-
1 ontbieden
-
2 ontbieden
♦voorbeelden: -
3 ontbieden
приглашать, вызывать, вызвать; вытребовать; требовать потребовать; вызвать, послать за, слатьза; пригласить* * **приглашать, вызывать* * *гл.общ. вызывать, приглашать, вытребовать (кого-л.) -
4 ontbieden
v. want, summon, call in -
5 ontbieden
ww -
6 een arts ontbieden
een arts ontbieden -
7 iemand bij zich ontbieden
iemand bij zich ontbiedenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand bij zich ontbieden
-
8 zitieren
-
9 вызывать
v1) gener. induceren, (доверие) inboezemen, bescheiden, bestellen, citeren (в суд), ontketenen (негодование и т.п.), oproepen, terugroepen (в памяти), uitlokken (на спор и т.п.), veroorzaken, vorderen, afroepen, bewerken, geven, kweken, laten voorkomen, ontbieden, opwekken, provoceren, teweegbrengen (действие, впечатление и т.п.), triggeren (быть причиной ч-л), uitdagen (tot- íà), uittarten (на что-л.), verwekken -
10 вытребовать
vgener. opeisen, afeisen, ontbieden (кого-л.) -
11 приглашать
vgener. noden, vragen, beroepen (на должность), bescheiden, engageren, inviteren, nodigen, ontbieden, roepen (от, tot-ê; in-â), (op, tot-íà) uitgenodigd, uitnodigen (op, tot-íà), verzoeken -
12 get in
arriveren--------binnen komenget in1 binnenkomen ⇒ toegelaten worden 〈 met betrekking tot school, universiteit〉; verkozen worden 〈 politicus〉♦voorbeelden:get in on something • aan iets meedoen〈 informeel〉 get in with • vriendschap sluiten met, aanpappen metII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 get the doctor in • de dokter ontbieden/er bij halenI couldn't get a word in (edgeways) • ik kon er geen speld tussen krijgenIII 〈werkwoord + voorzetsel〉♦voorbeelden: -
13 get the doctor in
de dokter ontbieden/er bij halen -
14 summon
v. op het matje geroepen worden; samenbrengen; oproepen, voor het gerecht dagen; verplicht verschijnen; eisen[ summən]1 bijeenroepen ⇒ oproepen, ontbieden, sommeren→ summon up summon up/ -
15 summons
n. oproep, aanmaning; dagvaardiging--------v. sommeren, dagvaarden; ontbieden, oproepen, opeisen; bijeenroepensummons1[ summənz] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 oproep♦voorbeelden:serve a summons on someone • iemand dagvaarden————————summons2〈 werkwoord〉1 sommeren -
16 mander
-
17 вызывать
v1) gener. induceren, (доверие) inboezemen, bescheiden, bestellen, citeren (в суд), ontketenen (негодование и т.п.), oproepen, terugroepen (в памяти), uitlokken (на спор и т.п.), veroorzaken, vorderen, afroepen, bewerken, geven, kweken, laten voorkomen, ontbieden, opwekken, provoceren, teweegbrengen (действие, впечатление и т.п.), triggeren (быть причиной ч-л), uitdagen (tot- íà), uittarten (на что-л.), verwekken -
18 вытребовать
vgener. opeisen, afeisen, ontbieden (кого-л.) -
19 приглашать
vgener. noden, vragen, beroepen (на должность), bescheiden, engageren, inviteren, nodigen, ontbieden, roepen (îò, tot-ê; in-â), (op, tot-íà) uitgenodigd, uitnodigen (op, tot-íà), verzoeken -
20 oproepen
2 [aansporen] appeler (à)3 [om contact verzoeken] appeler (au téléphone)5 [uitlokken, opwerpen] soulever6 [Algemeen Zuid-Nederlands][wekken] réveiller♦voorbeelden:1 iemand oproepen voor een examen • convoquer qn. à un examen
Страницы
- 1
- 2