-
1 viel
viel11 veel, velerlei2 veel, een massa, menigte3 veel, vele, talrijke♦voorbeelden:um vieles älter • veel ouder2 vielen Dank! • dank u zeer!nicht viel von jemandem halten • geen hoge dunk van iemand hebben3 mach nicht so viele Worte! • praat niet zo veel!————————viel2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:was kann dir viel passieren? • wat zou er kunnen gebeuren?viel sagend • veelzeggend, -betekenendviel umworben • zeer begeerd, erg in trek2 viel höher • veel, stukken hoger -
2 stark
〈 stärker, (am) stärkst(en)〉2 sterk, groot ⇒ flink, talrijk, veel, dicht3 hevig, heftig ⇒ flink, erg, fors6 sterk, kras♦voorbeelden:〈informeel; figuurlijk〉 sich für jemanden, etwas stark machen • zich voor iemand, iets inzettenstarker Beifall • veel applausstarkes Haar • veel, dicht haareine starke Nachfrage • een grote vraagstarker Verkehr • druk, veel verkeerder Artikel ist stark gesucht • er is veel vraag naar dat artikelstark verschuldet sein • grote, zware schulden hebbenstark bevölkert • dichtbevolktstarke Kälte • vinnige koues fror stark • het vroor harddas Buch ist 800 Seiten stark • het boek is 800 bladzijden dik8 irre stark! • al te gek! -
3 weit
♦voorbeelden:das weite Meer • de volle zee, het ruime sopweit bekannt • alom bekendweit gereist • bereisd〈 figuurlijk〉 weit greifend, reichend, tragend • verstrekkend, veelomvattendweit verbreitet • wijdverbreid, -verspreidweit verzweigt • wijdvertakt〈 formeel〉 das Weite gewinnen • (a) het open, vrije veld bereiken; (b) het ruime sop kiezen, de volle zee bereikenein Kleid weiter machen • een jurk uitleggen, wijder makendas Weite suchen • het hazenpad kiezenweit umher • in de wijde omtrekweit und breit • wijd en zijdein weiter Umweg • een grote omwegweit besser • veel beteres (in seinem Leben) weit bringen • het ver brengen, schoppen (in zijn leven)weit gefehlt! • helemaal, glad mis!〈 informeel〉 hast du (es) noch weit? • is het nog ver (lopen, rijden)?das Spiel zu weit treiben • te ver gaanjemanden weit übertreffen • iemand verreweg overtreffenweit zurückliegen • lang geleden zijndamit ist es nicht weit her • dat is niet veel bijzonders, zaaksso weit, so gut • alles goed en welbei weitem • verreweg, veruit; 〈 soms〉danig, erg, veelbei weitem nicht • verre van, geenszinsbei weitem nicht so gut • lang zo goed nietweit über Mitternacht • ver over, na middernachtjemanden schon von weitem kommen sehen • iemand al vanuit de verte, van verre zien aankomenvon weit her kommen • van ver (weg) komen -
4 übernehmen
übernehmen1————————übernehmen22 op zich nemen ⇒ zich belasten met, aanvaarden♦voorbeelden:die übernommenen Verpflichtungen • de aangegane verplichtingen3 die übernommenen Waren • de geaccepteerde goederen, waren1 te veel op zich nemen ⇒ te veel hooi op zijn vork nemen, te veel doen♦voorbeelden:sich beim Essen übernehmen • te veel eten -
5 Federlesen
Federlesen〈o.; Federlesens〉♦voorbeelden:¶ nicht viel Federlesen(s) mit jemandem, etwas machen • niet veel complimenten met iemand, iets makenzu viel Federlesens • te veel omslag, drukteohne langes Federlesen, viel Federlesen(s) • zonder veel plichtplegingen -
6 Geld
〈o.; Geldes, Gelder〉♦voorbeelden:leichtes Geld • gemakkelijk verdiend geldöffentliche Gelder • overheidsgeld(en), gemeenschapsgelden〈 informeel〉 schweres, teures Geld • veel, grof geldsein Geld zum Fenster hinauswerfen • met zijn geld smijtenda liegt das Geld auf der Straße • daar ligt het geld voor het oprapenjemandem Geld aus der Tasche locken, ziehen • iemand geld uit de zak kloppensein Geld bis auf den letzten Heller, Pfennig ausgeben • zijn geld tot op de laatste cent uitgevennicht für Geld und gute Worte • voor geen geld (ter wereld)im Geld schwimmen • bulken van het gelddas läuft ins Geld • dat loopt in de papierenwenn es ums Geld geht, hört die Freundschaft auf • met vrienden is het slecht zaken doenzu Geld kommen • rijk wordenetwas zu Gelde machen • iets te gelde makenGeld wie Heu • geld als water -
