-
1 tentoonspreiden
♦voorbeelden:Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > tentoonspreiden
-
2 tentoonspreiden
-
3 tentoonspreiden
обнаружить; развернуть* * *гл.общ. выставлять, проявлять, обнаруживать, показывать -
4 tentoonspreiden
munstra, mustraDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > tentoonspreiden
-
5 tentoonspreiden
• to display -
6 tentoonspreiden
désigner, indiquer, montrer -
7 tentoonspreiden
munstra, mustra -
8 zijn kennis tentoonspreiden
zijn kennis tentoonspreidenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn kennis tentoonspreiden
-
9 épanouir
épanouir [eepaanoe.ier]2 uitspreiden ⇒ tentoonspreiden, ontvouwen3 opvrolijken ⇒ doen opbloeien, doen stralen♦voorbeelden:2 zich verwijden ⇒ wijd uitlopen, uitwaaieren4 stralen1. v3) opvrolijken2. s'épanouirv1) ontluiken, opengaan3) stralen -
10 étaler
étaler [eetaalee]2 (uit)spreiden ⇒ uitleggen, verdelen♦voorbeelden:étaler ses cartes • de kaarten open leggenétaler de la peinture • verf uitstrijken♦voorbeelden:1. v1) uitstallen, etaleren2) uitspreiden, verdelen5) uitsmeren2. s'étalerv -
11 выставлять
-
12 обнаруживать
v1) gener. opsporen, achterhalen, uitbrengen, aan de dag brengen, bekennen, doen blijken, ontdekken, ontwaren, opdoen, openbaren, ten toon stellen, tentoonspreiden2) liter. blootleggen3) milit. eclaireren -
13 показывать
v1) gener. aanwijzen, tonen, uithalen, uitwijzen, vertonen, voorcijferen, voorrekenen, wijzen, aanbrengen (на кого-л.), aantonen, betonen, duiden, laten blijken, laten zien, manilesteren, onderbouwen, ten toon stellen, tentoonspreiden, tentoonstellen, uitraken2) law. aangeven -
14 проявлять
v1) gener. tentoonspreiden, tonen, betonen, doen blijken, manilesteren, vertonen2) photo. ontwikkelen -
15 display
n. beeld (ook in computers); voorstelling; scherm (ook in computers); doek; openbaring; vertoon, uiterlijke schijn--------v. openbaren, ontdekken, tonen, laten ziendisplay1[ displee] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 tentoonstelling ⇒ uitstalling, weergave3 demonstratie ⇒ vertoon, druktemakerij6 〈 techniek, technologie〉aanwijs/afleesinstrument♦voorbeelden:————————display2〈 werkwoord〉1 tonen ⇒ exposeren, uitstallen2 tentoonspreiden ⇒ tonen, aan de dag leggen -
16 exhiber
exhiber [egziebee]v1) (ver)tonen, laten zien -
17 déployer
déployer [deeplwaajee]1 uitvouwen ⇒ uitslaan, ontvouwen3 tentoonspreiden ⇒ aanwenden, aan de dag leggen, ontplooien♦voorbeelden:déployer sa vengeance contre qn. • zich op iemand wreken→ gorge -
18 munstra
laten zien [v], tentoonspreiden [v], tonen [v], vertonen [v], wijzen [v], uitwijzen [v]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > munstra
-
19 mustra
laten zien [v], tentoonspreiden [v], tonen [v], vertonen [v], wijzen [v], uitwijzen [v] -
20 to display
afbeeldenetalerententoonspreidententoonstellentonenuitstallen
- 1
- 2