-
1 lomperd
-
2 lomperd
lomperd, lomperik1 [onhandig persoon] cackhanded person ⇒ hamhanded/hamfisted person3 [plomp mens] ungainly/ponderous person -
3 lomperd
невежа, грубиян, хам; чурбан; остолоп; мужлан; дубина* * *m -sневежа м, грубиян м, мужлан м* * *сущ.общ. грубиян, невежа, остолоп, хам -
4 lomperd
n. clod, lout, looby, lump, patsy, twerp, tyke, hawbuck, clown, noodle, nincompoop -
5 lomperd
= lomperik; mbalourd/-e -
6 lomperd
balourd -
7 wat een onbehouwen lomperd!
wat een onbehouwen lomperd!quel mufle! -
8 wat een onbehouwen lomperd!
wat een onbehouwen lomperd!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wat een onbehouwen lomperd!
-
9 невежа
lomperd -
10 lomperik
= lomperd -
11 lubber
-
12 balourd
balourd [baaloer],balourde [baaloerd]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 lomperik ⇒ botterik, lomperd♦voorbeelden:1. m (f - balourde)lomperik, lomperd2. = balourde; balourdadjlomp, bot -
13 lourdaud
-
14 lomperik
-
15 lomperik
-
16 грубиян
bruut, bullebak, botterik, lomperik, lomperd -
17 деревенщина
hufter, lomperd, boer, boerenkmkel -
18 грубиян
n1) gener. bruut, bullebak, een beest van een kerel, een grove kerel, een rauwe kerel, kinkel, lomperd, lomperik, lummel2) scorn. vlegel -
19 невежа
-
20 остолоп
Страницы
См. также в других словарях:
Sânmihaiu de Câmpie — Commune … Wikipedia