-
61 bore
n. boorgat; kaliber; diameter; vervelend persoon--------v. boren; doordringen; vervelenbore1[ bo:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 boorgat ⇒ geboord gat, boring3 boor————————bore21 (een gat) boren ⇒ drillen, een put slaan♦voorbeelden:1 doordringen ⇒ zich (een weg) banen, moeizaam vooruitkomen♦voorbeelden:1 they bored (their way) through the jungle/the crouwd • ze baanden zich moeizaam een weg door het oerwoud/de menigte2 vervelen♦voorbeelden:————————bore3→ bear bear/ -
62 break out
uitbreken, vluchtenbreak out♦voorbeelden:break out in cries/tears • in huilen/tranen uitbarsten -
63 brim
adj. vol zijn tot de rand--------n. rand; rand van muts--------v. vullen tot de randbrim1[ brim] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————brim2〈werkwoord; brimmed〉♦voorbeelden: -
64 bring
v. brengen; meebrengen1 (mee)brengen ⇒ (mee)nemen, aandragen3 teweegbrengen ⇒ leiden tot, voortbrengen♦voorbeelden:bring your friend to the party • neem je vriend(in) mee naar het feestjebring a case before the court • een zaak aan de rechter voorleggenbring to oneself • tot zichzelf brengen, wakker schuddenher suggestions can be brought under three headings • haar suggesties kunnen in drie categorieën worden ingedeeldhis deeds brought him fame • zijn daden brachten hem roemI can't bring myself to kill an animal • ik kan me(zelf) er niet toe brengen een dier te dodenbring low • neerhalen〈 leger〉 bring into action • in actie/stelling brengen, inzettenbring into sight/view • zichtbaar maken, onthullenyou've brought this problem (up)on yourself • je hebt je dit probleem zelf op de hals gehaaldyou've brought her fury (up)on your head • je hebt haar woede over je afgeroepenbring pressure to bear on • druk uitoefenen opbring home to • duidelijk maken, aan het verstand brengen→ bring about bring about/, bring along bring along/, bring around bring around/, bring away bring away/, bring back bring back/, bring down bring down/, bring forth bring forth/, bring forward bring forward/, bring in bring in/, bring off bring off/, bring on bring on/, bring out bring out/, bring over bring over/, bring round bring round/, bring through bring through/, bring to bring to/, bring together bring together/, bring under bring under/, bring up bring up/ -
65 burst
n. uitbarsting; uitbraak; serie schoten--------v. barsten; breken; uitbreken; brekenburst1[ bə:st] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 los/uitbarsting ⇒ ontploffing; demarrage2 barst ⇒ breuk, scheur♦voorbeelden:burst of flame • steekvlamburst of laughter • lachsalvo————————burst21 (door/los/uit)barsten/breken ⇒ uit elkaar spatten/springen/vliegen2 op barsten/breken/springen staan ⇒ barstensvol zitten♦voorbeelden:the bottle burst • de fles spatte uiteenthat boy'll eat till he bursts • dat joch eet zich te barstenthe storm burst • de storm brak losburst away • wegrennen, zich losrukkenburst forth/out • uitroepen, uitbarstenburst out crying • in huilen uitbarstenthe sun burst out • plotseling brak de zon doorburst into the bedroom • de slaapkamer komen binnenvallenburst into blossom • in bloei schietenburst into flames • in brand vliegenburst into sight/view • (plotseling) in zicht komenburst (out) into song • in gezang losbarstenburst into tears • in tranen uitbarstenburst out of one's clothes • uit zijn kleren barstenburst with joy • dolgelukkig zijn→ burst in burst in/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 door/open/verbreken ⇒ forceren, inslaan, intrappen♦voorbeelden:burst a blood-vessel • een aderbreuk hebben/krijgenburst a door (open) • een deur intrappen/rammenburst a tyre • een lekke band hebben -
66 but
adv. alleen als; met moeite--------conj. maar; doch--------n. voorwaarde; weerstand; beperking--------prep. behalve--------v. "maar"but1[ but] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 maar ⇒ tegenwerping, bedenking♦voorbeelden:but me no buts • geen gemaar, niks te maren〈 informeel〉 no buts about it • zeker weten, reken maar————————but21 die/dat niet♦voorbeelden:————————but31 slechts ⇒ enkel, alleen, maar, pas2 (en) toch ⇒ echter, anderzijds♦voorbeelden:I could but feel sorry for her • ik kon enkel medelijden hebben met haarI know but one • ik ken er maar één————————but41 behalve ⇒ buiten, uitgezonderd, anders dan♦voorbeelden:all but John • allen behalve Johnwho but John? • wie anders dan John?he wanted nothing but peace • hij wilde slechts rustthe last but one • op één na de laatstethe next summer but one • de zomer na de volgende————————but5♦voorbeelden:what could I do but surrender? • wat kon ik doen behalve me overgeven?¶ 〈 informeel〉 no sooner had she spoken but it appeared again • ze was nog niet uitgesproken of het verscheen opnieuwII 〈 nevenschikkend voegwoord〉♦voorbeelden:young but clever • jong maar sluwbut then (again) • (maar) anderzijds/jabut yet • niettemin2 he ran but ran! • hij liep, en hoe!he ran but fast! • hij liep, en snel ook!but no! • nee maar!, nee toch!but yes! • maar ja toch! -
