-
1 remercier
-
2 devoir
devoir1 [dəvwaar]〈m.〉♦voorbeelden:rendre à qn. les derniers devoirs • iemand de laatste eer bewijzen————————devoir2 [dəvwaar]1 verschuldigd, schuldig zijn♦voorbeelden:2 cette famille ne veut devoir rien à personne • die familie wil tegen niemand dank je hoeven te zeggenl'homme devait tomber une heure plus tard • de man zou een uur later vallen♦voorbeelden:1. mplicht, verplichting2. devoirsm pl3. v3) moeten, behoren -
3 avoir
avoir1 [aavwaar]〈m.〉1 bezit ⇒ vermogen, goed♦voorbeelden:avoir fiscal • belastingfaciliteitense faire faire un avoir • een tegoedbon laten uitschrijvenavoir à la caisse d'épargne • spaartegoedportez cette somme à mon avoir • crediteert u mij voor dit bedrag————————avoir2 [aavwaar]2 〈 vooral met toekomende tijd, passé composé, passé défini〉 krijgen ⇒ in het bezit komen van, hebben ⇒ 〈 examen, trein〉 halen3 te pakken nemen ⇒ beetnemen, te grazen nemen6 schelen ⇒ mankeren, hebben♦voorbeelden:avoir qn. à déjeuner • iemand te lunchen hebbenen avoir assez de qn. • genoeg van iemand hebbenen avoir à, après, contre qn. • iets tegen iemand hebben, op iemand gebeten zijnnous en avons pour deux heures • we hebben er twee uur voor nodigen avoir pour son argent • waar voor zijn geld krijgenavoir pour ami • als vriend hebbenavoir qc. sur soi • iets bij zich hebbenavoir un prix • een prijs krijgenfaire avoir qc. à qn. • iemand aan iets helpen6 qu'est-ce qu'elle a, cette télé? • wat mankeert er aan die televisie?1 er is, zijn ⇒ er staat, staan, er ligt, liggen♦voorbeelden:il y a cinq kilomètres d'ici au village • het dorp is vijf kilometer hiervandaanil y en a qui • er zijn mensen diecombien y a-t-il d'ici à Paris? • hoever is het (van hier) naar Parijs?il n'y a pas de quoi • niets te dankenil n'y a pas que lui • hij is niet de enigequ'est-ce qu'il y a de nouveau? • wat voor nieuws is er?→ unIII 〈 hulpwerkwoord〉1 hebben, zijn2 moeten ⇒ behoeven, willen♦voorbeelden:il n'a pas à se plaindre • hij heeft niet te klagentu n'auras pas à le regretter • je zult er geen spijt van krijgenje n'ai rien à faire • ik heb niets te doenj'ai (fort) à faire • ik heb het (erg) druk1. m1) bezit, vermogen2) creditpost2. v1) hebben, bezitten2) krijgen3) halen [examen, trein]5) dragen [kleren]6) zijn [leeftijd]7) meten8) schelen, mankeren9) lijken (op)10) [hulpww.] hebben, zijn11) [hulpww.] moeten3. il y av1) er is/zijn2) geleden zijn -
4 beaucoup
beaucoup [bookoe]〈 bijwoord〉1 veel ⇒ zeer, heel♦voorbeelden:c'est déjà beaucoup • dat is al heel watc'est beaucoup dire • dat is kras gezegdêtre beaucoup pour qn. • veel voor iemand betekenenil s'en faut de beaucoup • dat scheelt veelbeaucoup sont de notre avis • veel mensen zijn het met ons eensils travaillent beaucoup • ze werken hardbeaucoup mieux • veel beterbeaucoup trop • veel te veelavoir beaucoup de choses à faire • veel te doen hebbenbeaucoup de gens • veel mensende beaucoup • verreweg, veruitil y est pour beaucoup • het is in grote mate aan hem te dankenmerci beaucoup • dank u zeeradv(de)1) veel2) zeer, heel -
5 redevable
-
6 il n'y a pas de quoi
il n'y a pas de quoi -
7 pas de quoi
(il n'y a) pas de quoi't is de moeite niet waard, niets te danken -
8 il y est pour beaucoup
il y est pour beaucoup -
9 quoi
quoi [kwaa]♦voorbeelden:de quoi écrire • iets om mee te schrijvenil n'a pas de quoi vivre • hij heeft niet genoeg om van te levenil n'y a pas de quoi rire • er valt niets te lachenquoi qu' il en soit • hoe het ook zijquoi que tu fasses • wat je ook doet¶ (il n'y a) pas de quoi • 't is de moeite niet waard, niets te dankenII 〈 vragend voornaamwoord〉1 wat? ⇒ waar-?♦voorbeelden:1 quoi de plus beau? • wat is er nou mooier?quoi faire? • wat nu (te doen)?à quoi • waaraan〈 informeel〉 de quoi? • had je wat, moet je wat van me?tu pars ou quoi? • vertrek je nou, ja of nee?c'est un naïf ou quoi? • hij is een naïeveling, of niet soms?quoi! tu pars déjà? • wat! ga je nu al weg?eh bien, quoi? • wel, wat zou dat?quoi donc? • wat is er? -
10 être redevable de qc. à qn.
