-
1 openbreken
II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [wijzigingen aanbrengen in] 〈zie voorbeelden 2〉♦voorbeelden:een kluis openbreken • crack a safeeen slot openbreken • force a lock -
2 openbreken
-
3 openbreken
-
4 openbreken
v. break out, burst, prise, jimmy -
5 openbreken
-
6 een koffer openbreken
een koffer openbreken -
7 een cao openbreken
een cao openbrekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een cao openbreken
-
8 een kist openbreken
een kist openbrekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een kist openbreken
-
9 een kluis openbreken
een kluis openbrekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een kluis openbreken
-
10 een slot openbreken
een slot openbrekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een slot openbreken
-
11 gewelddadig openbreken
gewelddadig openbrekenopen by force, force openVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gewelddadig openbreken
-
12 взломать
openbreken -
13 pick a lock
openbreken van een slot -
14 forcer
forcer [forsee]1 veel kracht zetten ⇒ forceren, zich hard inspannen♦voorbeelden:forcer sur les rames • uit alle macht roeienne forcez pas sur l'alcool • niet overdrijven met de (sterke) drankII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 geweld uitoefenen op ⇒ met geweld nemen, openbreken2 druk uitoefenen op ⇒ dwingen, noodzaken (tot), verplichten♦voorbeelden:forcer le sens de ses paroles • zijn woorden verdraaienforcer la vérité • de waarheid geweld aandoenforcer la main à qn. • iemand (ergens toe) dwingenforcer le respect • respect afdwingenforcer qn. à, de 〈+ onbepaalde wijs〉 • iemand dwingen te, noodzaken te→ doseforcer la nature • te veel van zichzelf vergenforcer les plantes • planten trekkenv1) forceren3) klemmen4) overtroeven [spel]5) beschadigen6) openbreken7) dwingen, verplichten8) overdrijven -
15 percer
percer [persee]1 doorbreken ⇒ doorkomen, aanbreken3 doorschemeren ⇒ zichtbaar worden, bekend worden4 bekendheid krijgen ⇒ beroemd worden, beginnen naam te makenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 een gat maken in ⇒ boren door, doorsteken, doorprikken3 doorbreken ⇒ breken door, dringen door, zich een weg banen door4 doorgronden ⇒ ontdekken, achter (iets) komen♦voorbeelden:cela me perce le coeur • dat is een steek in mijn hartbruit qui perce les oreilles • oorverdovend lawaaipercer une rue • een straat doortrekkenpercer un tunnel • een tunnel gravenv1) doorbreken5) boren (door), doorsteken, doorprikken6) openbreken8) achter [iets] komen -
16 aufbrechen
-
17 aufreißen
aufreißen1 (open)scheuren ⇒ (open)breken, (open)springen♦voorbeelden:1 die Wolken reißen auf • de lucht breekt, scheurt openII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 openscheuren ⇒ openbreken, openhalen♦voorbeelden:5 ein Mädchen aufreißen • een meisje aan de haak slaan, opscharrelen -
18 взламывать
vgener. forceren, openbreken, (дверь) inlopen, opbreken (пол, мостовую), openslaan, verbreken -
19 прорываться
vgener. opdringen, openbreken, doorbreken -
20 crack a safe
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский
openbreken
Страницы