-
1 verpakken
♦voorbeelden:vacuüm verpakt • en emballage sous videzijn kritiek in milde termen verpakken • enrober ses critiques -
2 verpakken
♦voorbeelden: -
3 verpakken
упаковать, паковать; завернуть; расфасовать, фасовать; перепаковать, заново упаковать; взять а другую руку, (по)менять руку; взять иначе* * *(t)упаковывать; расфасовывать* * *гл.общ. перекладывать, упаковывать -
4 verpakken
verpacken -
5 verpakken
empaketá, paketáDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > verpakken
-
6 verpakken
v. pack, prepack, package, wrap up, inchest -
7 verpakken
• to pack• to package -
8 verpakken
1) packe2) bal3) packa4) kolli -
9 verpakken
empaketá, paketá -
10 zijn kritiek in milde termen verpakken
zijn kritiek in milde termen verpakkenDeens-Russisch woordenboek > zijn kritiek in milde termen verpakken
-
11 als geschenk verpakken
als geschenk verpakkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > als geschenk verpakken
-
12 een cadeau in papier verpakken
een cadeau in papier verpakkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een cadeau in papier verpakken
-
13 in krimpfolie verpakken
in krimpfolie verpakkenwrap in clingfilm, shrink-wrapVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in krimpfolie verpakken
-
14 samen verpakken
• to pack together -
15 wrap up
n. gemakkelijke verkoop; ingepakte/verzegelde rotzooi; fluitje v.e. cent; (samenvatting) en conclusie; kort nieuwsoverzicht--------v. zich (warm) aankleden; zijn mond houden; verpakken; afwikkelen; in het kort weergeven; de beslissende slag slaan--------warm inkleden, warm aankleden om warm te blijven; zichzelf verpakken, inpakkenwrap up♦voorbeelden:2 wrap up! • kop dicht!II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 warm aankleden ⇒ (goed/stevig) inpakken3 afwikkelen ⇒ afronden, sluiten♦voorbeelden:wrap it up! • hou op! -
16 bale
n. baal; bos (sleutel-); verdriet (in zang)--------v. in balen verpakken; persen (hooi); hozen; springen met een parachutebale1[ beel] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 baal————————bale2II 〈 overgankelijk werkwoord〉→ bale out bale out/ -
17 crate
n. doos, kist; oude auto; wrak--------v. in een kist of krat verpakkencrate1[ kreet] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 krat ⇒ kist, (tenen) mand/korf————————crate2〈 werkwoord〉1 verpakken in kratten/kisten -
18 package
n. pakket; verpakking--------v. inpakken, verpakkenpackage1[ pækidzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 → package deal package deal/————————package2〈 werkwoord〉 -
19 wrap
n. hulsel; omslagdoek, sjaal; plaid, deken--------v. inpakken; verpakken; rondom vastbinden; toedekken; omhullen; in elkaar kruipen; toedekken; verstoppen; ontdoekenwrap1[ ræp] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk meervoud〉1 omslag(doek) ⇒ omgeslagen kledingstuk, sjaal, stola♦voorbeelden:under wraps • geheim————————wrap2〈 wrapped〉1 zich wikkelen/winden→ wrap up wrap up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 in/verpakken2 wikkelen ⇒ omslaan, vouwen3 (om/ver)hullen ⇒ bedekken♦voorbeelden:John wrapped a cloth (a)round his head • John wikkelde een doek om zijn hoofd→ wrap up wrap up/ -
20 conditionner
conditionner [kõdiesjonnee]〈 werkwoord〉v2) verpakken, voor verzending en verkoop gereedmaken3) bewerken, beïnvloeden
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Французский
- Шведский
verpakken
Страницы