être redevable de qc. à qn.Dictionnaire français-néerlandais > être redevable de qc. à qn.
См. также в других словарях:
Danken — Danken, verb. reg. welches, wenn man die veralteten Bedeutungen mit in Rechnung bringt, in einer doppelten Gattung vorkommt. I. * Als ein Neutrum, in welcher Gattung es ehedem gefallen bedeutete. Nistes uuight in thanke, ihm gefällt nichts, sagt… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
danken — [Network (Rating 5600 9600)] Auch: • sich bedanken Bsp.: • Er bedankte sich beim Arzt für seine Hilfe … Deutsch Wörterbuch
danken für — danken für … Deutsch Wörterbuch
danken — V. (Grundstufe) seinen Dank zeigen Synonym: sich bedanken Beispiel: Er dankte mir für die Hilfe … Extremes Deutsch
danken — danken, dankt, dankte, hat gedankt Ich danke dir für die Einladung … Deutsch-Test für Zuwanderer
danken — (jemandem) Dank aussprechen; (sich) bedanken * * * dan|ken [ daŋkn̩] <itr.; hat: seine Dankbarkeit (jmdm. gegenüber) äußern, ausdrücken: ich möchte Ihnen sehr für Ihre Hilfe danken; er dankte ihr mit einer Widmung; ich danke Ihnen. Syn.: sich… … Universal-Lexikon
danken — dạn·ken; dankte, hat gedankt; [Vt] 1 jemandem etwas (irgendwie) danken jemandem seinen Dank, seine Anerkennung (für etwas, das er gemacht hat) zum Ausdruck bringen: Kein Mensch dankte (es) ihr, dass sie sich solche Mühe gemacht hatte 2 jemandem… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Danken — 1. Danck nicht ehe für das Schwein, du habest s dann im sacke. – Henisch, 644. Dän.: Tak ei fortilig, førend du faaer. (Prov. dan., 544.) 2. Dancken kost nichts vnd gefelt Gott vnd Menschen wol. – Lehmann, 117, 1; Simrock, 1489; Eiselein, 111;… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
danken — 1. a) sich bedanken, Dank abstatten/ausdrücken, Dank aussprechen/bezeugen, sich dankbar erweisen, dankbar sein, Dank sagen, seine Dankbarkeit zeigen/zum Ausdruck bringen; (geh.): Dank bekunden/bezeigen, [zu Dank] verpflichtet sein; (geh.… … Das Wörterbuch der Synonyme
danken — Dank: Das gemeingerm. Substantiv mhd., ahd. danc, got. Þagks, engl. thanks (Plural), schwed. tack ist eine Bildung zu dem unter ↑ denken behandelten Verb. Es bedeutete ursprünglich also »Denken, Gedenken« und bezeichnete dann das mit dem… … Das Herkunftswörterbuch
danken — danke … Kölsch Dialekt Lexikon