-
1 what were his actual words?
what were his actual words?wat zei hij nou precies? -
2 what
adj. welk, welke--------adv. wat; welk, welke; tot hoever?--------conj. wat--------interj. wat! (uitroep van verwondering)--------n. wat--------pron. wat; elk, welke; in hoeverre?what1[ wot]1 wat♦voorbeelden:1 what's the English for gezellig? • wat is gezellig in het Engels?what the hell/devil/ 〈enz.〉 • wat voor de duivel/drommel/ 〈enz.〉no matter what • hoe dan ookwhat do you call that? • hoe heet dat?〈 informeel〉 what d'you/d'ye call it, what you may call it • hoe-heet-het-ook-weer?, dingesyou were going to do what? • wát ging je doen?books, clothes, records and what have you • boeken, kleren, platen en wat nog allemaal/en dat soort dingenwhat do you think I am? • wat denk je wel dat ik ben?what's it? • hoe heet het ook weer?what of it? • en wat (zou dat) dan nog?what is that to you? • wat heb jij daarmee te maken?what about an ice-cream? • wat zou je denken van een ijsje?what for? • waarom?; waarvoor?, met welk doel?what did he do that for? • waarom deed hij dat?what do you use it for? • waarvoor gebruik je het?what is he/it like? • wat voor iemand/iets is hij/het?〈 slang〉 what's with John? • wat is er met John aan de hand?what if I die? • stel dat ik doodga, wat dan?she won't mind and what if she does? • ze zal het best vinden, en zo niet, wat dan nog?so what? • nou en?, wat dan nog? ook weer?1 wat ⇒ dat(gene) wat, hetgeen♦voorbeelden:what's more • bovendien, meer/erger nogcome what may • wat er ook moge gebeurensay what you will • wat je ook zegtjust what I need • net wat ik nodig heb————————what21 welke (ook) ⇒ die/dat♦voorbeelden:what work we did was worthwhile • het beetje werk dat we deden was de moeite waardII 〈 vragende determinator〉1 welk(e)♦voorbeelden:1 what books do you read? • wat voor boeken lees je?who built what house? • wie heeft welk huis gebouwd?III 〈predeterminator; graadaanduidend; in uitroepen〉♦voorbeelden:1 what colours and what sounds! • wat een kleuren en wat een klanken!what a delicious meal(!) • wat een lekkere maaltijd(!)————————what3〈 tussenwerpsel〉 〈Brits-Engels; verouderd〉1 niet waar ⇒ hé♦voorbeelden:1 he's a funny little fellow, what! • het is een raar mannetje, vind je niet! -
3 times are not what they were
-
4 you were going to do what?
you were going to do what?wát ging je doen? -
5 actual
adj. eigenlijk, werkelijk; actueel[ æktsjoeəl]1 werkelijk ⇒ feitelijk, eigenlijk♦voorbeelden:actual figures • reële cijfers〈 techniek, technologie〉 actual horsepower • effectief vermogen, effectieve paardenkrachtactual size • ware groottewhat were his actual words? • wat zei hij nou precies?〈Brits-Engels; vaak schertsend〉 your actual … • de echte/ware … -
6 be
n. Barylium (chemische grondstof Be)be1 zijn ⇒ bestaan, voorkomen; plaatshebben2 〈 alleen in voltooide tijd〉geweest/gekomen zijn♦voorbeelden:2 has the postman been? • is de postbode al geweest?〈Brits-Engels; informeel〉 he's been and won the first prize • laat ie me nou toch de eerste prijs winnenII 〈 koppelwerkwoord〉1 zijn5 liggen aan ⇒ komen door, de schuld zijn van♦voorbeelden:she'd like to be a teacher • ze zou graag lerares wordenthe bride-to-be • de toekomstige/aanstaande bruida would-be teacher • iemand die zich voor leraar uitgeeftMrs Smith, Miss Jones that was • mevr. Smith, geboren Jonesbe that as it may • hoe het ook zijhow are you? • hoe is het met je?be back • terug zijnbe about/around • (ergens) rondslingerenI'm before you • ik kom voor u aan de beurtwhat's behind this? • wat steekt hier achter?it's beyond my wildest expectations • het gaat mijn stoutste verwachtingen te boven〈 alleen in voltooide tijd〉 have you ever been to India? • ben je ooit naar/in India geweest?4 A+ is excellent • een A-plus is/betekent uitstekendwhat's that to him? • wat trekt hij zich daarvan aan?how is that? • hoe komt dat (zo)?they were already about their business • ze waren al (met hun zaken) bezigbe after someone • iemand achternazittenbe after something • iets proberen te pakken te krijgen, op iets uit zijn〈 informeel〉 be off something • geen trek/zin meer hebben inas is/was • zoals hij/zij/het is/was→ be about be about/, be around be around/, be at be at/, be down be down/, be for be for/, be in be in/, be off be off/, be on be on/, be out be out/, be out of be out of/, be over be over/, be round be round/, be through be through/, be up be up/, be upon be upon/, be up to be up to/, be with be with/III 〈 hulpwerkwoord〉1 aan het … zijn♦voorbeelden:1 they were reading • ze waren aan het lezen, ze lazen3 if this were to happen, were this to happen • als dit zou/mocht gebeuren→ be going to be going to/, be to be to/ -
7 do
n. feest; doen (grammatika, gebiedende wijs), bedrog--------v. doen; voldoende zijn; klaarkomen; spelen; voor de gek houdendo1[ doe:] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: ook do's〉♦voorbeelden:→ fair fair/————————do21 doen ⇒ handelen, zich gedragen4 klaar zijn ⇒ opgehouden zijn/hebben5 geschikt/bruikbaar zijn ⇒ voldoen, volstaan♦voorbeelden:1 don't! • niet doen!, schei uit!he did well to refuse that offer • hij deed er goed aan dat aanbod te weigerenshe was hard done by • zij was oneerlijk behandelddo well/badly by someone • iemand goed/slecht behandelendo as you would be done by • wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet〈 spreekwoord〉 do as you would be done by • wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander nietdo as you please • doe wat je wilt2 how do you do • aangenaam, hoe maakt u hetbusiness is doing well • de zaken gaan goedhe is doing well • het gaat goed met hemdo well out of selling souvenirs • aardig profiteren van het verkopen van souvenirs〈 informeel〉 he made a pass at her, but nothing doing • hij probeerde haar te versieren, maar geen kanswhat's doing in London? • wat is er in Londen te doen?4 have done! • schei uit!Jack had done with eating • Jack was klaar met etenhave done with it • er de brui aan gegeven hebbenthe dress must be made to do for a while yet • deze jurk moet nog een poosje meegaanit doesn't do to worry like that • het haalt niets uit je zo'n zorgen te makenit doesn't do to say such things • zoiets hoor je niet te zeggennothing doing • het haalt niets uitthat will do! • en nou is 't uit!it will do tomorrow, tomorrow will do • morgen kan ook nog/is het ook goedJoan will do as my helper • Joan kan ik als mijn helper gebruikenthat coat will do as/for a blanket • die jas kan (wel) als deken dienenthat will do for me • dat is wel genoeg voor mijdo well/badly for something • goed/slecht voorzien zijn van ietshe can (make) do with very little food • hij heeft maar weinig eten nodigthey'll have to do with what they've got • ze zullen het moeten doen met wat ze hebbenI can't do without music • ik kan niet zonder muziek〈 informeel〉 do away with • wegdoen/gooien, een eind maken aan; afschaffen 〈 doodstraf, instituut e.d.〉〈 informeel〉 do away with someone • iemand uit de weg ruimen, iemand afmakenhow does this jacket do up? • hoe gaat dit jasje dicht?〈Brits-Engels; informeel〉 do for someone • het huishouden doen voor iemand, werkster zijn bij iemand〈 informeel〉 I'm done for • ik ben er geweest, het is met mij gedaan〈 informeel〉 what will we do for water? • hoe komen we aan water?I could do with a few quid • ik zou best een paar pond kunnen gebruikenit's got nothing to do with you • jij staat erbuitenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bezig zijn met 〈iets concreets/bestaands〉 ⇒ doen; opknappen, in orde brengen, herstellen; oplossen 〈puzzels e.d.〉; studeren 〈enz.〉3 maken ⇒ doen ontstaan/worden4 (aan)doen ⇒ geven, veroorzaken11 handelen in ⇒ verkopen, hebben♦voorbeelden:do one's best • zijn best doendo business with • zaken doen metdo a concert • een concert gevendo a dance • een dans uitvoerendo exams • examens afleggen/doendo hard work • hard werkendo some skiing • een beetje skiënhe did all the talking at the meeting • hij voerde steeds het woord op de vergaderingif you want to go, do it now • als je wilt gaan, doe het dan nuit isn't done • zoiets doet men nietit does something for/to me • het doet me wat, het geeft me een kickthat embroidered M does something for/to your dress • die geborduurde M geeft je jurk net dat beetje extrawhat can I do for you? • wat kan ik voor je doen?; 〈 in winkel〉wat mag het zijn?well done! • goed zo!, knap gedaan!2 I still have to do the bedroom/dishes • ik moet de slaapkamer/vaat nog doendo a degree • studeren voor een (universitaire) graaddo one's duty • zijn plicht doendo one's face • zijn gezicht/zich opmakendo psychology • psychologie studerenthey did the dining room in blue and white • zij hebben de eetkamer in blauw en wit ingerichtdo his service • in dienst zijnhave one's teeth done • zijn tanden laten nakijken/behandelendo the windows • de ramen lappendo out • grondig onder handen nemen/schoonmaken/opruimendo a room over • de kamer weer eens opknappendo up the kitchen • de keuken opknappendo up (in) a parcel • een pakje maken (van)do a house up • een huis renoveren/restaurerenshe did her hair up • ze stak haar haar opdo oneself up • zich opmaken, zich opdoffendo an omelette • een omelet bakkendo a story • een verhaal schrijvendo a translation • een vertaling makendo wonders • wonderen verrichtendo someone a favour • iemand een dienst bewijzenit does me good • het doet me goed〈 ironisch〉 much good may it do you! • veel geluk ermee!it does one no harm • het kan geen kwaadthe girls were really done • de meisjes waren bekafdone in • bekaf, afgepeigerdget done with something • iets afmakenthe potatoes aren't done yet • de aardappelen zijn nog niet gaarhow do you want your steak done? • hoe wil jij je biefstuk?he did the villain • hij speelde de schurkenrol8 do 50 mph. • 80 km/uur rijden9 do Europe in five days • Europa bezoeken/doen in vijf dagendo someone for \\td100 • iemand voor honderd dollar afzettendo a child out of its prize • een kind zijn prijs afhandig makenwe do only B\\teB • we hebben enkel kamer met ontbijtdo a place over • een woning plunderen¶ that's done it! • gelukt!; nou is 't uit/naar de knoppenthat does it! • dat doet de deur dicht!I've done it again • ik heb het weer verknoeid/verknaldthat does me • daar kan ik (met m'n pet) niet bija boiled egg will do me • ik heb genoeg aan een gekookt eiwhat are you doing with yourself? • wat voer je tegenwoordig uit?they did not know what to do with themselves • ze verveelden zichif you don't stop now, I'll do you! • als je nu niet ophoudt, doe ik je wat!