-
1 jettison
n. overboord geworpen lading; wegwerpen van lading van schip; prijsgeven, laten varen (hoop)--------v. overboord werpen; prijsgeven, laten varen (hoop)[ dzjettisn] -
2 abandon
n. ongedwongenheid, vrijheid--------v. achterlaten, verwaarlozenabandon1[ əbændən] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————abandon2〈 werkwoord〉2 op/prijsgeven ⇒ afstand doen van♦voorbeelden:the order to abandon ship • het bevel het schip te verlatenabandon a subject • van een onderwerp afstappen -
3 abandonment
-
4 barter away one's freedom
barter away one's freedom -
5 barter
v. uitwisselen, verwisselenbarter1[ ba:tə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————barter2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 〈+for〉ruilen (voor/tegen)♦voorbeelden: -
6 commit
v. uitvoeren; overgeven, overhandigen; opnemen in een gesticht; gevangen zetten4 plegen ⇒ begaan, bedrijven♦voorbeelden:commit to memory • uit het hoofd lerencommit to writing/paper • op schrift stellencommit to prison • in hechtenis nemencommit oneself on an issue • zijn mening over een zaak gevencommit oneself to a cause • zich inzetten voor een (goed) doel -
7 concede
v. toegeven; afstand doen[ kənsie:d]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 toegeven2 toestaan ⇒ op/prijsgeven, inwilligen, gunnen♦voorbeelden:concede a point • ongelijk bekennen -
8 desert
n. woestijn--------v. verlaten, prijsgeven; deserterendesert1[ dezzət] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 woestijn————————desert22 braakliggend ⇒ kaal, dor————————desert3[ dizzə:t]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
9 expose
v. blootleggen, blootstellen, ontdekken; opgeven, prijsgeven[ ikspooz]1 blootstellen ⇒ blootgeven, introduceren aan2 tentoonstellen ⇒ uitstallen, (ver)tonen3 onthullen ⇒ ontmaskeren, bekendmaken♦voorbeelden:expose to bad weather • aan slecht weer blootstellenexpose one's views • zijn mening uiteenzetten3 expose the crook • de bandiet verraden/ontmaskeren -
10 exposé
-
11 outgrow
v. afwennen; spenen; opgeven (van slechte gewoonten), prijsgeven; uitgroeien (kleding die te klein wordt)outgrow1 ontgroeien (aan) ⇒ afleren, te boven komen♦voorbeelden: -
12 relinquish
-
13 sacrifice
n. offer; opoffering; slachting (offer); konsessie; verlies--------v. opofferen; met verlies verkopensacrifice1[ sækriffajs] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 offer ⇒ offerande, het offeren2 opoffering ⇒ offer, het op/prijsgeven♦voorbeelden:2 he made many sacrifices to finish his studies • hij ontzegde zich veel om zijn studie af te kunnen maken————————sacrifice2♦voorbeelden:1 offeren ⇒ aanbieden, opdragen2 opofferen ⇒ opgeven, zich ontzeggen♦voorbeelden:he sacrificed his life to save her • hij waagde zijn leven om haar te redden -
14 impart a secret
een geheim prijsgeven
См. также в других словарях:
preisgeben — Vsw std. (16. Jh.) Hybridbildung. Es übersetzt frz. donner (en) prise und gehört deshalb zu Prise. Eigentliche Bedeutung also zur Beute geben . Ebenso nndl. prijsgeven, nschw. prisgiva, nnorw. prisgi. deutsch frz … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache