-
1 onbuigzaam
-
2 onbuigzaam
→ link=onbuigbaar onbuigbaar -
3 onbuigzaam
несгибаемый, непреклонный; неумолимый* * *непреклонный, несгибаемый* * *прил.общ. не гибкий, непреклонный -
4 onbuigzaam
steif -
5 onbuigzaam
adj. inflexible, inflexional, unbending, inelastic, unyielding, immitigable, uncompromising, hard set, cast iron -
6 onbuigzaam
-
7 onbuigzaam
• inflexible• unbendable -
8 onbuigzaam
impitoyable -
9 een onbuigzaam kind
een onbuigzaam kindVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een onbuigzaam kind
-
10 een onbuigzaam kind
упрямый ребёнок; своенравный ребёнок* * *гл.общ. своенравный ребёнок, упрямый ребёнок -
11 inflexible
onbuigzaam -
12 toughening approach
onbuigzaam wordende benadering -
13 intransigent
adj. onbuigzaam, onverzettelijk--------n. onbuigzaam persoon[ intrænsidzjənt, -zi-] 〈zelfstandig naamwoord: intransigence〉1 onbuigzaam ⇒ onverzoenlijk, onverzettelijk -
14 inflexible
adj. onbuigzaam[ infleksəbl] 〈inflexibly; zelfstandig naamwoord: inflexibility〉 -
15 tough
adj. sterk, hard--------n. taaiheid; wild, ongevoeligheidtough1————————tough2〈bijvoeglijk naamwoord; toughness〉4 ruw♦voorbeelden:get tough with • hard optreden tegenit's tough on him • het is een erge tegenvaller voor hemtough (luck)! • pech!, jammer!————————tough3〈 bijwoord〉1 hard ⇒ onbuigzaam, onverzettelijk♦voorbeelden: -
16 unbending
-
17 unyielding
adj. niet meegevend, onbuigzaam, onverzettelijk[ unjie:lding]1 onbuigzaam ⇒ onverzettelijk, koppig -
18 rigide
rigide [riezĵied]2 streng ⇒ star, strikt♦voorbeelden:adj1) stijf, onbuigzaam2) streng, niet soepel -
19 onbuigbaar
1. = onbuigzaam; bnrigide, inflexible2. = onbuigzaam; bwavec rigidité, inflexiblement -
20 muurvast
♦voorbeelden:
Страницы