/dan zal ik je!do someone/something down • iemand/iets kleinerendo someone down • iemand beduvelen/belazerenover and done with • voltooid verleden tijddo up a zip/a coat • een rits/jas dichtdoenwould you do me up please • wil jij mijn rits even voor me dicht doenIII 〈 hulpwerkwoord〉1 〈om inversie en ontkenning mogelijk te maken; onvertaald〉3 〈om nadruk mogelijk te maken; voornamelijk te vertalen door een bijwoord〉♦voorbeelden:1 do you know him? • ken je hem?I don't know him • ik ken hem niet2 he laughed and so did she • hij lachte, en zij (lachte/deed dat) ookI treat my friends as he does his enemies: badly • ik behandel mijn vrienden zoals hij zijn vijanden: slechthe worked harder than he'd ever done before • hij werkte harder dan (hij vroeger) ooit (gedaan had)‘I take it it's true’ ‘So do I/But I don't’ • ‘Ik neem aan dat het waar is’ ‘Ik ook/Ik niet’he writes well, doesn't he? • hij schrijft goed, niet (waar)?/vind je niet?‘Did you see it?’ ‘I did/I didn't’ • ‘Heb jij het gezien?’ ‘Ja/Neen’‘He sold his car’ ‘Did he?’ • ‘Hij heeft zijn auto verkocht’ ‘Echt (waar)?’〈 informeel〉 they behave strangely, do women • ze doen rare dingen, de vrouwenI do love you • ik hou echt van jedo come in! • kom toch binnen! -
8 say
adv. hé, zeg, bij wijze v. spreken--------n. mening; gesproken woord; spreekrecht; woord--------v. zeggen; veronderstellen; van mening zijnsay1[ see] 〈zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉♦voorbeelden:he has the say about that matter • hij heeft het voor het zeggen in die zaak2 have/say one's say • zijn zegje zeggen/doen————————say21 zeggen ⇒ praten, vertellen♦voorbeelden:〈Brits-Engels; informeel〉 I say! • hé (zeg), zeg; je meent het!so to say • bij wijze van sprekenit's not for me to say • daar kan ik niet over beslissen/me niet over uitlatenI'd rather not say • ik laat me er liever niet over uita man, they say, of bad reputation • een man, (zo) zegt men, met een slechte reputatie〈 informeel〉 you don't say (so) • 't is niet waar!, ongelofelijk!→ dare dare/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)zeggen ⇒ uiten, (uit)spreken2 zeggen ⇒ vermelden, verkondigen3 zeggen ⇒ aanvoeren, te kennen geven4 zeggen ⇒ aannemen, veronderstellen5 aangeven ⇒ tonen, zeggen♦voorbeelden:1 say grace/one's prayers • dank zeggen, biddensay one's lesson • zijn les opzeggenI dare say that • het zou zelfs heel goed kunnen datsay no more! • geen woord meer!; praat er mij niet van!; dat zegt al genoeg!to say nothing of • om nog maar te zwijgen oversay to oneself • bij zichzelf denkenI've something to say to you • ik moet je iets vertellen〈 vaak schertsend〉 as they say • zoals men zegt/dat noemt, zoals dat heetwho shall I say, sir? • wie kan ik zeggen dat er is, meneer?that is to say • met andere woorden, dat wil zeggen, tenminsteto say the least • op zijn zachtst uitgedruktshe is said to be very rich • men zegt dat ze heel rijk is, ze zou heel rijk zijnit is said/they say • men zegt/ze zeggenit says on the bottle • op de fles staatit says here that • hier staat dat3 what have you to say for yourself? • wat heb je ter verdediging aan te voeren?let's do it together, what do you say? • laten we het samen doen, wat zou je daarvan zeggen/vinden?what do you say to this? • wat zou je hiervan vinden/zeggen?4 let's say, shall we say • laten we zeggen/aannemensay it were true • aangenomen/stel dat het waar issay seven a.m. • laten we zeggen/pakweg zeven uur ('s ochtends)5 what time does your watch say? • hoe laat is het op jouw horloge?¶ when all is said and done • alles bij elkaar genomen, al met alno sooner said than done • zo gezegd, zo gedaanit goes without saying • het spreekt vanzelf〈 informeel〉 I'll say, you can say that again, 〈 Amerikaans-Engels〉you said it • zeg dat wel, daar zeg je zo iets, en of!say when • zeg het als 't genoeg is -
9 make
n. merk--------v. maken; vervaardigen; veroorzaken; creërenmake1[ meek]1 merk2 natuur ⇒ karakter, soort♦voorbeelden:2 maaksel ⇒ fabrikaat, makelij♦voorbeelden:2 of bad make • van slechte makelij, van slecht fabrikaatthat young man is really on the make • die jongeman is een echte streber————————make21 doen ⇒ zich gedragen, handelen♦voorbeelden:we were making toward(s) the woods • wij gingen naar de bossen¶ make believe • spelen, doen alsofyou'll have to make do with this old pair of trousers • je zult het met deze oude broek moeten doenmake away/off • 'm smeren, ervandoor gaanmake away with oneself • zich van kant makenmake away with • doden; meenemen, jattenmake off with • weg/meenemen, jattenmake at someone • op iemand afstormen〈Amerikaans-Engels; informeel〉 make with • komen met, brengen; doen, uitvoerenmake with the drinks, I'm parched • kom op met de drank(jes), ik heb een vreselijke dorstmake with the show • kom op met de show, voer de show opII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 maken ⇒ bouwen, fabriceren; scheppen; voortbrengen, veroorzaken; bereiden; (op)maken, opstellen 〈 wet, testament〉2 in een bepaalde toestand/positie brengen ⇒ maken, vormen; maken tot, benoemen tot/als3 (ver)krijgen ⇒ (be)halen, binnenhalen 〈 winst〉, hebben 〈 succes〉; lijden 〈 