-
1 suffisant
-
2 arrogant
-
3 avantageux
-
4 important
important [ẽportã]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 belangrijk ⇒ gewichtig, aanzienlijk, invloedrijk♦voorbeelden:faire l' important • gewichtig doenl' important 〈m.〉 • de hoofdzaak, het voornaamsteadj1) belangrijk, gewichtig2) aanzienlijk, invloedrijk3) omvangrijk, groot4) verwaand -
5 insolent
insolent [ẽsollã]1 brutaal ⇒ onbeschaamd, onbeschoft, vrijpostig2 buitengewoon ⇒ buitensporig, ongehoord♦voorbeelden:1 un(e) insolent(e) • brutaal, onbeschoft persoonadj1) brutaal, onbeschaamd2) buitengewoon3) verwaand -
6 outrecuidant
outrecuidant [oetrəkŵiedã]〈 bijvoeglijk naamwoord〉 〈 formeel〉1 verwaand ⇒ aanmatigend, hooghartigadj -
7 prétentieux
prétentieux [preetãsjeu]1 verwaand ⇒ ingebeeld, zelfingenomen♦voorbeelden:un prétentieux • verwaande kwast= prétentieuse; adj -
8 vain
vain [vẽ]1 ijdel ⇒ vruchteloos, nutteloos, vergeefs♦voorbeelden:en vain • tevergeefs, voor niets, zonder resultaatadj1) nutteloos, vergeefs2) ijdel, verwaand3) ongegrond, hol -
9 vaniteux
vaniteux [vaanieteu]1 ijdel ⇒ verwaand, ingebeeld, met zichzelf ingenomen♦voorbeelden:= vaniteuse; adjijdel, verwaand -
10 air
air [er]〈m.〉2 wind3 uiterlijk ⇒ voorkomen, houding, manieren4 wijsje ⇒ lied, melodie, deuntje♦voorbeelden:air conditionné • airconditioningêtre libre comme l'air • zo vrij zijn als een vogeltje in de luchten plein air, au grand air • in de open luchtelle a besoin de changer d'air • ze moet er even uitdonner de l'air, mettre à l'air • luchtens'élever dans l'air, les airs • opstijgenon manque d'air ici • het is hier benauwd〈 informeel〉 avec un air de dire … • met zo'n gezicht van …, zo met een gezicht van …il y a de la bagarre dans l'air • er zit ruzie in de luchtidées dans l'air • eigentijdse ideeënbâtir en l'air • luchtkastelen bouwence sont des contes en l'air • dat is uit de lucht gegrepen〈 argot〉 s'envoyer en l'air • neuken, vrijen〈 informeel〉 envoyer, flanquer, foutre en l'air • wegdoen, -gooien, -smijtenparler en l'air • in het wilde weg pratenavoir toujours un pied en l'air • altijd druk in de weer zijn, opgewonden zijnpromesses en l'air • vage beloftenregarder en l'air • omhoog kijkenêtre une tête en l'air • verstrooid, vergeetachtig zijnavoir (un) grand air • stijl hebben, er voornaam uitzienil a un drôle d'air • hij ziet er vreemd uitil a un faux air de qn. que je connais • hij lijkt een beetje op iemand die ik kenprendre de grands airs (avec qn.) • verwaand, hooghartig zijn (jegens iemand)ça en a tout l'air • het ziet er wel naar uitavoir l'air (de) • lijken, schijnen, er uitziensans avoir l'air de rien • alsof er niets aan de hand isprendre un air • een (voorname) houding aannemenprendre des airs • een hooghartige houding aannemend' un air décidé • vastbesloten4 il en a l'air et la chanson • hij, het lijkt niet alleen zo, hij, het is ook zoairs à boire • drinkliederenairs de danse • dansliederenm1) lucht2) wind3) sfeer4) voorkomen, uiterlijk5) deuntje -
11 bêcher
-
12 gonfler
gonfler [gõflee]1 (op)zwellen ⇒ uitzetten, rijzen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 overdrijven ⇒ opblazen, veel ophef maken van♦voorbeelden:1 l'orgueil gonfle son coeur • hij, zij is erg verwaandles noix gonflaient les poches de sa culotte • zijn broekzakken puilden uit van de notengonfler sa poitrine • een hoge borst opzettenses succès l'ont gonflé d' orgueil • door zijn successen loopt hij over van verwaandheid1 (op)zwellen ⇒ uitzetten, rijzen♦voorbeelden:son visage s'est gonflé sous le soleil • door de zon is zijn, haar gezicht opgezetson coeur se gonfle d' espoir • zijn hart wordt vervuld van hoopse gonfler d' orgueil • overlopen van verwaandheidv1) opzwellen, uitzetten2) opblazen, oppompen3) overdrijven4) opvoeren [motor] -
13 gueule
gueule [gul]〈v.〉♦voorbeelden:gueule de raie • lelijke smoelune fine gueule • een fijnproeverc'est une grande gueule • hij heeft een grote bekcrever la gueule ouverte • verrekkenta gueule! • hou je bek, scheur!se fendre la gueule • zich een aap lachentaire sa gueule • z'n bek houdengueules noires • mijnwerkers, kompelsune jolie petite gueule • een aardig koppieune sale gueule • een rotkopavoir la gueule de bois • een kater hebbencasser la gueule de, à qn. • iemand op z'n bek slaanse casser la gueule • op z'n bek vallenfaire la gueule • een lelijk gezicht trekken, mokkense faire casser la gueule • overhoop geschoten worden, op z'n donder krijgenc'est bien fait pour ta gueule! • net goed voor je!s'en mettre plein la gueule • zich volproppenramener sa gueule • een grote mond hebben, tekeergaanf1) bek, muil2) moel, ponem, lop3) uiterlijk -
14 importance
importance [ẽportãs]〈v.〉♦voorbeelden:événement de première importance • zeer belangrijke gebeurtenisquelle importance? • wat doet het er toe?attacher de l'importance à qc. • gewicht hechten aan ietsse donner de l'importance • gewichtig doenêtre pénétré de son importance • verwaand zijnprendre de l'importance • belangrijk wordend' importance • veel, belangrijkusine de moyenne importance • middelgrote fabriekf1) belang, gewicht(igheid)2) aanzien3) omvang, grootte -
15 faire le suffisant
faire le suffisant -
16 fat
-
17 fiérot
-
18 infatué
infatué [ẽfaatuu.ee]♦voorbeelden: -
19 l'orgueil gonfle son coeur
l'orgueil gonfle son coeurhij, zij is erg verwaandDictionnaire français-néerlandais > l'orgueil gonfle son coeur
-
20 pénétré
- 1
- 2
См. также в других словарях:
hoogmoed / verwaand — bigifasi … Woordenlijst Sranan
Thor Salden — Infobox musical artist Name = Thor! Img capt = Img size = Landscape = Background = solo singer Birth name = Thor Salden Alias = Thor! Born = birth date and age|1997|11|28 Died = Origin =Belgium Instrument = Genre = Pop Occupation = Singer Years… … Wikipedia