-
1 gobble
n. geklok--------v. schrokken; klokken; snaterengobble1[ gobl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————gobble23 tieren ⇒ razen, schreeuwenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 gulp
n. slok--------v. schrokken; slikkengulp1[ gulp] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————gulp22 slikken1 schrokken ⇒ slokken, slikken♦voorbeelden:¶ gulp back/down • inslikken, onderdrukken -
3 scoff
n. spotten; doel om te bespotten, belasteren; voedsel, eten (slang)--------v. spotten met; schrokkenscoff1[ skof] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————scoff2 -
4 wolf
n. wolf; wreed iemand; iemand die achter vrouwen aanzit; ongestemde toon (muziek)--------v. opschrokken; wolfwolf1[ woelf] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: wolves; in betekenis 0.1 ook wolf〉1 wolf♦voorbeelden:wolf in sheep's clothing • wolf in schaapsklerencry wolf (too often) • (te vaak) (lichtvaardig) loos alarm slaan→ lone lone/————————wolf2〈 werkwoord〉 -
5 goinfrer
-
6 глотать
vgener. halzen, proppen, slikken, binnenkrijgen, schrokken -
7 жадно есть
advgener. zwelgen, proppen, schrokken -
8 проглатывать
vgener. opeten (обиду и т.п.), opslorpen, doorslikken, inslikken, inslokken, opslokken, schrokken, verduwen (обиду и т.п.), verkroppen (с трудом), verslinden -
9 brutish
-
10 cram
v. persen, drukken; vetmesten; vetgemest wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (vol)proppen ⇒ aanstampen, (vol)stouwen♦voorbeelden: -
11 double-time
-
12 eat at double-time
eat at double-time -
13 eat with brutish appetite
eten als een beest, schrokken -
14 frighten
v. laten schrikken, bang maken; afschrikken, wegjagen; doen schrikken[ frajtn]1 bang maken ⇒ doen schrikken, afschrikken♦voorbeelden:we were frightened to death • we schrokken ons doodfrighten away/off • afschrikken, wegjagenbe frightened at the thought • bang bij de gedachte wordenbe frightened of snakes • bang voor slangen zijn -
15 gobble down/up
gobble down/up -
16 gormandize
-
17 guzzle
n. Zwelgen; brassen; zuipen--------v. zuipen, brassen; (op)schrokken[ guzl]1 zwelgen ⇒ (ver)brassen, (op)zuipen -
18 notice
n. mededeling; waarschuwing; aandacht--------v. opmerken; merkennotice1[ nootis] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (voorafgaande) kennisgeving ⇒ aankondiging, waarschuwing; 〈 in het bijzonder〉 opzegging 〈van huur/arbeidscontract〉2 aandacht ⇒ belangstelling, attentie♦voorbeelden:give the maid (a month's) notice, give (a month's) notice to the maid • de dienstbode (met een maand) opzeggenwe received three month's notice • de huur is ons met drie maanden opgezegdat a moment's/a minute's notice • direct, zonder bericht voorafcan you be here at two hours' notice? • kun je hier binnen twee uur zijn?when the CD became a success the other record companies suddenly sat up and took notice • toen de cd een succes werd, schrokken de andere platenmaatschappijen wakkertake (no) notice of • (geen) acht slaan opnotice of marriage • huwelijksaankondiging4 his book got good notices • zijn boek kreeg goede recensies/kritieken————————notice2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:she didn't notice her friend in the crowd • zij zag haar vriendin niet in de menigte -
19 raven
adj. gitzwart--------n. raaf--------v. verslinden, gulzig schrokken[ reevn] -
20 we were frightened to death
Страницы
- 1
- 2