verlies〉; verdienen; scoren, maken 〈punt enz.〉4 laten ⇒ ertoe brengen, doen, maken dat, dwingen5 voorstellen als ⇒ doen lijken op, afschilderen (als)7 worden ⇒ maken, zijn8 (geschikt) zijn (voor) ⇒ (op)leveren, worden9 afleggen ⇒ overbruggen, doen10 bereiken ⇒ komen tot, halen 〈 snelheid〉, gaan; halen, pakken 〈 trein〉; zien, in zicht krijgen 〈 land〉; bereiken 〈 rang〉, worden ⇒ komen in, halen 〈 ploeg〉11 doen 〈 met handeling als object〉 ⇒ verrichten, uitvoeren 〈 onderzoek〉; geven 〈 belofte〉; nemen 〈 proef〉; houden 〈 redevoering〉♦voorbeelden:1 make coffee/tea • koffie/thee zettenmake dinner • het warme eten klaarmakenmake a house • een huis bouwenGod made man • God schiep de mensmake room • plaats makenmake over a dress • een jurk vermaken/verstellenmake a chair from paper • een stoel van papier makena bridge made of stone • een brug van steen, een stenen brugthey made a cupboard out of oak • zij maakten een kast van eikenhoutthat boy's as fast/bad as they make 'em • die jongen is zo snel/slecht als maar kanthe letter made mother happy • de brief maakte moeder blijthe workers made him their spokesman • de arbeiders maakten hem tot hun woordvoerdermake the news public • het nieuws openbaar makenmake over something (into) • iets ombouwen (tot), iets veranderen (in)make a stone into an axe • van een steen een bijl makenyou've made such a happy man out of me • je hebt van mij zo'n gelukkig mens gemaaktmake a profit of two guilders • een winst van twee gulden maken〈 kaartspel〉 make a trick • een slag maken/binnenhalenhe made a lot on this deal • hij verdiende een hoop aan deze transactie4 you think you can make this old car ride again • je denkt deze oude wagen weer aan de praat te kunnen krijgenthe police made Randy sign the confession • de politie dwong Randy de bekentenis te tekenenthe story made her laugh • het verhaal maakte haar aan het lachenTom was made to tell his adventures once more • Tom moest zijn avonturen nog eens vertellenshe made the food go round • ze zorgde ervoor dat er genoeg eten was voor iedereenhe made himself heard by speaking loud and clear • hij maakte zichzelf verstaanbaar door hard en duidelijk te sprekenyou can't make me • je kunt me niet dwingen5 this book makes the Second Worldwar end in 1943 • dit boek laat de Tweede Wereldoorlog eindigen in 1943the director made Macbeth a villain • de regisseur maakte van Macbeth een schurk6 what do you make the time? • hoe laat heeft u het?I make it seven thirty • ik heb het half achtthree and four make seven • drie en vier is zeventhat makes three who want whisky • dat zijn er drie die whisky willenthat novel makes pleasant reading • die roman laat zich lekker lezenshe will make you the perfect secretary • zij zal de volmaakte secretaresse voor je zijnthe man is made for this job • de man is geknipt voor deze baanafter that he made major • daarna werd hij majoorthis car makes a hundred and thirty km/h • deze auto haalt honderddertig km/umake the front pages • de voorpagina's halenmake port • de haven binnenlopenI wonder how that player could make this team • ik vraag me af hoe die speler in dit team kon komen/rakenmake it • op tijd zijn, het halen; 〈 figuurlijk〉succes hebben, slagenhave it made • geslaagd zijn, op rozen zitten11 make a decision • een beslissing nemen, beslissenmake an effort • een poging doen, pogenmake a phone call • opbellenmake war against/on/with • oorlog voeren tegen/metthis new film will make him or break him • met deze nieuwe film is het erop of eronder voor hemmake something do • zich met iets behelpenyou'll have to make this bike do • je zult het met deze fiets moeten doen〈 slang〉 make it • het doen, een nummertje maken, naaienlet's make it next week/Wednesday • laten we (voor) volgende week/woensdag afsprekenmake little of • onbelangrijk vinden; weinig hebben aan, weinig profijt trekken van; weinig begrijpen vanhe made little of this wonderful opportunity • hij deed weinig met deze prachtkansmake much of • belangrijk vinden; veel hebben aan; veel begrijpen van; veel werk maken van 〈 bijvoorbeeld meisje〉they never made much of reading at home • thuis vonden ze lezen nooit belangrijkmake nothing of • gemakkelijk doen (over), geen probleem maken van; niets begrijpen van〈 informeel〉 want to make something of it? • zocht je soms mot?, knokken?〈 informeel〉 that makes two of us • dat geldt ook voor mij, hier idem ditomake over (to) • vermaken (aan), overmaken (aan), toewijzen (aan) 〈geld e.d.〉what do you make of that story? • wat denk jij van dat verhaal?they couldn't make anything of my notes • ze begrepen niets van mijn aantekeningen -
10 give
