-
1 reçu-
reçu- [rəsuu]〈 werkwoord〉 → recevoir -
2 reçu
reçu1 [rəsuu]〈m.〉1 reçu ⇒ ontvangstbewijs, kwitantie————————reçu2 [rəsuu]2 (algemeen) aanvaard ⇒ aangenomen, gangbaar————————reçu3 [rəsuu]〈 werkwoord〉 → recevoirm -
3 avoir en partage, avoir reçu en partage
Dictionnaire français-néerlandais > avoir en partage, avoir reçu en partage
-
4 je suis reçu au baccalauréat et j'en suis fier
je suis reçu au baccalauréat et j'en suis fierik ben voor het eindexamen (middelbare school) geslaagd en ik ben er trots opDictionnaire français-néerlandais > je suis reçu au baccalauréat et j'en suis fier
-
5 ne faites rien avant d' avoir reçu ma lettre
ne faites rien avant d' avoir reçu ma lettredoe niets voordat u mijn brief ontvangen hebt, alvorens mijn brief ontvangen te hebbenDictionnaire français-néerlandais > ne faites rien avant d' avoir reçu ma lettre
-
6 qu'est-ce qu'il a reçu!
qu'est-ce qu'il a reçu!die is goed te pakken genomen! -
7 être reçu à un examen avec mention honorable, très honorable
être reçu à un examen avec mention honorable, très honorable〈 met de vermelding〉met genoegen, cum laude slagenDictionnaire français-néerlandais > être reçu à un examen avec mention honorable, très honorable
-
8 être bien reçu
être bien reçu -
9 être reçu à un examen
être reçu à un examen -
10 recevoir
recevoir [rəsvwaar]1 (bezoek) ontvangen ⇒ gasten uitnodigen, een feest gevenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 krijgen ⇒ ontvangen, opvangen, ondergaan♦voorbeelden:recevoir une averse • in een stortbui terechtkomenrecevoir des blessures • verwondingen oplopen〈 informeel〉 qu'est-ce qu'il a reçu! • die is goed te pakken genomen!v1) ontvangen, krijgen3) onthalen -
11 avant
avant1 [aavã]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 voorkant ⇒ voorstuk, voorste deel3 voorhoedespeler ⇒ aanvaller, spits♦voorbeelden:asseyez-vous à l'avant • gaat u voorin zitten→ traction————————avant2 [aavã]〈bijwoord; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 van tevoren ⇒ eerder, eerst♦voorbeelden:1 d' avant • ervoor, daarvoorplus avant • steeds verder, meeren avant • naar voren, vooruit, voorwaartsse mettre en avant • zich op de voorgrond plaatsen→ marche————————avant3 [aavã]〈 voorzetsel〉1 voor♦voorbeelden:1 avant cela • daarvooravant peu • binnenkortne faites rien avant d' avoir reçu ma lettre • doe niets voordat u mijn brief ontvangen hebt, alvorens mijn brief ontvangen te hebben1. m1) voorkant2) voorhoede, front3) aanvaller, spits2. adjvoorste, voor-3. adv1) van tevoren, eerder, eerst2) vooraan, vooruit, voorwaarts4. prép 5. avant deprép6. avant queconj -
12 bon
bon1 [bõ]〈m.〉1 bon ⇒ bewijsje, briefje♦voorbeelden:bon de caisse • kassabonbon de livraison • reçubons du Trésor • schatkistbiljetten, -bonnen————————bon2 [bõ],bonne [bon]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord, tussenwerpsel, m., v.〉1 goed ⇒ gunstig, geschikt, fatsoenlijk2 goedaardig ⇒ goedmoedig, vriendelijk4 lekker ⇒ heerlijk, aangenaam7 groot ⇒ vol, volledig8 hard ⇒ hevig, flink9 〈 als uitroep〉goed! ⇒ afgesproken!♦voorbeelden:bon mariage • voordelig huwelijkbonne terre • vruchtbaar landc'est bon • okay, goedc'est très bon! • dat is prima!il est bon que 〈+ aanvoegende wijs〉 • het is wenselijk, nodig dat …il est bon de 〈+ onbepaalde wijs〉 • het is wenselijk, nodig om …on est bon! • we zijn erbij!c'est bon! • zo is het wel genoeg!être bon (pour) • iets wel moetencomme bon vous semble • zoals u wilttenir bon • weerstaan, weerstand biedentrouver, juger, croire bon • goedvinden, goeddunken, goed oordelenà quoi bon tous ces efforts? • waarvoor al die moeite?