67 come
v. komen; aankomen; tot een oplossing komen; eindigen, tot bevrediging komencome1————————come21 komen ⇒ naderen, nader(bij) komen3 beschikbaar zijn ⇒ verkrijgbaar zijn, aangeboden/geproduceerd worden5 meegaan6 gebeuren7 staan ⇒ komen, gaan8 zijn9 beginnen ⇒ gaan, worden♦voorbeelden:the time will come when … • er komt een tijd dat …in the years to come • in de komende jarenshe came running • ze kwam aangerendcome aboard • aan boord komenthe train is coming • de trein komt eraanI'm coming! • ik kom eraan!〈 spreekwoord〉 first come, first served • die eerst komt, eerst maalt5 are you coming? • kom je mee?(now that I) come to think of it • nu ik eraan denk〈 informeel〉 how come? • hoe komt dat?, waarom?it comes rather easy • het is nogal gemakkelijkcome loose • loskomen, losgaanit has come to be used wrongly • men is het verkeerd gaan gebruikencome to believe • tot de overtuiging komencome to know someone better • iemand beter leren kennenthe life to come • het leven in het hiernamaalsshe doesn't know whether she is coming or going • ze is de kluts kwijtcome home to roost • zich keren tegen (de aanstichter), zich wrekencome now! • kom, kom!, zachtjes aan!come home to someone • tot iemand doordringencome near to tears • bijna in tranen uitbarstencome together • het eens worden, een geschil bijleggencome near doing something • iets bijna doen→ come about come about/, come across come across/, come after come after/, come again come again/, come along come along/, come apart come apart/, come around come around/, come at come at/, come away come away/, come back come back/, come before come before/, come between come between/, come by come by/, come down come down/, come for come for/, come forward come forward/, come from come from/, come in come in/, come into come into/, come of come of/, come off come off/, come on come on/, come out come out/, come over come over/, come round come round/, come through come through/, come to come to/, come under come under/, come up come up/, come upon come upon/ -
68 cry
n. kreet; leus; huilen; schreeuwen, roepen--------v. roepen; huilen; schreeuwencry1[ kraj] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: cries〉1 kreet ⇒ (uit)roep, (ge)schreeuw, strijdkreet4 roep ⇒ smeekbede, appel5 leus ⇒ strijdleuze, devies, motto, slogan♦voorbeelden:→ far far/————————cry2〈 cried〉1 schreeuwen ⇒ jammeren, lamenteren♦voorbeelden:1 huilen ⇒ schreien, janken♦voorbeelden:〈 informeel〉 I'll give you something to cry about/for! • ik zal je leren huilen!cry oneself to sleep • zichzelf in slaap huilencry for something • om iets jengelen, om iets huilencry for joy • huilen van blijdschapcry over something • iets bewenencry with grief • huilen van verdriet2 cry(out) for help/mercy • om hulp/genade roepenthe fields are crying out for rain • het land schreeuwt om regencry (out) to someone • tegen iemand schreeuwen¶ cry something down • iets kleineren, iets afbreken〈 informeel〉 for crying out loud • allemachtig, in vredesnaamcry off • terugkrabbelen, er(gens) van afziencry something up • iets ophemelen/opsteken2 smeken♦voorbeelden:1 cry one's wares • zijn waren uitventen/aanprijzen -
69 dissolve
v. oplossen, smelten, vloeibaar worden; verdwijnen; ontbinden; uitelkaar drijven[ dizzolv]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 oplossen♦voorbeelden: -
70 draw
n. attractie, trekking; (uit)verloting; gelijk spel, remise--------v. tekenen; trekken; opnemen; trekken (v.e. pistool)draw1[ dro:] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 aantrekkingskracht ⇒ attractie, trekpleister♦voorbeelden:————————draw2♦voorbeelden:draw near • naderen, dichterbij komendraw off • (zich) terugtrekken, weggaanhe drew alongside the bus • hij ging naast de bus rijden→ draw apart draw apart/, draw away draw away/, draw back draw back/, draw in draw in/, draw on draw on/, draw out draw out/, draw up draw up/♦voorbeelden:the chimney doesn't draw • de schoorsteen trekt nietdraw one's sword against • ten strijde trekken tegendraw along • voorttrekkendraw aside • opzij trekken, apart nemendraw back the curtains • de gordijnen opentrekken/doendraw off • uittrekken, afdoendraw together • samentrekken, nader tot elkaar komendraw someone into a conversation • iemand in een gesprek betrekken2 draw a circle • een cirkel trekken/beschrijvendraw inspiration from • inspiratie opdoen uitdraw on/upon • een beroep doen op, putten uit, gebruik maken vanI'll have to draw upon my savings • ik zal mijn spaargeld moeten aanspreken4 (te voorschijn) halen ⇒ uittrekken; 〈 figuurlijk〉 ontlokken; naar buiten brengen/halen; (af)tappen 〈bier enz.〉5 van de ingewanden ontdoen ⇒ ontweien, schoonmaken10 〈 sport〉een bepaald(e) richting/effect geven aan 〈 de bal〉 ⇒ 〈 biljart〉 trekken; 〈 cricket, golf〉 (te veel) naar s slaan 〈 van rechtshandige〉; (te veel) naar rechts slaan 〈 van shandige〉♦voorbeelden:2 draw a deep breath • diep inademen, diep ademhalenhis story drew tears • zijn verhaal maakte de ogen vochtighe refused to be drawn • hij liet zich niet uit zijn tent lokkendraw forth • te voorschijn halenshe drew all her savings from her account • zij nam al haar spaargeld op (van haar rekening) -
71 laugh away
weg lachen, met een lach afdoenlaugh away♦voorbeelden: -
72 melt
n. soort gerecht gemaakt met toplaagje van gesmolten Zwitserse kaas--------v. smelten; versmelten; doen smelten; ontdooien; doen verdwijnen[ melt]♦voorbeelden:the fuse has melted • de stop is doorgeslagenmelt in the mouth • smelten op de tongmelt down • omsmeltenhis heart melted at her tears • haar tranen deden zijn hart smeltenmelt with pity • smelten van medelijden -
73 mingle
v. mengen; aanpassen; mengen met; aanpassen aan[ minggl]♦voorbeelden:1 tears mingled with the blood from his forehead • tranen vermengden zich met het bloed van zijn voorhoofd2 they didn't feel like mingling • ze hadden geen zin om met de anderen te gaan praten 〈 op een feest〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
74 mist
n. mist; nevel, lage wolk; waas--------v. doen beslaan, misten, mistig wordenmist1[ mist] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 waas♦voorbeelden:see things through a mist • alles in een waas zien————————mist21 mistenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
75 misty
-
76 move
n. zet; stap; verhuizing--------v. bewegen; verplaatsen; verhuizen; ontroeren; voorstellenmove1[ moe:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 beweging3 zet ⇒ beurt, slag4 stap ⇒ maatregel, manoeuvre♦voorbeelden:get someone/something on the move • iemand/iets in beweging brengenlarge forces were on the move • grote strijdkrachten waren op de been4 make a move • opstaan 〈 van tafel〉; opstappen, het initiatief nemen; maatregelen treffen, in actie komenmake moves to stop the war • stappen ondernemen om de oorlog te staken————————move21 (zich) bewegen ⇒ zich verplaatsen, van positie/houding veranderen2 vorderen ⇒ vooruitkomen, opschieten6 verhuizen ⇒ (weg)trekken, zich verzetten7 een voorstel/verzoek doen♦voorbeelden:it's time to be moving • het is tijd om te vertrekkenmove along • doorlopen, opschietenhe moved away from her • hij ging een stapje opzijmove off! • verdwijn!, hoepel op!move over • inschikken, opschuivenmove down a road • een weg afgaanmove towards better understanding • tot een beter begrip komenthe plot moves slowly • de plot ontwikkelt zich langzaamsuddenly things began to move • plotseling kwam er leven in de brouwerijkeep moving! • blijf doorgaan!, doorlopen!the army moves off • het leger marcheert af6 they moved away • ze trokken weg/verhuisdenthey moved into a flat • ze betrokken een flat→ move about move about/, move around move around/, move down move down/, move in move in/, move on move on/, move out move out/, move up move up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bewegen ⇒ (ver)roeren, in beweging/beroering brengen3 verhuizen ⇒ vervoeren, overbrengen4 opwekken ⇒ (ont)roeren, raken, aangrijpen5 drijven ⇒ aanzetten, aansporen♦voorbeelden:1 the police moved them along • de politie dwong hen door te lopen/rijdenit moved him to laughter • het werkte op zijn lachspierenhe is moved to tears • hij is tot tranen toe geroerdbe moved to • zich geroepen voelen (om) te→ move about move about/, move around move around/, move down move down/, move in move in/, move on move on/, move out move out/, move up move up/ -