n. buigzaamheid--------v. geven; aangeven; toegeven; geven (feestje geven)give1[ giv] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 het meegeven ⇒ elasticiteit, buigzaamheid♦voorbeelden:————————give22 meegeven ⇒ in(een)zakken, bezwijken, (door)buigen, verslappen, toegeven♦voorbeelden:¶ give on(to) • uitzien op, uitkomen op, toegang geven tot〈 informeel〉 what gives? • wat is er gaande?→ give away give away/, give in give in/, give out give out/, give over give over/, give up give up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 geven ⇒ schenken, overhandigen2 geven ⇒ verlenen, verschaffen, gunnen3 geven ⇒ opofferen, wijden5 geven ⇒ aanbieden, ten beste geven6 (op)geven ⇒ meedelen, verstrekken7 geven ⇒ produceren, voortbrengen♦voorbeelden:give someone medicine • iemand geneesmiddelen toedienengive him my best wishes • doe hem de groeten van mijgive a daughter in marriage • een dochter ten huwelijk schenkengive someone into custody • iemand aan de politie overleverengive me the good old days • geef mij maar de goeie ouwe tijdgive one's heart to someone • een warm hart voor iemand hebben, verliefd worden op iemandit's given me much pain • het heeft me veel pijn gedaangive pleasure • erg aangenaam zijngive a prize • een prijs toekennengive him some rest • gun hem wat rustwe were given three hours' rest • we kregen drie uur rustgive someone a room • iemand een kamer toewijzengive someone a title • iemand een titel toekennengive trouble • last bezorgenhe's been given two years • hij heeft twee jaar (gevangenisstraf) gekregengive someone to understand/know • iemand te verstaan/kennen gevenI'll give you that • dat geef ik toegive a cry • een kreet slakengive someone a sly look • iemand een sluwe blik toewerpengive proof of one's courage • zijn moed tonengive a ring • opbellengive sentence • een vonnis vellengive a shrug of the shoulders • zijn schouders ophalen6 the teacher gave us three exercises (to do) • de onderwijzer heeft ons drie oefeningen opgegeven (als huiswerk)give the facts • de feiten tonengive information • informatie verstrekkengive off • (af)geven, verspreiden, makengive as good as one gets • met gelijke munt betalengive it someone hot (and strong), give it someone straight • iemand er f van langs gevendon't give me that • (hou op met die) onzinthat'll give her something to cry for • nu heeft ze tenminste iets om over te huilen -
11 like
adj. gelijken, gelijkenis; lijkt op; in de vorm van-; alsof (aan het einde van het woord)--------adv. ongeveer; zo'n, zo een--------conj. zoals--------n. gelijke, weerga; neiging; voorliefde; soort--------prep. als; zoals; lijkend op; overeenkomstig--------v. houden van; aardig vinden; willenlike1[ lajk]♦voorbeelden:I've never seen/heard the like • zo iets heb ik nog nooit meegemaakt/gehoordII 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————like2♦voorbeelden:like quantities • gelijksoortige grootheden————————like3♦voorbeelden:if you like • zo u wilt, als je wiltII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 houden van ⇒ (prettig) vinden, (graag) willen♦voorbeelden:1 I'd like a beer • mag ik een pilsje?I like fish • ik hou van viswould you like a cup of tea? • wilt u een kopje thee?I don't like asking him • ik vraag het hem niet graagI'd like to do that • dat zou ik best willenhe likes fishing • hij vist graag〈 ironisch〉 I like that! • mooi is dat!how do you like my new car? • wat vind je van mijn nieuwe auto?how do you like your egg? • hoe wilt u uw ei?how do you like that! • wat zeg je me daarvan!————————like42 〈 voornamelijk aan het eind van de zin, om een onuitgesproken implicatie van de opmerking daarvoor te corrigeren of af te zwakken, in het laatste geval vaak gevolgd door but〉 hoor ⇒ wel4 〈 om aan te geven dat men moeite heeft om iets precies te omschrijven, of om het geschikte woord te vinden〉 nou ⇒ zoiets als♦voorbeelden:and then this guy came up to the counter like, and, like, hit the salesgirl right in the face • en toen kwam een kerel op de toonbank af, weet je, en, nou, sloeg de verkoopster recht in haar gezicht2 Liverpool were good yesterday. Not that I, like, saw the game, like • Liverpool heeft gisteren goed gespeeld. Niet dat ik nou de match gezien heb, hoorI wouldn't mind, like, it's just that/but I prefer not to • ik zou het best wel leuk vinden hoor, alleen/maar ik doe het liever niet3 ‘did you see John at the party?’ ‘no, was he there, like?’ • ‘heb je John op het feest gezien?’ ‘nee, was hij er dan?’4 it was … like … strange, you know • het was … nou … raar, weet jehe had … like … a hat on • hij had zoiets als een hoed op————————like5〈 voorzetsel〉1 als ⇒ zoals, gelijk aan♦voorbeelden:it is like John to forget it • typisch voor John om het te vergetenit looks like rain • er is regen op komstit looks like a good walk • het belooft een fe wandeling te wordenit's not like her • het is haar stijl nietI never saw anything like it • ik heb nog nooit zoiets meegemaaktlike that • zo, op die wijzejust like that • zo maar (even)he is like that • zo is hij nu eenmaalwhat is he like? • wat voor iemand is hij?what's it like outside? • wat voor weer is het?more like ten pounds than nine • eerder tien pond dan negenher hobbies, like reading and writing • haar hobby's, zoals lezen en schrijventhat's more like it • dat begint er op te lijkenthere's nothing like a holiday • er gaat niets boven een vakantiesomething like five days • om en nabij vijf dagenthis is something like a car • dit is nog eens een autobe like that with • op goede voet staan met————————like6〈 voegwoord〉♦voorbeelden:he left early like usual • hij vertrok vroeg zoals gewoonlijkI want a dress like Mary has • ik wil zo'n jurk als Mary heeftit was like in the old days • het was zoals vroeger -
12 all
