-
1 ployer
ployer [plwaajee]♦voorbeelden:v2) (doen) wijken, zwichten -
2 céder
céder [seedee]♦voorbeelden:céder à un homme • voor een man bezwijkencéder devant les menaces • voor dreigementen zwichtenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 afstaan ⇒ afstand doen van, overdoen♦voorbeelden:céder le pas à qn. • iemand voor laten gaancéder le pas à qc. • voorrang aan iets gevencéder le passage • voorrang gevencéder son tour à qn. • iemand voor laten gaanne le céder en rien à qn. • niet voor iemand onderdoenv1) toegeven (aan), zwichten, wijken (voor)2) bezwijken [dijk, touw]3) afstaan, afstand doen (van)4) overdragen, verkopen [juridisch] -
3 semelle
-
4 bâiller
bâiller [baajee]〈 werkwoord〉2 (half) openstaan ⇒ wijken, gapen♦voorbeelden:la porte bâille • de deur staat op een kierv1) gapen, geeuwen -
5 fuir
fuir [fŵier]2 〈 van zaken〉 zich snel verwijderen ⇒ snel voorbijgaan ⇒ 〈 formeel〉 voorbijvliegen 〈 van tijd〉 ⇒ wijken 〈 van voorhoofd, beelden; vooral in de perspectiefleer〉♦voorbeelden:laid à faire fuir • vreselijk lelijkfuir de chez ses parents • zijn ouderlijk huis ontvluchtenfuir devant un danger • voor een gevaar vluchtenfuir devant ses responsabilités • zich aan zijn verantwoordelijkheid onttrekkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uit de weg gaan ⇒ (ver)mijden, schuwen♦voorbeelden:v3) voorbijvliegen [tijd]4) weglopen (uit) [vloeistof]5) lekken6) vermijden7) ontvluchten -
6 plier
plier [plie.ee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 buigen3 dichtklappen ⇒ dichtslaan, sluiten♦voorbeelden:→ bagage¶ plier ses livres, ses affaires • z'n boeken, z'n spullen opbergen♦voorbeelden:1. v1) (door)buigen3) opvouwen4) dichtslaan2. se plierv -
7 pouce
pouce [poes]〈m.〉1 duim3 duim♦voorbeelden:1 manger sur le pouce • uit het vuistje eten, tussendoor etense tourner les pouces • duimen draaienne pas avancer d'un pouce • geen millimeter vooruit komenne pas bouger, céder d'un pouce • geen duimbreed wijkenne pas perdre un pouce de sa taille • kaarsrecht lopen, staanet le pouce! • en de rest!¶ mettre les pouces • het opgeven, zich gewonnen geven〈 sport en spel〉 pouce! • ik geef me gewonnen!→ coup1. m1) duim2) duimbreed3) grote teen2. interj -
8 terrain
terrain [terrẽ]〈m.〉1 terrein ⇒ stuk grond, land, grond2 terrein ⇒ veld, baan4 terrein ⇒ grond, bodem♦voorbeelden:terrain vague • onbebouwd, braakliggend terreinterrain à bâtir • bouwgrond, -terrein2 terrain de jeu • speelterrein, -veldterrain brûlant • gevoelig onderwerp, heet hangijzerterrain glissant • gevaarlijk terrein, glad ijsse faire battre sur son terrain • op eigen terrein, (vak)gebied het onderspit delven, een thuiswedstrijd verliezendisputer le terrain pied à pied, disputer le terrain à qn. • zich met hand en tand verdedigen, geen duimbreed wijkenêtre sur son terrain • op bekend terrein zijngagner, perdre du terrain • 〈 ook figuurlijk〉terrein, veld winnen, verliezenménager le terrain • behoedzaam, diplomatiek te werk gaanreconnaître, sonder, tâter le terrain • het terrein verkennen, aftastendes voitures tout terrain, tous terrains • terreinvoertuigenm1) terrein2) baan, veld3) grond, bodem4) aardlaag -
9 curetage
-
10 ne pas bouger, céder d'un pouce
ne pas bouger, céder d'un pouceDictionnaire français-néerlandais > ne pas bouger, céder d'un pouce
-
11 disputer le terrain pied à pied, disputer le terrain à qn.
disputer le terrain pied à pied, disputer le terrain à qn.zich met hand en tand verdedigen, geen duimbreed wijkenDictionnaire français-néerlandais > disputer le terrain pied à pied, disputer le terrain à qn.
-
12 fléchir
fléchir [fleesĵier]1 buigen ⇒ doorbuigen, doorzakken2 wijken ⇒ bezwijken, zwichten3 afnemen ⇒ dalen, teruglopenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 doen zwichten ⇒ vermurwen, overhalen♦voorbeelden: -
13 ne pas quitter qn. d'une semelle
ne pas quitter qn. d'une semelleDictionnaire français-néerlandais > ne pas quitter qn. d'une semelle
-
14 ne pas reculer d'une semelle
ne pas reculer d'une semelleDictionnaire français-néerlandais > ne pas reculer d'une semelle
-
15 NAP
NAP [naap]
См. также в других словарях:
wijken — skoyfi … Woordenlijst Sranan
Districts of The Hague — The Dutch city of The Hague consists of eight districts (stadsdelen). Each district is divided into subdistricts (wijken). Each of these stadsdelen has its own office (stadsdelenkantoor), where most of the local government activity is organized.… … Wikipedia
Kerkrade — Gemeinde Kerkrade Flagge Wappen Provinz Limburg … Deutsch Wikipedia
The Hague — Hague and Den Haag redirect here. For other uses, see Hague (disambiguation) and Den Haag (disambiguation). The Hague Den Haag City and municipality s Gravenhage … Wikipedia
's-Gravenhage — Gemeinde Den Haag / s Gravenhage Flagge Wappen Provinz … Deutsch Wikipedia
Der Haag — Gemeinde Den Haag / s Gravenhage Flagge Wappen Provinz … Deutsch Wikipedia
Houten — Gemeinde Houten Flagge Wappen Provinz Utrecht Bürgermeister … Deutsch Wikipedia
’s-Gravenhage — Gemeinde Den Haag / s Gravenhage Flagge Wappen Provinz … Deutsch Wikipedia
’s Gravenhage — Gemeinde Den Haag / s Gravenhage Flagge Wappen Provinz … Deutsch Wikipedia
Amsterdam — This article is about the Dutch capital. For other uses, see Amsterdam (disambiguation). Amsterdam Municipality/city From left to right and top to bot … Wikipedia
Wateringen — Dutch town locator maps mun town caption = The village (dark green) and the statistical district (light green) of Wateringen in the municipality of Westland.Wateringen is a town in the Dutch province of South Holland. It is a part of the… … Wikipedia