-
1 set apart
terzijde leggen, reserverenset apart♦voorbeelden: -
2 set aside
terzijde leggen, opzij leggen, sparen; verontachtzamen, buiten beschouwing laten; nietig verklaren, annulerenset aside1 terzijde zetten/leggen ⇒ reserveren, sparen 〈 geld〉2 veronachtzamen ⇒ buiten beschouwing laten, geen aandacht schenken aan♦voorbeelden:1 set aside for • reserveren/bestemmen voor———————— -
3 put on side
terzijde leggen; opzij of terzijde legen, sparen, reserveren; vernietigen (vonnis) -
4 aside from
terzijde van,apart vanaside fromafgezien van, behalve -
5 stand aloof
-
6 aside
adv. opzij,terzijde--------n. een zijdelinge opmerking van een acteuraside1[ əsajd] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————aside2〈 bijwoord〉1 terzijde ⇒ opzij, zijwaarts♦voorbeelden: -
7 Seite
Seite〈v.; Seite, Seiten〉1 kant, zijde ⇒ zijkant, (zij)vlak2 bladzijde, pagina♦voorbeelden:auf der einen Seite …, auf der anderen Seite … • enerzijds …, anderzijds …die hintere, innere Seite • de achter-, binnenkantetwas an der Seite tragen • iets opzij dragenauf, zu beiden Seiten von • aan weerszijden, weerskanten vanetwas auf die Seite schaffen • (a) iets opzijleggen; (b) iets in veiligheid brengen • (c) iets achteroverdrukken; (d) iets uit de weg ruimenauf die, zur Seite gehen, rücken, treten • aan de kant gaan, opzijgaan (staan)jemanden auf die, zur Seite nehmen • iemand terzijde nemen〈 figuurlijk〉 sich 〈 3e naamval〉 etwas nach allen Seiten hin überlegen • iets lang en breed overwegenzur Seite blicken • opzij kijkenetwas zur Seite legen • iets terzijde, opzijleggen〈 figuurlijk〉 etwas zur Seite schieben • iets terzijde schuiven, opzijzetten〈 figuurlijk〉 jemanden jemandem an die Seite stellen • iemand naast iemand plaatsen, zetten, iemand met iemand vergelijkenvon zuverlässiger Seite • uit betrouwbare bronvon (gut) unterrichteter Seite • van welingelichte zijdeauf Seiten, aufseiten der Regierung stehen • aan de kant van de regering staanjemanden auf seine Seite bringen, ziehen • iemand voor zich winnenauf jemandes Seite 〈 2e naamval〉 stehen • aan iemands kant, achter iemand staanvon Seiten, vonseiten der Eltern • van de kant van de ouderszur anderen Seite übergehen • overlopenzur stärkeren Seite übergehen • de sterkste partij kiezen -
8 override
n. het inhalen; met de hand opereren (door een operateur)--------v. met voeten treden, terzijde schuiven, voorbijgaan aanoverride1 met voeten treden ⇒ terzijde schuiven, voorbijgaan aan♦voorbeelden:override a law • een wet terzijde schuiven -
9 side
adj. zijdelings; op zij; tweederangs; bijkomstig--------n. zijde; kant; partij; zijde (i. wiskunde)--------v. een kant kiezen; stenen, ondersteunen; kiezen voor-side1[ sajd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉 zij(de) ⇒ (zij)kant, flank, helling 〈 van berg〉; oever 〈 van rivier〉; richting; aspect, trek 〈 van karakter〉; partij; afstammingslijn♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 on the fat/high/safe/small side • aan de vette/hoge/veilige/kleine kantchange sides • overlopenstudy all sides of something • alle aspecten van iets bestuderentake sides with someone • partij voor iemand kiezenlook at all sides of the question • het probleem van alle kanten bekijkenat/by my side • naast mijby the side of • naast, vergeleken metthey came from all sides • ze kwamen uit alle richtingenon the north side of • aan de noordkant vanthe Lord is on our side • de Heer is met onswhose side is he on, anyway? • aan wiens kant staat hij eigenlijk?look on the bright side of life • het leven van de zonzijde zienthe other side • de tegenpartij, de vijandthe other side of the coin • de keerzijde van de medaillelaugh on the other side of one's face/mouth • lachen als een boer die kiespijn heefton this side of the grave • in levenbrush to one side • in de wind slaanput on/to one side, set on one side • terzijde leggen; sparen, reserverenon the side 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 • als bijverdienste; 〈 Brits-Engels〉 zwart; in het geniepgin and coke on the side • gin met colaon his side • van zijn kant(on) this side (of) Christmas • vóór Kerstmis→ better better/, right right/, rough rough/, seamy seamy/, shady shady/, sunny sunny/, wrong wrong/————————side21 zij-♦voorbeelden:————————side3〈 werkwoord〉1 〈+against/with〉partij kiezen (tegen/voor) -
10 abseits
-
11 apart
adv. apart, afzonderlijk; afgezien van; gedeeltelijkapart1[ əpa:t] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:————————apart2〈 bijwoord〉1 los ⇒ onafhankelijk, op zichzelf2 van elkaar (verwijderd) ⇒ op … afstand, met … verschil3 uit elkaar ⇒ aan stukken, kapot♦voorbeelden:3 come apart • losgaan/rakentake apart • uit elkaar halen, demonteren¶ apart from • … terzijde gelaten, op … na, behalve -
12 overrule
v. verwerpen, terzijde schuiven; herroepen, nietig verklarenoverrule2 herroepen ⇒ intrekken, nietig verklaren3 overheersen ⇒ domineren, doen zwichten (voor)♦voorbeelden: -
13 сбоку
op zij, aan de zijkant, van terzijde, van opzij -
14 ассистировать
vgener. terzijde staan, assisteren -
15 в стороне
prepos.gener. bezijden, achteraf, apart, terzijde -
16 в сторону
prepos.gener. zijwaarts, aan de kant, opzij, terzijde -
17 помогать
v1) gener. terzijde staan, helpen, ondersteunen, seconderen, steunen, (iem.) ter zijde staan (кому-л.), assisteren, bevoordelen, bijspringen, bijstaan, de hand lenen, dienen, een handje helpen, gerieven, goeddoen, medehelpen, meehelpen, terechthelpen (кому-л.), voorthelpen (в жизни, в деле и т.п.), vooruithelpen (в жизни, в деле и т.п.)2) liter. (iem.) in het zadel helpen -
18 сбоку
advgener. zijdelings, zijlings, van ter zijde, van terzijde, zijwaarts -
19 со стороны
prepos.gener. vanwege, van terzijde -
20 содействовать
vgener. terzijde staan, bijdragen, medehelpen, medewerken (aan-÷åìó-ô.), meehelpen, meewerken (aan-÷åìó-ô.), toebrengen, zich lenen (tot-чему-л. плохому)
Страницы