adj. al; alle--------adv. alles--------n. allemaal, allen; alles--------pron. alles; allemaal, allen, iedereenall1[ o:l] 〈zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉♦voorbeelden:————————all21 alle(n) ⇒ allemaal, iedereen2 alles ⇒ al, allemaal♦voorbeelden:one and all, all and sundry • alles en iedereen, jan en allemanthey all have left, they have all left, all of them have left • ze zijn allemaal wegall of the soldiers • al de/alle soldatenwhat's it all about? • waar gaat het nou eigenlijk over?it's all one/the same to me • het kan me (allemaal) niet schelenall that I could see • het enige wat ik kon zienabove all • bovenal, voor allesif you can't, I'll have to do it, that's all • als jij het niet kunt, dan zal ik het moeten doen, zo simpel is/ligt datonce and for all • voorgoedafter all • per slot van rekening, toch, tenslottehe can't walk at all • hij kan helemaal niet lopenif I could do it at all • als ik het maar enigszins kon doendid you do it at all? • heb je het überhaupt/eigenlijk wel gedaan?she spoke very little if (she spoke) at all • ze zei heel weinig, als ze dan al wat zei〈 na bedanking〉 not at all • niets te danken, graag gedaanfor all I care he can get stuffed • wat mij betreft kan hij de pot opfor all I know • voor zover ik weetfor all I know, he might nog come at all • misschien komt hij helemaal niet, weet ik veelin all • in 't geheel, in totaalall in all • al met alit costs all of \\td100 • het kost niet minder dan 100 dollarand all • enzovoort〈 informeel〉 how could you do it, with your handicap and all? • hoe heb je het kunnen doen, en dan nog wel met jouw handicap?→ well well/————————all3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:all right • in orde, okayall worn out • helemaal versletenif it's all the same to you • als het jou niets uitmaaktI've known it all along • ik heb het altijd al gewetenall at once • plotselingpaint it blue all over • schilder het helemaal blauwthere was satisfaction all round • iedereen was tevredenall too soon • (maar) al te gauwI'm all for it • ik ben er helemaal voor¶ all the same • toch, desondanksgo all out • alles geven, alles op alles zettenthe dog was all over me • de hond sprong van alle kanten tegen me opthe family were all over me • de familie verwelkomde me uitbundigall the better/sooner • des te beter/sneller→ all right all right/————————all42 enig(e)♦voorbeelden:today of all days • uitgerekend vandaagof all the nerve/ 〈 Brits-Engels〉 cheek! • wat een brutaliteit!they called on uncle Jim, of all people! • ze gingen nota bene bij oom Jim op bezoek!〈 Amerikaans-Engels〉 it's all wool • het is zuivere/100% wol1 al(le) ⇒ geheel, gans2 al(le) ⇒ ieder, elk♦voorbeelden:1 all (the) angles (taken together) are 180° • alle hoeken van een driehoek (samen) zijn 180°with all my heart • van ganser harte〈 voornamelijk Brits-Engels〉 all the morning, 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉all morning • de hele morgen2 all (the) angles are 60° • elke hoek is/alle hoeken zijn 60°→ that that/ -
13 be up to
sta klaar voor-; het kunnen van,bereid zijn om-be up to1 komen/staan/reiken tot3 in de gaten/smiezen hebben ⇒ doorhebben♦voorbeelden:what are you up to now? • wat voer je nu weer in je schild?4 it's up to you • het is jouw zaak, dat moet jij weten -
14 be up
be up2 op zijn ⇒ opstaan, wakker zijn3 op zijn ⇒ over/voorbij/om zijn6 aan de gang/hand zijn ⇒ gaande zijn♦voorbeelden:the river is up • de rivier staat hoogthe sun is up already • de zon is al ophis sleeves were up • hij had zijn mouwen opgestroopt〈 sport〉 be one up on someone • een punt voorstaan op iemand; 〈 figuurlijk〉 iemand een slag voor zijn〈 informeel〉 it's all up with him • het is met hem gedaan/afgelopen4 Mary/Mary's case is up (in court) this afternoon • Maria/Maria's zaak komt vanmiddag voorbe up for discussion • ter discussie staanbe up for election • verkiesbaar zijnmy son is up at Oxford • mijn zoon studeert in Oxfordwhat's up with you? • wat is er met jou aan de hand?7 who's up? • wie is er aan de beurt?〈 informeel〉 be up against it • in de puree/rats zittenbe well up in something • goed op de hoogte zijn van iets -
15 call
n. roep; telefoontje; visite, bezoek; bel; uitnodiging; aanklacht; moeten--------v. roepen; schreeuwen; uitnodigen; telefoneren; bezoekencall1[ ko:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 〈 benaming voor〉 signaal ⇒ 〈 leger〉 verzamelsignaal 〈op bugel e.d.〉; 〈 jacht〉 hoornsignaal; (met lokfluitje) nagebootste dierenroep; 〈 brandweer〉 alarm4 (kort/formeel/zakelijk) bezoek5 beroep ⇒ aanspraak, claim6 oproep(ing) ⇒ sommatie, roep(ing); appel, voorlezing van presentielijst 〈 school, parlement e.d.〉; 〈 geldwezen〉 oproep tot aflossing van een schuld, aanmaning7 reden ⇒ aanleiding, noodzaak, behoefte10 telefoontje ⇒ (telefoon)gesprek, belletje♦voorbeelden:within call • binnen gehoorsafstandpay a call on someone • iemand een kort bezoek brengen, bij iemand langsgaanthe actors received a call for eight o'clock • de acteurs moesten om acht uur ophave at/on one's call • tot zijn (onmiddellijke) beschikking hebben〈 geldwezen〉 money at/on call, loan on call • callgeld, daggeldleningthere's no call for you to worry • je hoeft je niet ongerust te makenthere's not much call for figs • er is niet veel vraag naar