-
1 vlotten
1 [voorspoedig verlopen] marcher2 [drijven] flotter♦voorbeelden:de onderhandelingen vlotten nogal • les négociations vont bon trainhet werk wil niet vlotten • le travail ne marche pas -
2 vlotten
1 go/proceed smoothly♦voorbeelden:de onderhandelingen vlotten nogal • the negotiations are getting on rather wellhet werk vlotte goed • work was bowling alonghet werk wil niet vlotten • we are not making progress/headway -
3 vlotten
сплавить; не клеиться; идти туго, не подвигаться, не вязаться; затянуться; у него нелады с учёбой* * *гл.общ. ладиться, сплавлять, гнать -
4 vlotten
I.aufschwimmenII.flößenIII.vorangehen [weiterkommen, Fortschritte machen] -
5 vlotten
drif; progresáDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > vlotten
-
6 vlotten
v. float, raft, frit -
7 vlotten
• to float• to make headway• to progress -
8 vlotten
1) flyta2) vaja3) sväva4) flöte -
9 vlotten
avancer, flotter, progresser -
10 vlotten
drif; progresá -
11 alles is aan het vlotten geraakt
alles is aan het vlotten geraaktDeens-Russisch woordenboek > alles is aan het vlotten geraakt
-
12 de boel laten vlotten
de boel laten vlotten -
13 de onderhandelingen vlotten nogal
de onderhandelingen vlotten nogalDeens-Russisch woordenboek > de onderhandelingen vlotten nogal
-
14 het werk wil niet vlotten
het werk wil niet vlotten -
15 de onderhandelingen vlotten nogal
de onderhandelingen vlotten nogalVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de onderhandelingen vlotten nogal
-
16 het werk wil niet vlotten
het werk wil niet vlottenwe are not making progress/headwayVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het werk wil niet vlotten
-
17 to make headway
vlotten -
18 flotter
flotter [flottee]2 zweven3 heen en weer gaan ⇒ wapperen, fladderen, dwarrelen, schommelen (tussen)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 regenenv1) drijven, dobberen2) zweven3) wapperen5) vlotten [hout]6) regenen -
19 flößen
-
20 сплав
legering ; vlotten
См. также в других словарях:
flautjan (1) — *flautjan (1) germ., schwach. Verb: nhd. fließen lassen; ne. let float; Rekontruktionsbasis: an., afries., as., ahd.; Hinweis: s. *fleutan; Etymologie: idg. *pleud … Germanisches Wörterbuch
flutōn — *flutōn germ., schwach. Verb: nhd. fließen, treiben, schwimmen; ne. float (Verb), swim (Verb); Rekontruktionsbasis: ae., as.; Hinweis: s. *fleutan; Etymologie: idg. *pl … Germanisches Wörterbuch