-
1 binnenbrengen
♦voorbeelden:het koren binnenbrengen • rentrer le bléeen schip binnenbrengen • piloter un bateau vers le port -
2 binnenbrengen
-
3 binnenbrengen
внести; завести в; ввести в; ввезти в; убрать; вносить; вводить судно в порт* * **см. тж. binnenhalen вноситьbínnengaan * (z) — входить
* * *гл.1) общ. вносить2) мор. вводить судно в порт -
4 binnenbrengen
v. bring in; move in, usher; pilot -
5 binnenbrengen
1) lots2) lotsa -
6 een schip binnenbrengen
een schip binnenbrengen -
7 het koren binnenbrengen
het koren binnenbrengen -
8 het hooi binnenbrengen
het hooi binnenbrengenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het hooi binnenbrengen
-
9 внести
binnenbrengen ; storten, betalen ; indienen, aanbrengen ; teweegbrengen, veroorzaken -
10 вносить
binnenbrengen ; storten, betalen ; indienen, aanbrengen ; teweegbrengen, veroorzaken -
11 introduire
introduire [ẽtrodŵier]3 invoeren ⇒ doorvoeren, ingang doen vinden♦voorbeelden:introduire un montant dans ses comptes • een bedrag op zijn rekening boeken1 binnendringen ⇒ binnensluipen, zich toegang verschaffen3 ingevoerd worden ⇒ aanvaard worden, ingang vinden1. v1) binnenbrengen, binnenleiden2) invoeren3) erin stoppen, erin steken4) introduceren [bij iemand]2. s'introduirev1) binnendringen, binnensluipen -
12 binnensmokkelen
1 [door smokkelen binnenbrengen] introduire en fraude2 [in het geheim binnenbrengen] introduire subrepticement -
13 binnenhalen
втянуть; втащить; убрать; выбрать; спустить; загрести; вводить; вносить* * *см. тж. binnenbrengenoogst bínnenhalen hálen — убирать урожай
* * *гл.общ. вводить, вносить -
14 ввести
doen binnengaan, binnenbrengen, invoeren, inleiden, introduceren ; inbrengen ; instellen -
15 вводить
doen binnengaan, binnenbrengen, invoeren, inleiden, introduceren ; inbrengen ; instellen -
16 вводить судно в порт
vnavy. binnenbrengenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > вводить судно в порт
-
17 вносить
vgener. binnenbrengen, inbrengen (предложение), storten, aantekenen, binnenhalen, indienen -
18 get in
arriveren--------binnen komenget in1 binnenkomen ⇒ toegelaten worden 〈 met betrekking tot school, universiteit〉; verkozen worden 〈 politicus〉♦voorbeelden:get in on something • aan iets meedoen〈 informeel〉 get in with • vriendschap sluiten met, aanpappen metII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 get the doctor in • de dokter ontbieden/er bij halenI couldn't get a word in (edgeways) • ik kon er geen speld tussen krijgenIII 〈werkwoord + voorzetsel〉♦voorbeelden: -
19 introducer
n. voor het eerst binnenbrengen; opent; begint met-; maakt kennis; vertoont -
20 introduction
introduction [ẽtrodduuksjõ]〈v.〉2 inbrenging ⇒ (het) erin steken, toevoer3 invoering ⇒ aanvaarding, verspreidingf2) inbrenging, toevoer3) invoering, aanvaarding4) introductie
- 1
- 2