-
1 mark out
afbakenen, afperken, markeren, aanduiden; uitkiezen, bestemmenmark out♦voorbeelden: -
2 elect
adj. verkozen, de verkozene--------v. kiezen, verkiezen, beslissenelect1[ illekt] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:————————elect2〈 werkwoord〉1 kiezen ⇒ uitkiezen, verkiezen (als)♦voorbeelden:elect someone to the Board • iemand in/voor het bestuur kiezen -
3 hand-pick
hand-pick1 verzamelen/plukken (met de hand)2 zorgvuldig uitkiezen/selecteren -
4 select
adj. uitgezocht, zorgvuldig gekozen; select, exclusief--------v. selecteren, uitkiezenselect1[ sillekt] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 uitgezocht ⇒ zorgvuldig gekozen, geselecteerd♦voorbeelden:————————select2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (uit)kiezen ⇒ uitzoeken, selecteren -
5 single out
-
6 single
adj. enkel; eenpersoons-; alleenstaand; vrijgezel; ongetrouwd; voor één persoon (kamer, etc.); van vrijgezellen; gescheiden--------n. vrijgezel, ongehuwd; enkele reisje-kaartje; eenpersoons (kamer); "single" (kleine grammofoonplaat of disk); eenzaam, alleen--------v. uitkiezen, uitpikkensingle1[ singgl]5 〈 informeel〉bankbiljet van één dollar/pondII 〈 meervoud〉————————single2♦voorbeelden:single flower • enkelvoudige bloemII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 enig♦voorbeelden:2 in single file • in/op één rij, allemaal achter elkaarnot a single man helped • niet één man hielp¶ in single file • achter elkaar (in de rij), in ganzenmars -
7 handpick
v. uitkiezen, selecteren -
8 tender committee
inschrijvingscomité (comité die zich bezig houdt met waarderen van aanbiedingen en bij uitkiezen van de winnaars) -
9 thin skull rule
de dunne schedelregel (juridische regel die verklaart dat een misdadiger niet zijn slachtoffer kan uitkiezen en daarom schuldig is als de schade berokkent aan het slachtoffer groter is dan de stoornis -
10 to choose
kiezenuitkiezenuitzoeken -
11 to select
kiezenselecterenuitkiezenuitsorterenuitzoeken
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский