-
1 uitmeten
midiDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > uitmeten
-
2 вымерять
vgener. uitmeten -
3 измерять
vgener. afmeten, afpassen, ijken, opnemen (температуру), meten, opmeten, uitmeten -
4 отмерять
vgener. passen, afmeten, opmeten, uitmeten -
5 преувеличивать
v1) gener. met overdrijving zeggen (ik kan met een beetje overdrijving zeggen, dat... ( Ñ íåáîôüêèì ïðåóâåôè÷åíèåì ìîãó ñêàçàòü, ÷òî..)), aandikken, (iets) breed uitmeten, bluffen, chargeren, flatteren, grootspreken, (только inf) mooipraten, opschroeven, opsnijden, overdrijven, overtrekken, tot uitersten vervallen2) liter. (iets) te sterk kleuren, opblazen -
6 measure
n. middel; maat; afgmeting; meet apparatuur; ritme; gewicht; voorschrift--------v. meten; schatten, afwegen; toeluisteren, afmetenmeasure1[ mezjə]2 maatstok/lat/lint3 maatstaf♦voorbeelden:half measures • halve maatregelen1 maat 〈 ook muziek〉 ⇒ maateenheid; mate; gematigdheid; (afgemeten/juiste) hoeveelheid; metrum, versmaat♦voorbeelden:in (a) great/large measure • in hoge/ruime mate————————measure21 meten ⇒ af/op/toe/uitmeten, de maat nemen♦voorbeelden:1 the room measures three metres by four • de kamer meet/is drie bij vier (meter)measure oneself with • zich meten metmeasure out • toemeten3 letten op ⇒ overdenken, (over)wegen♦voorbeelden: -
7 midi
meten, afmeten [v], opmeten [v], opnemen [v], roeien [v], uitmeten [v] -
8 abgreifen
-
9 ausmessen
ausmessen1 op-, uitmeten -
10 auswalzen
auswalzen1 (uit)walsen, uitrollen♦voorbeelden:¶ einen Vorfall breit auswalzen • een gebeurtenis breed uitspinnen, uitmeten -
11 einen Vorfall breit auswalzen
een gebeurtenis breed uitspinnen, uitmetenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > einen Vorfall breit auswalzen
-
12 zirkeln
zirkelnII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
13 midi
meten, afmeten [v], opmeten [v], opnemen [v], roeien [v], uitmeten [v]
См. также в других словарях:
Elle — 1. Die Elle (ist) dauert länger als der Kram. – Simrock, 2027; Körte, 1092; Müller, 67, 6; Braun, I, 372; Graf, 6, 110. Dem bankrotten Kaufmann lässt man wol die Elle, wenn man ihm sein Waarenlager nimmt; so bleibt dem Verschwender zuletzt nichts … Deutsches Sprichwörter-Lexikon