-
1 подбирать
oprapen, opnemen ; uitkiezen -
2 подобрать
oprapen, opnemen ; uitkiezen -
3 gather
n. bijeenkomst; vouw (in kleding)--------v. verzamelen; verzamelen; binnenhalen; krijgen; samentrekken; opmaken; oogstengather1[ gæðə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————gather23 toenemen ⇒ (aan)groeien, stijgen5 plooien, rimpelen♦voorbeelden:gather round someone/something • zich rond iemand/iets scharenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 〈 benaming voor〉 verzamelen ⇒ samenbrengen, bijeenroepen; op(een)hopen, op(een)stapelen; vergaren, inzamelen; plukken, oogsten; oprapen4 opmaken ⇒ afleiden, concluderen5 opsommen♦voorbeelden:gather wood • hout sprokkelengather in • binnenhalen, oogsten; opstrijkengather together • verzamelen, bijeenroepengather up • oprapen, bij elkaar nemen, optrekken 〈 benen〉; opsteken 〈 haar〉; verzamelen 〈 gedachten〉gather oneself up/together • zich oprichten/vermannengather oneself for something • zich voor iets gereed maken4 he's gone to work, I gather • hij is naar z'n werk, begrijp ikgather from • afleiden/opmaken uitI gather that • ik krijg de indruk dat -
4 ramasser
ramasser [raamaasee]1 bijeenbrengen ⇒ verzamelen, bijeenvegen3 oprapen ⇒ lezen, plukken♦voorbeelden:v1) verzamelen, bijeenbrengen2) oppakken [politie]3) oprapen, plukken4) oplopen [ziekte]5) krijgen [slaag] -
5 auffangen
-
6 aufnehmen
aufnehmen♦voorbeelden:die Küche aufnehmen • de keuken dweilenMaschen aufnehmen • steken opnemenein Kind auf den Arm aufnehmen • een kind op de arm nemenetwas vom Boden aufnehmen • iets van de grond oprapen2 eine Arbeit aufnehmen • een werk opnemen, beginnenden Kampf aufnehmen • de strijd aanbindendie Verfolgung aufnehmen • de achtervolging inzetten8 eine Anleihe aufnehmen • een lening aangaan, sluitender Film wurde mit Begeisterung vom Publikum aufgenommen • het publiek reageerde enthousiast op de filmein Protokoll aufnehmen • een proces-verbaal opmakeneinen Unfall aufnehmen • een ongeval protocolleren -
7 наскоро собирать
-
8 подбирать
vgener. schorten, grabbelen (что-л.), lezen, opnemen (платье), oprapen, rapen, uitlezen -
9 поднимать
vgener. (вопрос и т.п.) aankaarten, beuren (ãðóç), heffen, hijsen, opbeuren, opbrengen, opdragen, opdrijven, ophalen, ophebben, opheffen, opjagen, opjagen (зверя, дичь), oplaten (занавес), opnemen, oprichten, opschuiven, opslaan (глаза), opsteken, optrekken, opvatten, opvoeren, opzetten, verheffen, lichten, oplichten, aansnijden (вопрос и т.п.), ophijsen (ôôàã), ophogen, oppakken, oprapen, optillen, opwaaien (ïûôü), overal maken, rapen, schorten, spannen (паруса), tillen, verhogen -
10 сколачивать
vgener. bijspijkeren, ineenslaan, oprapen (напр. армию) -
11 собирать
v1) gener. aflezen (цветы, фрукты и т.п.), bijeenbrengen, bijeengaren, collecteren (пожертвования, деньги), lezen, oprapen, opstellen, opvangen, samenstellen (машину и т.п.), vergaderen, vergaren, verzamelen, garen, afplukken (плоды, цветы и т.п.), bijeenroepen, bijeenzoeken, de oogst binnenhalen, geld bij elkaar schrapen, heffen, ineenzetten (механизм), invorderen, inzamelen, monteren, opgaren, ophalen (мусор и т.п.), plukken, rapen, samendoen, samenhalen, sparen, winnen, zamelen2) logist. consolideren (товары на паллету) -
12 это не стоит труда
