mens; kerel; echtgenoot; voorwerp (bij een spel)--------v. bemannen, bezettenman1♦voorbeelden:man of figure/mark • man van formaatman of God • priester/domineeman of honour • man van eerman of means/substance/property • bemiddeld/vermogend manman of men • voortreffelijk mensthe man in/on the street • de gewone/doorsnee manman about town • man van de wereld, playboyman and wife • man en vrouwman of his word • een man van zijn woordman of the world • iemand met mensenkennis/ervaringmy (good) man! • m'n beste kerel!the very man • de persoon die men nodig heeft, net wie men zochtdrowning man • drenkelingit is not in a man • dat kan een mens niet(as) man to man/ (as) one man to another • van man tot manthe rights of Man • de mensenrechtento the last man • tot op de laatste manevery man for himself • ieder voor zichman for man • stuk voor stukas a/one man • als één manso many men, so many minds • zoveel hoofden, zoveel zinnen〈 spreekwoord〉 man proposes, God disposes • de mens wikt, God beschikt3 officers and men • officiers en soldaten/manschappenI'm your man • op mij mag/kan je rekenen4 make a man of • volwassen/een man maken vanmake men out of • mannen maken vanplay the/try to be a man • zich stoer houdenbe man enough to • mans genoeg zijn omhalf a man • slappelingmade man • geslaagd manbe enough of a man to • wel zo f zijn om te(all) to a man • eensgezind→ bread bread/, dead dead/, grand grand/, heart heart/, meat meat/, odd odd/, old old/, price price/, young young/————————man2〈werkwoord; manned〉♦voorbeelden:man a post • een post bezetten————————man3〈 tussenwerpsel〉 〈Amerikaans-Engels; informeel〉1 sjonge! -
55 reap as one has sown
oogsten wat men gezaaid heeft,, gelijk men zaait, zo zal men oogstengelijk men zaait, zo zal men oogsten -
56 say
adv. hé, zeg, bij wijze v. spreken--------n. mening; gesproken woord; spreekrecht; woord--------v. zeggen; veronderstellen; van mening zijnsay1[ see] 〈zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉♦voorbeelden:he has the say about that matter • hij heeft het voor het zeggen in die zaak2 have/say one's say • zijn zegje zeggen/doen————————say21 zeggen ⇒ praten, vertellen♦voorbeelden:〈Brits-Engels; informeel〉 I say! • hé (zeg), zeg; je meent het!so to say • bij wijze van sprekenit's not for me to say • daar kan ik niet over beslissen/me niet over uitlatenI'd rather not say • ik laat me er liever niet over uita man, they say, of bad reputation • een man, (zo) zegt men, met een slechte reputatie〈 informeel〉 you don't say (so) • 't is niet waar!, ongelofelijk!→ dare dare/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)zeggen ⇒ uiten, (uit)spreken2 zeggen ⇒ vermelden, verkondigen3 zeggen ⇒ aanvoeren, te kennen geven4 zeggen ⇒ aannemen, veronderstellen5 aangeven ⇒ tonen, zeggen♦voorbeelden:1 say grace/one's prayers • dank zeggen, biddensay one's lesson • zijn les opzeggenI dare say that • het zou zelfs heel goed kunnen datsay no more! • geen woord meer!; praat er mij niet van!; dat zegt al genoeg!to say nothing of • om nog maar te zwijgen oversay to oneself • bij zichzelf denkenI've something to say to you • ik moet je iets vertellen〈 vaak schertsend〉 as they say • zoals men zegt/dat noemt, zoals dat heetwho shall I say, sir? • wie kan ik zeggen dat er is, meneer?that is to say • met andere woorden, dat wil zeggen, tenminsteto say the least • op zijn zachtst uitgedruktshe is said to be very rich • men zegt dat ze heel rijk is, ze zou heel rijk zijnit is said/they say • men zegt/ze zeggenit says on the bottle • op de fles staatit says here that • hier staat dat3 what have you to say for yourself? • wat heb je ter verdediging aan te voeren?let's do it together, what do you say? • laten we het samen doen, wat zou je daarvan zeggen/vinden?what do you say to this? • wat zou je hiervan vinden/zeggen?4 let's say, shall we say • laten we zeggen/aannemensay it were true • aangenomen/stel dat het waar issay seven a.m. • laten we zeggen/pakweg zeven uur ('s ochtends)5 what time does your watch say? • hoe laat is het op jouw horloge?¶ when all is said and done • alles bij elkaar genomen, al met alno sooner said than done • zo gezegd, zo gedaanit goes without saying • het spreekt vanzelf〈 informeel〉 I'll say, you can say that again, 〈 Amerikaans-Engels〉you said it • zeg dat wel, daar zeg je zo iets, en of!say when • zeg het als 't genoeg is -
57 reconnaître
reconnaître [rəkonnetr]2 erkennen ⇒ toegeven, bekennen♦voorbeelden:des jumeaux impossibles à reconnaître • tweeling die men niet uit elkaar kan houdense faire reconnaître • zich bekendmakenje le reconnais bien là • dat is net iets voor hem♦voorbeelden:v1) herkennen2) erkennen, toegeven3) verkennen -
58 что посеешь, то и пожнёшь
n1) gener. wie kaatst moet de bal terug verwachten, boontje komt om zijn loontje2) set phr. wat de mens zaait, zal hij maaien, zoals men zaait, zo zal men oogsten3) saying. in zulk water vangt men zulke vissenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > что посеешь, то и пожнёшь
-
59 he
adj. mannelijk--------pron. hijhe1[ hie:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hij ⇒ man(netje), jongen; mannetjesdier————————he2♦voorbeelden:1 ‘Who is he?’ ‘He's John’ • ‘Wie is dat?’ ‘Dat/Het is Jan’2 it is he whom you seek • hij is het/degene die gij zoekt3 though one works hard he still may fail • hoewel men hard werkt, kan men nog mislukken -
60 croire
croire [krwaar]1 geloven♦voorbeelden:croire à qc. • aan, in iets gelovencroire à la guerre • denken dat er oorlog komtc'est à ne pas y croire • men zou het niet voor mogelijk houdencroire en qn. • in iemand gelovencroire en soi • zelfvertrouwen hebbenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 geloven2 denken ⇒ menen, houden voor♦voorbeelden:faire croire qc. à qn. • iemand iets wijs makenà l'en croire • als men hem geloven magcroyez-en mon expérience • vertrouwt u op mijn ervaringme croira qui voudra • hoe ongelofelijk het ook klinktil ne croit pas si bien dire • hij weet niet hoe waar zijn woorden zijncroire bien faire • denken er goed aan te doenvous ne sauriez croire à quel point j'ai été touché • u kunt zich niet voorstellen hoe getroffen ik wasà ce que je crois • naar mijn mening1 denken ⇒ menen, zich verbeelden♦voorbeelden:il se croit qc. • hij heeft heel wat verbeeldingqu'est-ce qu'il se croit, celui-là? • wat denkt hij wel?, wie denkt hij wel dat hij is?il se croit en sécurité • hij waant zich veilig, denkt dat hij veilig is1. v1) geloven2) denken, menen2. se croirevzich achten, zich wanen
См. также в других словарях:
men — men·acme; men·a·di·one; men·ar·che; men·as·pis; men·da·cious; men·da·cious·ly; men·da·cious·ness; men·dac·i·ty; men·de; men·de·lé·eff s; men·de·le·vi·um; men·de·lian·ism; men·de·lian·ist; men·del·ism; men·del·ize; men·del s; men·de·lye·ev·ite;… … English syllables
Men — Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. {{{image}}} Sigles d une seule lettre Sigles de deux lettres > Sigles de trois lettres … Wikipédia en Français
Mén — MEN Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. {{{image}}} Sigles d une seule lettre Sigles de deux lettres > Sigles de trois lettres … Wikipédia en Français
Men — hat folgende Bedeutungen: eine phrygische Gottheit, siehe Men (Gott) japanisches Wort für den Kopfschutz der Kendō Rüstung: Men (Kendō) Name des Sterns Alpha Lupi Originaltitel des US amerikanischen Filmdramas Männer sind zum Küssen da aus dem… … Deutsch Wikipedia
men — /men/, n. pl. of man. * * * (as used in expressions) Young Men s Christian Association Angry Young Men Chamberlain s Men Lord Chamberlain s Men International Working Men s Association Lung men caves * * * ▪ Anatolian god moon god worshiped… … Universalium
Men — puede referirse a: Men, nombre de la estrella Alfa Lupi (α Lup). Men palabra inglesa que significa varón. Men, nombre de una diosa frigia. Men, en japonés, designa a la parte de la armadura que cubre la cabeza en el Kendō, así como a uno de los… … Wikipedia Español
Men — Men, pron. [OE. me, men. Not the plural of man, but a weakened form of the word man itself. Skeat.] A man; one; used with a verb in the singular, and corresponding to the present indefinite one or they. [Obs.] Piers Plowman. [1913 Webster] Men… … The Collaborative International Dictionary of English
men-3 — men 3 English meaning: to think, mind; spiritual activity Deutsche Übersetzung: “denken, geistig erregt sein” Note: extended menǝ : mnü and mnē , menēi : menī Material: O.Ind. mányatē “denkt”, Av. mainyeite ds., ap.… … Proto-Indo-European etymological dictionary
MEN — iniciales de Multiple Endocrine Neoplasia (Neoplasias endocrinas múltiples). Es un síndrome neoplásico de carácter hereditario que predispone al desarrollo de tumores benignos o malignos de tipo endocrino. Se conocen dos tipos: MEN tipo 1 en el… … Diccionario médico
menþja- — *menþja , *menþjam, *mendja , *mendjam germ., stark. Neutrum (a): nhd. Andenken, Gedenken, Erinnerung; ne. memory, rememberance; Rekontruktionsbasis: got., an., ahd.; Hinweis: s. *mendi ; Etymologie: s. ing … Germanisches Wörterbuch
men — plural of MAN (Cf. man) (n.). To separate the men from the boys in a figurative sense is from 1943; earliest uses tend to credit it to U.S. aviators in World War II. One of the most expressive G.I. terms to come out of the late strife was that s… … Etymology dictionary