être bon à • geschikt zijn om, dienen totil n'est bon à rien • hij deugt nergens voorbon pour le service • goedgekeurd voor militaire dienstêtre bon pour • ergens niet aan kunnen ontsnappenil y a du bon et du mauvais chez lui • hij heeft goede en slechte eigenschappenavoir du bon • voordelen hebbenun bon à rien • nietsnut2 un homme bon • een aardige, goedhartige manvous êtes bien trop bon • dat is zeer aardig van ules bons et les méchants • de goeden en de kwadenun bon garçon • een goedige jongen4 bonne année! • gelukkig nieuwjaar!un bon bain • een verkwikkend badavoir la bonne vie • een luizenleven leidenil fait bon • het is lekker weer, het is plezierig, aangenaamil fait bon 〈+ onbepaalde wijs〉 • het is lekker, prettig omsentir bon • lekker ruikenelle est bien bonne! • die is goed!c'est une (bien) bonne! • dat is een goeie!arriver bon premier • met glans winnen9 bon! • goed, afgesproken!ah bon? • oh ja?, werkelijk?1. m1) (het) goede2) goed mens3) bon, bewijs4) belang2. bon/bonneadj, adv1) goed, gunstig, geschikt2) goedmoedig, vriendelijk3) naïef, simpel4) lekker, aangenaam5) grappig, leuk6) juist, waar7) groot, vol, volledig8) hard, hevig3. interjgoed, afgesproken! -
13 en
en1 [ã]1 〈vervangt een zelfstandig naamwoord (zaaknaam) voorafgegaan door ‘de’ als vast voorzetsel van werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of bijwoord〉 ervan ⇒ daarvan, erover, daarover, erop, daarop, ermee, daarmee 〈enz.〉2 〈 vervangt een zelfstandig naamwoord (zaaknaam) dat weggelaten is, of wordt gebruikt bij woorden en uitdrukkingen die hoeveelheden aangeven〉 er(van)♦voorbeelden:il prit un bâton et l'en frappa • hij pakte een stok en sloeg hem ermeeje lui en parlerai • ik zal er met hem over pratenje suis reçu au baccalauréat et j'en suis fier • ik ben voor het eindexamen (middelbare school) geslaagd en ik ben er trots opil en tirera un joli bénéfice • hij zal daar een aardig slaatje uit slaan2 combien de livres avez-vous? j'en ai plusieurs • hoeveel boeken heeft u? ik heb er verscheideneavez-vous des timbres postes? non, je n'en ai plus • heeft u ook postzegels? nee, ik heb er geen meerj'en ai • ik heb er watje n'en ai pas • ik heb er geenvoilà des fruits, prenez-en quelques-uns • hier is fruit, neem er wat van3 j'ai un coffre-fort mais j'en ai perdu la clef • ik heb een brandkast maar ik heb de sleutel ervan verloren————————en2 [ã]〈 bijwoord〉4 〈 wordt niet vertaald〉♦voorbeelden:1 elle en sort • zij komt eruit, zij komt er vandaans'en retourner • rechtsomkeert maken, teruggaanils en sont venus aux mains • ze zijn slaags geraakt————————en3 [ã]〈 voorzetsel〉1 〈 voor namen van landen, landstreken, tijd, hoedanigheid〉in ⇒ te, tijdens, per, bij 〈 blijft soms ook onvertaald〉7 aan♦voorbeelden:en mon absence • in, tijdens mijn afwezigheidteneur en alcool • alcoholgehalteen automne • in de herfstcompte en banque • bankrekeningen classe • in de klas, op schooltélévision en couleur • kleurentelevisieen croix • gekruistdocteur en droit • meester in de rechtenarbres en fleurs • bomen in bloeien France • in Frankrijken dix minutes • in tien minutenpromenade en vélo • fietstochtje, een eindje om per fietsen général • in het algemeenaller en ville • de stad ingaan, naar de stad gaanaller en voiture • per auto gaanêtre fort en mathématiques • goed in wiskunde zijnpeindre qc. en bleu • iets blauw verventraduire un texte en allemand • een tekst in het Duits vertalenil y a en lui qc. de mystérieux • hij heeft iets geheimzinnigsen moi-même, je pensais … • ik dacht bij mezelf …cela ne me concerne en rien • dat gaat mij niets aancela fait en tout deux cents francs • dat is dan in het totaal tweehonderd frankfaire les choses en grand • de zaken groots aanpakkense déguiser en arlequin • zich als clown vermommenen cercle • cirkelvormigparler en connaisseur • als een kenner pratenen ce moment • op dit ogenbliken ce monde • op deze werelden sabots • op klompenen Sicile • op Siciliëêtre en voyage • op reis zijnen arrière • naar achterenen avant • naar vorenen entrant il dit bonjour • bij het binnenkomen groette hijpauvre en matières premières • arm aan grondstoffen1. proner(van), erover, erop, etc.2. adv1) ervandaan, eruit2) daarom, erom, erdoor3) op weg3. prép1) in, te, tijdens, per, bij, naar [landen]2) als, -vormig [eigenschap]3) op [plaats, tijd]4) bij het5) tot [begin-, eindpunt]6) aan7) van [materiaal]8) over [tijd] -
14 mention
mention [mãsjõ]〈v.〉1 vermelding ⇒ gewag, aantekening♦voorbeelden:1 〈 formeel〉 être reçu à un examen avec mention honorable, très honorable • 〈 met de vermelding〉met genoegen, cum laude slagenrayer, biffer les mentions inutiles • doorhalen wat niet verlangd wordt, van toepassing isfaire mention de • gewag maken vanf -
15 partage
partage [paartaazĵ]〈m.〉2 aandeel♦voorbeelden:sans partage • onverdeeld, zonder terughoudingavoir en partage, avoir reçu en partage • begiftigd zijn met→ lignem1) verdeling2) aandeel3) staking [stemmen] -
16 bon de livraison
bon de livraison -
17 récépissé
См. также в других словарях:
reçu — reçu … Dictionnaire des rimes
reçu — reçu, ue 1. (re su, sue) part. passé de recevoir. 1° En parlant de ce qui est donné, offert, présenté. De l argent reçu. • L oraison qui nous les obtient [les vertus] nous apprend à les pratiquer non seulement comme nécessaires, mais encore… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Recu — Reçu Un reçu est un document sous seing privé par lequel on reconnaît avoir reçu quelque chose. Il s agit généralement d une facture ou d une copie de facture émise par le vendeur pour l acheteur et affichant les mentions « livré » ou… … Wikipédia en Français
recu — recu·sance; recu·san·cy; recu·sant; … English syllables
Reçu — (franz., spr. ßǖ), empfangen; auch soviel wie Empfangschein, Quittung … Meyers Großes Konversations-Lexikon
reçu — 1. reçu [ r(ə)sy ] n. m. • 1611; p. p. subst. de recevoir ♦ Écrit dans lequel une personne reconnaît avoir reçu une somme d argent ou un objet mobilier à titre de paiement, de dépôt, de prêt ou de mandat. ⇒ acquit, décharge, quittance, récépissé … Encyclopédie Universelle
REÇU — s. m. Quittance sous seing privé, par laquelle on reconnaît avoir reçu une somme. Il prétend que je ne l ai pas payé, mais j ai son reçu. Il se dit aussi d Un écrit par lequel on reconnaît avoir reçu quelque chose. Ce commissionnaire m a… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
REÇU — n. m. Quittance sous seing privé, par laquelle on reconnaît avoir reçu une somme. Il prétend que je ne l’ai pas payé, mais j’ai son reçu. Il se dit aussi d’un écrit par lequel on reconnaît avoir reçu quelque chose. Ce commissionnaire m’a demandé… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
Reçu — Un reçu est un document sous seing privé par lequel on reconnaît avoir reçu quelque chose. Il s agit généralement d une facture ou d une copie de facture émise par le vendeur pour l acheteur et affichant les mentions « livré » ou… … Wikipédia en Français
reçu — adj. ; accueilli : aRCHU, wà, wè pp. (Albanais.001, Annecy.003, Combe Si.018, Leschaux.006, Thônes.004, Villards Thônes.028), rechu (Bozel.012, Saxel.002), rekhu (Samoëns.010). A1) bien reçu accueilli // reçu : byârchu / byê rchu, wà, wè… … Dictionnaire Français-Savoyard
REÇU POUR SOLDE DE TOUT COMPTE — Attestation qu’à l’expiration du contrat de travail le salarié fait à son employeur et où il reconnaît avoir perçu l’intégralité des sommes qui lui étaient dues. Son but est d’éviter toutes réclamations ultérieures, mais, compte tenu des dangers… … Encyclopédie Universelle