77 near
adj. nabij, dichtbij; nabij staand; dichterbij; intiem; op het laatste moment; vrek, gierigaard; shandig--------adv. nabij; dichtbij; op korte duur; bijna--------prep. bij; naast--------v. naderennear1♦voorbeelden:the near side of the river • deze kant van de rivierour nearest and dearest • zij die ons het meest dierbaar zijnnear likeness/resemblance • sprekende/sterke gelijkenisII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 bijdehands ⇒ er♦voorbeelden:————————near2〈 werkwoord〉1 naderen————————near3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 draw near • naderen, dichterbij komenthey were near famished • ze waren bijna van de honger gestorvenshe came as near as could be to being drowned • het scheelde maar een haartje of ze was verdronkenas near as makes no difference • zo goed alsfrom far and near • van heinde en vershe was near to tears • het huilen stond haar nader dan het lachen→ hand hand/————————near4〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:she was near death • ze was bijna/op sterven na doodhe lived near his sister • hij woonde niet ver van zijn zustergo/come near to doing something • iets bijna doen, op het punt staan iets te doen -
78 passion
n. begeerte; enthousiasme; boosheid; lust[ pæsjn]1 passie ⇒ (hartstochtelijke) liefde; zwak; enthousiasme♦voorbeelden:fly into a passion • in woede uitbarsten -
79 pearl
n. parel; gewaardeerd mens--------v. parelen; naar parels vissenpearl1[ pə:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 → purl purl/¹♦voorbeelden:————————pearl2〈 werkwoord〉1 parelen3 → purl purl/♦voorbeelden: -
80 rain
n. regen, bui--------v. regenenrain1[ reen]1 regen ⇒ regenbui, regenval♦voorbeelden:a rain of blows • een reeks klappena rain of congratulations • een stroom gelukwensen¶ (come) rain or shine • weer of geen weer, onder alle omstandigheden→ right right/II 〈meervoud; the〉————————rain2♦voorbeelden:hospitality rained upon the visitors • de bezoekers werden overladen met gastvrijheid→ rain down rain down/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 the match was rained off/ 〈 Amerikaans-Engels〉 out • de wedstrijd werd afgelast/onderbroken vanwege de regen2 the father rained presents upon his only daughter • de vader overstelpte zijn enige dochter met cadeaus→ rain down rain down/
См. также в других словарях:
Tears — Données clés Titre original Nunmul Réalisation Im Sang soo Scénario Im Sang soo Acteurs principaux Jun Han Park Geun yeong Bong Tae gyu Jo Eun ji Sung Ji ru Pays d’origine … Wikipédia en Français
Tears — «Tears» Sencillo de X Japan del álbum Dahlia Formato Disco Compacto casete Grabación Los Ángeles, Estados Unidos Género(s) J Rock … Wikipedia Español
Tears — war eine Girlgroup aus der Schweiz. Tears Allgemeine Informationen Genre(s) Pop Gründung 2001 Auflösung 2004 Website … Deutsch Wikipedia
Tears — 250px|thumb|The tear system. A) Tear gland / Lacrimal glandB) Superior lacrimal punctum C) Superior lacrimal canal D) Tear sac / Lacrimal sac E) Inferior lacrimal punctum F) Inferior lacrimal canal G) Nasolacrimal canal Tears are the liquid… … Wikipedia
tears — See: BORE TO TEARS, CROCODILE TEARS … Dictionary of American idioms
tears — See: BORE TO TEARS, CROCODILE TEARS … Dictionary of American idioms
tears — pl. n. the fluid secreted by the lacrimal glands (see lacrimal apparatus) to keep the front of the eyeballs moist and clean. Tears contain lysozyme, an enzyme that destroys bacteria. Irritation of the eye, and sometimes emotion, cause excessive… … Medical dictionary
tears — See: bore to tears, crocodile tears … Словарь американских идиом
tears — v. produce tears in the eyes; fill with tears in the eyes tɪr /tɪə n. droplet of fluid from the eye; rip, rend; spree, wild celebration (Informal) v. rip, rend, lacerate … English contemporary dictionary
tears — pl. n. the fluid secreted by the lacrimal glands (see lacrimal apparatus) to keep the front of the eyeballs moist and clean. Tears contain lysozyme, an enzyme that destroys bacteria. Irritation of the eye, and sometimes emotion, cause excessive… … The new mediacal dictionary
tears — noun the process of shedding tears (usually accompanied by sobs or other inarticulate sounds) (Freq. 7) I hate to hear the crying of a child she was in tears • Syn: ↑crying, ↑weeping • Derivationally related forms: ↑weep … Useful english dictionary