-
1 verzekeraar
-
2 verzekeraar
-
3 verzekeraar
-
4 verzekeraar
n. assurer, insurer, abandonee -
5 verzekeraar
• insurer• underwriter -
6 verzekeraar
assureur -
7 insurer
verzekeraar -
8 underwriter
verzekeraar -
9 insurer
-
10 страховщик
ngener. verzekeraar -
11 underwriter
-
12 assureur
-
13 страховщик
ngener. verzekeraar -
14 een levensverzekering (af)sluiten
een levensverzekering (af)sluitenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een levensverzekering (af)sluiten
-
15 levensverzekering
♦voorbeelden:1 een levensverzekering (af)sluiten • 〈 door verzekerde〉 take out a life insurance (policy); 〈 door verzekeraar〉 effect a life insurance (policy)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > levensverzekering
-
16 Versicherer
-
17 Versicherungsgeber
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский