-
1 weerklinken
-
2 weerklinken
♦voorbeelden:2 de fabriek weerklonk van het geraas van de machines • the factory resounded with the din of the machines -
3 weerklinken
раскатиться; пронестись* * *гл.общ. прозвучать, раздаваться -
4 weerklinken
n. reecho--------v. resound, reecho, echo, rebound, ring out -
5 weerklinken
résonner -
6 bij het weerklinken van het volkslied
bij het weerklinken van het volksliedDeens-Russisch woordenboek > bij het weerklinken van het volkslied
-
7 раздаться
weerklinken -
8 раздаваться
weerklinken -
9 звучать
klinken, weerklinken -
10 прозвучать
vgener. weerklinken -
11 раздаваться
vgener. uitgalmen, bommen, galmen, klinken (о звуке), knallen (о выстреле), schateren, weerklinken -
12 crépiter
crépiter [kreepietee]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:v1) knetteren, knappen, ratelen2) weerklinken [applaus] -
13 retentir
-
14 tinter
tinter [tẽtee]2 rinkelen ⇒ (weer)klinken, weergalmen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉v1) luiden, slaan2) rinkelen, weerklinken3) suizen -
15 прозвучать
vgener. weerklinken -
16 раздаваться
vgener. uitgalmen, bommen, galmen, klinken (о звуке), knallen (о выстреле), schateren, weerklinken -
17 dreunen
1 [trillen met dof geluid] être ébranlé2 [dof en zwaar weerklinken] gronder♦voorbeelden:hij sloeg de deur dreunend dicht • il a claqué la porte -
18 daveren
♦voorbeelden:1 doen daveren • shake, rockde vrachtwagen daverde voorbij • the truck thundered/roared pastde zaal daverde van het lachen • the hall rocked/echoed with laughter -
19 dreunen
♦voorbeelden:hij sloeg de deur dreunend dicht • he slammed the door shut -
20 anschlagen
anschlagenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bekendmaken, mededelen ⇒ aanplakken6 vastslaan, -spijkeren♦voorbeelden:
Страницы
- 1
- 2