vijgen→ close close/————————call21 (even) langsgaan/komen ⇒ (kort) op bezoek gaan, aanwippen; stoppen 〈 op station〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 call by • (even) aan/binnenwippenplease call in this afternoon • kom vanmiddag even langs alsjeblieftdo call round again • kom vooral nog eens langsthe ship calls at numerous ports • het schip doet talrijke havens aan3 roepen 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ zijn roep uiten 〈 van vogel〉; lokken 〈 door nabootsing van dierengeluid〉; 〈 in het bijzonder〉 ritmisch roepen 〈 instructies〉; bij dans♦voorbeelden:call (something) (out) to someone • iemand (iets) toeroepenEdith will call (you) tonight • Edith belt (je) vanavondduty calls (me) • de/mijn plicht roept4 did Joan call (hearts) at all? • hééft Joan wel (harten) geboden?1 afroepen ⇒ oplezen, opsommen3 afkondigen ⇒ bijeenroepen, proclameren4 wakker maken ⇒ wekken, roepen7 het houden op ⇒ zeggen, (een bedrag) afmaken op♦voorbeelden:call to witness • als getuige oproepencall down/in/over • (naar) beneden/(naar) binnen/bij zich roepencall a meeting • een vergadering beleggen/bijeenroepenhow can you call yourself my friend? • hoe kun je beweren dat je mijn vriend(in) bent?call someone a liar • iemand uitmaken voor leugenaaryou call that hard? • noem/vind je dat moeilijk?call (something) one's own • (iets) bezitten, (iets) zijn eigendom (kunnen) noemen〈 informeel〉 what d'you call it? • hoe-heet-het-ook-weer?, dingesbe called after one's grandfather • vernoemd zijn naar zijn grootvadercall away • wegroepencall forth • oproepen, (naar) boven brengencall forward • naar voren roepen -
16 more
n. Moore (Thomas, schrijver van "Utopia"; familienaam)more1[ mo:] 〈voornaamwoord; vergrotende trap van much en many〉1 meer♦voorbeelden:\\td50, more or less • ongeveer vijftig dollara few more • nog een paarthere is no more • er is er geen meerthere was much more • er was nog veel meerthere were many more • er waren er nog veel meerthere are no more • er zijn er geen meerthere is some more • er is nog watthere are some more • er zijn er nog enkele(n)he said he would, and more than that, he did it • hij zei dat hij het zou doen, en wat meer zegt, hij deed het ookwe are going to see more of him • we gaan hem nog vaker zien————————more2〈bijwoord; vergrotende trap van much〉1 meer ⇒ veeleer, eerder♦voorbeelden:1 more or less • min of meer, zo ongeveeronce more • nog eens/een keermore and more • meer en meerthat's more like it • dat lijkt er al beter opmore easily • makkelijker¶ he is no more • hij is er niet meer, hij is overleden————————more3〈determinator; vergrotende trap van much en many〉1 meer♦voorbeelden:no more bread • geen brood meerone more try • nog een pogingthe more people there are the happier he feels • hoe meer mensen er zijn, hoe gelukkiger hij zich voelt -
17 notion
n. begrip, concept[ noosjn]2 idee ⇒ mening, veronderstelling♦voorbeelden:I had a vague notion that they were making fun of me • ik had vaag het idee dat ze me voor de gek hieldenthe notion that the earth is flat • het denkbeeld dat de aarde plat is -
18 right
n. rechts, de conservatieven (politiek); rechterhand, -kant; recht; recht op voorrangright1[ rajt]1 recht ⇒ voorrecht, (gerechtvaardigde) eis♦voorbeelden:rights and duties • rechten en plichtenright of entry • recht van toegangright of primogeniture • eerstgeboorterechtthe right of free speech • het recht op vrije meningsuitingstand on one's rights • op zijn recht(en) staanall rights reserved • alle rechten voorbehoudenby rights • eigenlijkby right of • krachtens, uit rechte van, op grond van(as) of right • rechtmatig, op grond van een gerechtigde eishe has a right to the money • hij heeft recht op het geldwithin one's rights • in zijn recht→ own own/♦voorbeelden:he is in the right • hij heeft gelijk/heeft het recht aan zijn kantput someone in the right • iemand in het gelijk stellenon/to the/your right • aan de/je rechterkantIV 〈 meervoud〉♦voorbeelden:1 the rights (and wrongs) of the case • de rechte/ware toedracht van de zaak¶ put/set to rights • in orde brengen, rechtzetten————————right2〈 rightness〉1 juist ⇒ correct, rechtmatig♦voorbeelden:1 what's the right time? • hoe laat is het precies?he got the answers right • hij heeft de vragen juist (beantwoord)you were right to tell her • je deed er goed aan het haar te vertellenput/set the clock right • de klok juist/gelijk zettenstrike the right note, touch the right chord • de juiste toon aanslaan/vindenon the right side of fifty • nog geen vijftig (jaar oud)keep on the right side of the law • zich (keurig) aan de wet houdenlet's get this right • laten we de dingen even op een rijtje zettenput/set something right • iets in orde brengenput/set someone right again • iemand genezen/op de been helpennot in one's right mind • niet wel/helemaal bij (zijn) zinnenMister Right • de ware Jakob〈 informeel〉 (as) right as rain • perfect/helemaal in orde, kerngezondput/set someone right • iemand terechtwijzensee someone right • zorgen dat iemand aan zijn trekken komt/recht wordt gedaanall right • (erg) goed, primathat's right • dat klopt, ja zekerright (you are)!, 〈 Brits-Engels〉right oh! • komt in orde, doen weII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:it's a right mess • het is een puinzooi¶ right arm/hand • rechterhand, assistentkeep on the right side • rechts houden1 gelijk♦voorbeelden:how right you are! • gelijk hebt u!————————right3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:————————right4〈 bijwoord〉2 juist ⇒ vlak, regelrecht♦voorbeelden:1 right and left • aan alle kanten, overal, s en rechtsright, left and centre, left, right, and centre • aan alle kanten2 right ahead • recht/pal vooruitright behind you • vlak achter jeright, let's go • okay, laten we gaan -
19 wish
n. verlangen, wens; hoop; wilsuitdrukking; wensuitdrukking; felicitatie--------v. wensen, verlangen; feliciteren; zegenen voor; ordenen, een opdracht gevenwish1[ wisj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 verlangen ⇒ behoefte, zin2 wens♦voorbeelden:she had no/not much wish to go there • ze had geen/ weinig zin om erheen te gaanexpress a wish to • de wens te kennen geven teI have got my wish • mijn wens is vervuldshe couldn't grant my wish • ze kon mijn wens niet inwilligenmake a wish • een wens doena last wish • een laatste wens————————wish2〈 werkwoord〉1 wensen ⇒ willen, verlangen♦voorbeelden:1 〈 alleen tegenwoordige tijd〉 I wish I were/ 〈 Brits-Engels ook〉 was a cat • ik wou dat ik een kat washave everything one could (possibly) wish for • alles hebben wat zijn hartje begeertwhat more can you wish for? • wat wil je nog meer?wish someone ill • iemand verwensenwish someone well • iemand het beste wensen¶ wish away • wegwensen, wensen dat iets niet bestondI wouldn't wish that on my worst enemy • dat zou ik mijn ergste vijand nog niet toewensendon't wish your kids on me again • scheep mij (nu) niet weer met je kinderen op -
20 wonder
n. wonder; verwondering--------v. wonderen; verwonderen; zich verwonderen; zich afvragenwonder1[ wundə]♦voorbeelden:it's a wonder (that) • het is een wonder (dat)1 verwondering ⇒ verbazing, bewondering♦voorbeelden:filled with wonder • vol bewondering→ small small/————————wonder2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:I don't wonder at her hesitation • haar aarzeling verbaast me nietI shouldn't wonder if • het zou me niet verbazen alsI wonder that she didn't leave • het verbaast me dat ze niet is weggegaan2 I wonder what time/who it is • hoe laat/wie zou het zijn?I wonder who will win • ik ben benieuwd wie er wintshe was just wondering how you were • ze vroeg zich net af hoe het met je gingI wonder whether I might ask you something • zou ik u iets mogen vragen?I wonder whether she noticed • ik vraag me af of ze het gemerkt heeft3 Is that so? I wonder • O ja? Ik betwijfel het (ten zeerste)/moet het nog zien
См. также в других словарях:
What Were Once Vices Are Now Habits — Infobox Album | Name = What Were Once Vices Are Now Habits Type = Album Artist = The Doobie Brothers Released = February 1, 1974 Recorded = 1973 Genre = Rock Length = 44:29 Label = Warner Brothers Producer = Ted Templeman Reviews = * Allmusic… … Wikipedia
What is… Cliff Clavin? — Infobox Television episode Title = What is...Cliff Clavin? Series = Cheers Season = 8 Episode = 14 Airdate = January 18 1990 (US) Production = 184 Writer = Dan O Shannon Tom Anderson Director = Andy Ackerman Guests = Alex Trebek (himself) Johnny… … Wikipedia
What Where — is Samuel Beckett s last play produced following a request for a new work for the 1983 Autumn Festival in Graz, Austria. It was written between February and March 1983 initially in French as Quoi où and translated by Beckett himself. ynopsisThe… … Wikipedia
What If (comics) — What If , sometimes rendered as What If...? , is the title of several comic book series published by Marvel Comics, exploring the road not traveled by its various characters. Events in the series are considered separate from mainstream continuity … Wikipedia
What If (comics) — What if? (comics) What if? Éditeur Marvel Comics Format Série continue Date(s) de publication février 1977 octobre 1984 (Vol. 1) juillet 1989 novembre 1998 (Vol. 2) Numéros 47 (Vol. 1) 114 (Vol. 2) Scén … Wikipédia en Français
What if? — (comics) What if? Éditeur Marvel Comics Format Série continue Date(s) de publication février 1977 octobre 1984 (Vol. 1) juillet 1989 novembre 1998 (Vol. 2) Numéros 47 (Vol. 1) 114 (Vol. 2) Scén … Wikipédia en Français
What if? (comics) — What if? Éditeur Marvel Comics Format Série continue Date(s) de publication février 1977 octobre 1984 (Vol. 1) juillet 1989 novembre 1998 (Vol. 2) Numéros 47 (Vol. 1) 114 (Vol. 2) Scénariste(s) … Wikipédia en Français
What if ? (comics) — What if? (comics) What if? Éditeur Marvel Comics Format Série continue Date(s) de publication février 1977 octobre 1984 (Vol. 1) juillet 1989 novembre 1998 (Vol. 2) Numéros 47 (Vol. 1) 114 (Vol. 2) Scén … Wikipédia en Français
What Katy Did — redirects here. For the song by The Libertines, see The Libertines (album). infobox Book | < See Wikipedia:WikiProject Novels or Wikipedia:WikiProject Books > name = What Katy Did orig title = translator = image caption = First edition cover… … Wikipedia
What If? (Emerson Drive album) — What If? Studio album by Emerson Drive Released June 29, 2004 … Wikipedia
What Matters Most — What Matters Most … Википедия