-
1 excess postage
-
2 excess
adj. extra-, over(vracht)--------n. overmaat, overlaadexcess1[ ikses, ekses] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 overschot ⇒ surplus, rest♦voorbeelden:1 in/to excess • bovenmate, buitenmate¶ in excess of • meer dan, bovendrink to excess • onmatig drinken————————excess2[ ekses] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:excess fare • toeslagexcess postage • strafport -
3 surcharge
n. extra betaling--------v. extra betaling eisensurcharge1[ sə:tsja:dzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————surcharge2〈 werkwoord〉1 extra/een toeslag laten betalen
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский