-
1 redundant member
overtollig lid (bouwsteen die overbodig is, want toevoeging ervan heeft geen invloed op de resultaten (in wiskunde)) -
2 overspill
n. overloop; gemorst/overtollig water; teveel; overloop (migratie (v. bevolkingsoverschot)overspill2 surplus -
3 redundant
adj. welig, overlopend; overtollig; overbodig[ riddundənt]1 overtollig ⇒ overbodig, redundant2 werkloos♦voorbeelden: -
4 waste
adj. overbodig, overtollig, niet uitgebuit; afvals-; verlaten; geruïneerd; woest; vervallen--------n. verkwisting; uitbuiting; verlies; vernieling; vernietiging; wildernis; woestijn; afval; bijprodukten van afval; riool (water)--------v. verkwisten, uitbuiten; ruïneren; beschadigen; uitdunnen; vergaan; vernietigd worden; likwideren; vermoorden (slang)waste1[ weest] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 afval(product) ⇒ puin, vuilnis♦voorbeelden:3 go to waste, run to waste • verloren gaan, verspild worden————————waste21 woest ⇒ braak(liggend), verlaten♦voorbeelden:lay waste • verwoestenlie waste • braak liggen————————waste3♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:waste time on something • tijd verspillen aan iets -
5 burn off
v. opbranden, energie verbruiken en ongewenst vet verbranden door het doen van oefeningen (caloriën verbranden); doen branden; zich van de vegetatie ontdoen door brand of chemicaliën om land schoon te maken of ter voorbereiding van oogsten van wortelgewas; zich ontdoen van overtollig gas; verspreiden (van wolken of mist door de zonnehitte)burn offweg/afbranden, schoon/leegbranden -
6 expendable
adj. overtollig, zonder veel waarde[ ikspendəbl]1 (ver)bruikbaar ⇒ voor gebruik/verbruik2 waardeloos ⇒ vervangbaar, onbelangrijk♦voorbeelden: -
7 storm water
storm water -
8 supererogation
n. 't meer doen dan verplicht is; overtollig werken[ soe:pərerrəgeesjn] -
9 superfluous
adj. overvloedig, meer dan nodig, overbodig[ soe:pə:floeəs] 〈 superfluousness〉 -
10 supernumerary
-
11 surplus
adj. overschot, rest; overbodig--------n. overvloed, overschotsurplus1[ sə:pləs] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————surplus21 overtollig ⇒ extra, over-♦voorbeelden:surplus population • bevolkingsoverschotsurplus value • meerwaarde -
12 defenestration
n. het uit het raam gooien van een voorwerp of persoon; (in computers) uitvoer uit omgeving van vensters om snelheid op te voeren van verloop van speciaal programma; uitwissen van overtollig materiaal van diskette -
13 redundantly
adv. overtollig, overvloedig -
14 superfluously
adv. overtollig, overbodig, overvloedig -
15 excess
overmaatovertolligsurplusteveel -
16 surplus
overcompleetoverschotovertolligsurplus
См. также в других словарях:
Boekenweekgeschenk — Das Boekenweekgeschenk (nld Bücherwochengeschenk) ist eine jährliche Buchausgabe im Zusammenhang mit der Boekenweek, der niederländischen Bücherwoche. Das Buch wird während der Bücherwoche von niederländischen Buchhändlern unentgeltlich an Kunden … Deutsch Wikipedia