7 sonderlich
sonderlich12 zonderling, vreemd ⇒ raar, eigenaardig♦voorbeelden:nichts Sonderliches • niets bijzonders, speciaals2 es wurde mir sonderlich zumute, zu Mute • ik kreeg zo'n raar, vreemd gevoel3 es geht mir nicht sonderlich • het gaat niet erg goed, niet al te best met mij————————sonderlich2〈 bijwoord〉 〈 Oostenrijk, Zwitserland〉 -
8 Buckel
Buckel1〈m.; Buckels, Buckel〉3 heuvelrug, bult4 beslag, knop 〈 van een schild〉♦voorbeelden:du kannst mir den Buckel runterrutschen, raufsteigen! • je kunt naar de maan lopen!jemandem den Buckel voll hauen • iemand een pak slaag gevenden Buckel voll bekommen • een pak slaag krijgenden Buckel voll Schulden haben • diep in de schuld(en) zittenviel auf dem Buckel haben • veel aan zijn hoofd hebbenschon viele Jahre auf dem Buckel haben • er al heel wat jaren op hebben zittenes lief mir kalt über den Buckel • ik kreeg er koude rillingen van2 einen Buckel machen • met een kromme rug lopen, zitten————————Buckel2〈v.; Buckel, Buckeln〉1 beslag, knop 〈 van een schild〉 -
9 Gewese
Gewese〈o.; Geweses〉♦voorbeelden:1 Gewese (von einer Sache) machen • veel drukte (om iets), veel ophef (van iets) maken -
10 Gewese von einer Sache machen
veel drukte (om iets), veel ophef (van iets) makenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > Gewese von einer Sache machen
-
11 Lärm
〈m.; Lärm(e)s〉2 drukte, spektakel 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ lawaai, rumoer♦voorbeelden:viel Lärm um nichts • veel lawaai, drukte om niets -
12 Menge
Menge〈v.; Menge, Mengen〉2 massa, hoop♦voorbeelden:die Menge muss es bringen • de grote omzet moet het doen〈 informeel〉 er weiß eine Menge • hij weet heel veel, een boeljede Menge Arbeit • een (hele) hoop werk〈 informeel〉 er hat Bücher in rauen Mengen • hij heeft een ontzettende hoop, ontzaglijk veel boeken -
13 Mühe
Mühe〈v.; Mühe, Mühen〉1 moeite, inspanning, last♦voorbeelden:jemandem Mühe machen • iemand last bezorgenkeine Mühe scheuen • geen moeite ontziender, die Mühe wert sein • de moeite waard zijnMühe auf etwas verwenden • moeite voor iets doenseine Mühe mit jemandem haben • met iemand veel te stellen hebbenmit (knapper) Müh und Not • met veel moeite, ternauwernood -
14 Not
〈v.; Not, Nöte〉♦voorbeelden:Not leidend • noodlijdendjemandem große Not, Nöte machen • iemand veel moeilijkheden berokkenenin Not, in (höchsten, tausend) Nöten sein • in (grote) nood, moeilijkheden verkeren〈 spreekwoord〉 Freunde in der Not gehen hundert, tausend auf ein Lot • vrienden in de nood, honderd in een lood2 seine (liebe) Not mit etwas, jemandem haben • de grootste moeite hebben met iets, iemandmit genauer, knapper Not • ternauwernoodohne Not • zonder veel moeiteaus Not • uit noodzaakaus der Not eine Tugend machen • van de nood een deugd makenzur Not • desnoods -
15 Pauke
Pauke〈v.; Pauke, Pauken〉1 pauk, keteltrom♦voorbeelden:1 〈informeel; figuurlijk〉 auf die Pauke hauen • (a) veel praatjes hebben; (b) de bloemetjes buitenzetten -
16 Wasser
Wasser〈o.; Wassers, Wasser of Wässer〉♦voorbeelden:stehendes Wasser • stilstaand water〈 figuurlijk〉 jemandem das Wasser abgraben • iemand in zijn bestaan bedreigen, iemand het gras voor de voeten wegmaaienWasser abstoßend, abweisend • waterafstotendWasser führend • water afvoerend, met water erinder Fluss führt viel Wasser • er staat veel water in de rivierWasser lassen, 〈 informeel〉sein Wasser abschlagen • wateren, urineren〈 figuurlijk〉 Wasser in die Elbe, in den Rhein, ins Meer tragen • uilen naar Athene, water naar de zee dragendas Wasser schoss ihr in die Augen • haar ogen schoten vol tranen〈informeel; figuurlijk〉 mit allen Wassern gewaschen • van alle markten thuis, uitgekooktein Zimmer mit fließendem Wasser • een kamer met stromend waterein Schiff zu Wasser bringen, lassen • een schip te water latenzu Wasser und zu Land(e) • te land en te water〈informeel; figuurlijk〉 der Vorwurf läuft an ihm ab wie Wasser • dat verwijt raakt zijn koude kleren nietbis dahin läuft noch viel Wasser den Bach, Berg, Rhein hinunter • er zal nog veel water door de Rijn lopen voor het zover is〈 spreekwoord〉 der Krug geht so lange zu Wasser, bis er zerbricht • de kruik gaat zolang te water tot ze breekt -
17 Welt
〈v.; Welt, Welten〉♦voorbeelden:das ist eine verkehrte Welt • dat is de wereld op zijn kop〈 informeel〉 die vornehme Welt • de betere, hogere kringen〈 informeel〉 so etwas hat die Welt noch nicht erlebt, gesehen! • zoiets is nog nooit vertoond!〈 informeel〉 das ist ja nicht die Welt! • dat is toch niet zo veel, zo erg!〈 informeel〉 alle Welt • Jan en alleman, iedereendas Beste, Schönste auf, in der Welt • het beste, mooiste van de wereldauf die, zur Welt kommen • ter wereld komenaus aller Welt • overal vandaan, (van)uit de hele wereld〈 informeel〉 nicht aus der Welt sein • niet ver weg zijn, liggen, wonensich durch die Welt schlagen • zich door het leven slaanin alle Welt • overal heenin aller Welt bekannt • overal, over de hele wereld bekendüberall in der Welt • overal ter werelder ist viel, weit in der Welt herumgekommen • hij heeft veel van de wereld gezien〈informeel; figuurlijk〉 ein Gerücht in die Welt setzen • een gerucht in omloop brengen, verspreiden〈informeel; figuurlijk〉 um nichts in der Welt, nicht um alles in der Welt • voor geen goud, geld (ter wereld)um die halbe Welt kommen • de halve wereld afreizenvor aller Welt • in het openbaar, ten aanschouwen van iedereen¶ was in aller Welt! • wat voor de drommel?warum in aller Welt? • waarom in vredesnaam? -
18 Wort
Wort1〈o.; Wort(e)s, Wörter〉♦voorbeelden:ein Wort mit vier Buchstaben • een woord van vier letters————————Wort2〈o.; Wort(e)s, Worte〉♦voorbeelden:zwischen ihnen ist kein böses Wort gefallen • zij hebben geen woorden gehadjemandem böse Worte geben • op iemand scheldenmit dürren Worten • in nuchtere bewoordingenein ernstes Wort mit jemandem sprechen • een hartig woordje met iemand sprekendas große Wort führen • het hoogste woord voerengroße Worte machen • holle frasen verkopenein gutes Wort für jemanden einlegen • een goed woordje voor iemand doenleere Worte • holle frasenein offenes Wort reden, sagen • openhartig sprekendas rechte Wort zur rechten Zeit • een woord op zijn passchöne Worte machen • veel kletsen en weinig doenviele Worte machen • omstandig, breedvoerig sprekendaran ist kein wahres Wort • daar is geen woord van waarjemandem das Wort abschneiden • iemand in de rede vallenjemandem das Wort entziehen • iemand het woord ontnemendas Wort ergreifen, nehmen • het woord nemenjemandem fehlen die Worte • iemand weet niet wat te zeggenein Wort gab das andere • van het ene woord kwam het (tot) het anderehast du Worte?, hat der Mensch Worte? • niet te geloven!er will es nicht Wort haben • hij wil het niet wetenso rede doch ein Wort! • zeg dan toch wat!jemandem das Wort reden • voor iemand opkomendarüber braucht man kein Wort zu verlieren • daaraan hoef je geen woord vuil te makenkein Wort weiter! • hou er maar over op!ich weiß kein Wort davon • ik weet er niets vanauf ein Wort! • kan ik u heel even spreken?auf jemandes Wort(e) hören • naar iemand(s raad) luisterenaufs Wort gehorchen • meteen, onvoorwaardelijk gehoorzamenjemandem das Wort aus dem Mund nehmen • iemand de woorden uit de mond halenein Wort viel im Munde führen • een woord veel gebruikeneinem das Wort im Munde (her)umdrehen • iemands woorden (opzettelijk) verdraaienin Worten • voluit, zegge, in lettersin Wort und Bild, Schrift • in woord en beeld, geschriftetwas in Worte fassen, kleiden • iets onder woorden brengen, verwoordenjemandem ins Wort fallen • iemand in de rede vallenmit einem Wort • in één woordmit anderen Worten • met andere woordenzu Worte kommen • aan het woord komensich zu Wort melden • het woord vragen————————Wort3〈o.; Wort(e)s〉1 (ere)woord, belofte♦voorbeelden:sein Wort halten • zijn woord houdensein Wort zurücknehmen • zijn belofte terugnemenauf jemandes Wort • op iemands (ere)woordjemanden beim Wort nehmen • iemand aan zijn woord houdenbei jemandem im Wort sein • aan iemand zijn woord gegeven hebbenein Mann von Wort • een man van zijn woord -
19 aufmachen
aufmachenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:die Hand aufmachen • zijn hand (geopend) uitstekenmach die Ohren auf! • luister goed, let op!einen Bericht tendenziös aufmachen • in een verslag een tendentieuze voorstelling van zaken geven♦voorbeelden: -
20 bringen
bringen♦voorbeelden:etwas an sich bringen • zich meester maken van ietsjemanden auf eine Lösung bringen • iemand een oplossing doen vinden, aan de hand doenich habe die Arbeit hinter mich gebracht • ik heb het werk af gekregendu musst es hinter dich bringen! • je moet erdoorheen!jemanden ins Bett bringen • iemand naar bed brengendas brachte viel Arbeit mit sich • dat bracht veel werk met zich meejemanden nach Hause bringen • iemand thuisbrengen, naar huis brengenetwas nicht über sich bringen • iets niet over zijn hart kunnen (ver)krijgenjemanden wieder zu sich, zu(m) Bewusstsein bringen • iemand weer tot bewustzijn brengenes zu etwas bringen • iets bereiken (in het leven), er iets van makener hat es zu nichts gebracht • hij heeft niets bereikt (in het leven)jemanden zum Lachen, Schweigen bringen • iemand doen lachen, zwijgendas Auto zum Stehen bringen • de auto tot stilstand, staan brengendas bringt nichts • dat haalt niets uitwas bringt das? • wat levert dat op?für mich bringt das wenig • daar heb ik niet veel aandas bringe ich nicht • dat krijg ik niet voor elkaardie beiden haben es auf 5 Kinder gebracht • die twee hebben 5 kinderen gekregenes auf 70 Jahre bringen • 70 jaar worden, de zeventig halender Wagen hat es auf 100.000 Kilometer gebracht • die wagen heeft er 100.000 kilometer op zittenjemanden um sein Vermögen bringen • iemand van zijn vermogen beroven
См. также в других словарях:
veel — southern dial. var. feel v., field n … Useful english dictionary
Véel — Fains Véel Fains Véel Pays Fr … Wikipédia en Français
Veel — This rare and interesting name is of Old French origin, introduced into Britain by the Normans after the Conquest of 1066. The surname has two possible derivations: firstly, it may have been developed from a nickname for an old man, or for the… … Surnames reference
veel — 1. verb feel To Veel. v. To feel. 2. noun field The ydolatiers of the golden veel … Wiktionary
Veel, S. — S. Veel (4. Nov.), Sclave und Martyrer. S. S. Vitalia … Vollständiges Heiligen-Lexikon
VEEL — abbr. Vibrational and Electronic Energy Levels … Dictionary of abbreviations
veel — sote … Woordenlijst Sranan
Armand Le Véel — Autoportrait d Armand Le Véel, chez Rude, 1848 Nom de naissance Armand Jules Le Véel … Wikipédia en Français
Armand Le Veel — Armand Le Véel Armand Le Véel Autoportrait d Armand Le Véel, chez Rude, 1848 Nom de naissance Armand Ju … Wikipédia en Français
Fains-Veel — Fains Véel Fains Véel Pays Fr … Wikipédia en Français
Fains-véel — Pays Fr … Wikipédia en Français