ngener. dat loont de moeite niet, het is boter aan de galg gesmeerd, het is de moeite niet waard, het is niet de moeite waard, (большого) men heeft het daar maar voor het oprapenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > это не стоит труда
-
13 for the taking
for the takingvoor het grijpen/oprapen -
14 gather up
verzamelen, bijeenkomengather up -
15 glean
v. verzamelen (van oogst)[ glie:n]1 aren lezen/verzamelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
16 pick up
v. oprapen; opknappen,verkrijgen; beter worden, verbeteren;, opleven; accelereren; schoonmaken (Spreektaal); vaart krijgen, aanwakkeren; weer beginnen, hervatten; met iemand een roman beginnen (Informeel); vernieuwen na een onderbreking; kopen, meebrengen (bv. "We hebben geen melk meer, op weg naar huis kun je een karton melk meebrengen?")pick up♦voorbeelden:¶ pick up with • aanpappen met, leren kennen1 opruimen♦voorbeelden:2 opdoen ⇒ oplopen, oppikken4 ophalen ⇒ een lift geven, meenemen♦voorbeelden:pick someone up for questioning • iemand oppakken om te verhorenpick oneself up • overeind krabbelenpick up a language • zich een taal eigen makenpick up speed • vaart vermeerderenhe picked her up in a bar • hij heeft haar in een bar opgepiktwhere did you pick that up? • waar heb je dat geleerd? -
17 taking
adj. innemend, aanlokkelijk, aantrekkelijk; aanstekend (ziekte)--------n. het nemen/winnentaking1[ teeking]♦voorbeelden:¶ for the taking • voor het grijpen/oprapenII 〈 meervoud〉1 verdiensten ⇒ recette, ontvangsten————————taking21 innemend -
18 egg collecting
n. het oprapen van eieren, het verzamelen van eieren -
19 take up the glove
de handschoen oprapen (als antwoord op uitnodiging voor tweestrijd) -
20 baisser
baisser [beesee]1 dalen ⇒ zakken, verminderen, afnemen♦voorbeelden:les jours baissent • de dagen worden korterla mer baisse • het wordt eble vin a baissé • de wijn is goedkoper gewordenbaisser de 10% • dalen met 10%II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 neerlaten ⇒ naar beneden laten, laten zakken♦voorbeelden:baisser la tête • het hoofd buigenbaisser la vitre • het raampje naar beneden draaienbaisser les yeux • de ogen neerslaanfaire baisser les yeux à qn. • iemand beschaamd doen staan→ ton♦voorbeelden:1. v1) dalen, verminderen2) laten zakken3) verlagen4) zachter afstellen [radio]2. se baisserv
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Brei — 1. A Brei waart so hiat egh idjen üs r ap den waart. (Nordfries.) Als Trost den Befehlen der gestrengen (grossen und kleinen) Herren gegenüber, um anzudeuten, dass die Strenge in der Ausführung abgeschwächt wird. 2. Brei essen nur Narren mit… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Knüppel — 1. De Knüppel ligt bi n Hund. (Oldenburg.) – Firmenich, I, 233, 51; Schütze, II, 309; Eichwald, 849; Kern, 668; hochdeutsch bei Simrock, 5017; Körte, 3455; Lohrengel, I, 129; Braun, I, 1909; Frischbier2, 2085. Man kann nicht, wie man wol möchte.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Weisheit — 1. All verloren weisheit in eyns armen manss heupt. – Weinsberg, 78. 2. Auss zu vil grosser weissheit würdt mann auch zu narren. – Franck, II, 187b; Gruter, I, 6; Eyering, I, 159. 3. Bei Weisheit muss eine Thorheit sein. – Simrock, 11499; Körte,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon