-
1 uitademen
1 [adem uitblazen] expirer♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [uitwasemen, ook figuurlijk] exhaler♦voorbeelden:het bos ademde een sfeer uit van rust • le bois respirait la tranquillité -
2 uitademen
♦voorbeelden:1 het bos ademde een sfeer uit van rust • the forest breathed (out)/exuded an atmosphere of peace -
3 uitademen
-
4 uitademen
ausatmen -
5 uitademen
v. expire, exhale, breather -
6 uitademen
ww -
7 uitademen
nefes vermek [-ir] v -
8 een sfeer uitademen van …
een sfeer uitademen van …respirer une atmosphère de … -
9 het uitademen
het uitademen -
10 rook uitademen
rook uitademen -
11 izdisati
uitademen -
12 breathe
v. ademen; fluisteren; eruit halen[ brie:ð]2 op adem komen ⇒ uitblazen, bijkomen♦voorbeelden:〈 informeel〉 as I live and breathe • hoe is het mogelijk!breathe in • inademenbreathe out • uitademenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 inademen3 inblazen ⇒ ingeven, inboezemen4 fluisteren ⇒ uiting geven aan, (zachtjes) zeggen♦voorbeelden:don't breathe a word of this! • praat je mond niet voorbij! -
13 exhale
v. uitademen; uitblazen van rook[ eksheel] 〈zelfstandig naamwoord: exhalation〉2 uitwasemen ⇒ exhaleren, uitblazen♦voorbeelden: -
14 expirer
expirer [ekspieree]II 〈 overgankelijk werkwoord〉v1) sterven2) wegsterven [geluid]3) aflopen, vervallen4) uitademen -
15 exhaler
exhaler [egzaalee] -
16 выдыхать
vgener. uitademen, ademen, asemen -
17 испускать
v -
18 распространять
-
19 breathe out
-
20 expiration
Страницы
- 1
- 2