-
1 overvliegen
1 [over iets heen vliegen] survoler2 [figuurlijk] s'élancer♦voorbeelden:1 wij zien ieder jaar de wilde ganzen overvliegen • chaque année nous voyons passer les oies sauvagesde oceaan overvliegen • traverser l'océan en avionII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [vliegend overbrengen] transporter en avion -
2 overvliegen
1 [over iets heen vliegen] fly over♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [vliegend overbrengen] fly over -
3 overvliegen
-
4 de oceaan overvliegen
de oceaan overvliegen -
5 wij zien ieder jaar de wilde ganzen overvliegen
wij zien ieder jaar de wilde ganzen overvliegenDeens-Russisch woordenboek > wij zien ieder jaar de wilde ganzen overvliegen
-
6 de oceaan overvliegen
de oceaan overvliegenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de oceaan overvliegen
-
7 перелетать
vgener. overvliegen -
8 overfly
-
9 перелетать
vgener. overvliegen -
10 überfliegen
überfliegen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский