-
1 lesgeven
-
2 lesgeven
-
3 lesgeven
I.Unterricht gebenII.unterrichten -
4 lesgeven
-
5 bevoegdheid tot lesgeven
bevoegdheid tot lesgeven -
6 het lesgeven
het lesgeven -
7 hij kan goed lesgeven
hij kan goed lesgevenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij kan goed lesgeven
-
8 give instruction in
lesgeven, onderwijzen (beroep) -
9 chalkface
n. (Informeel) lesgeven in een klaslokaal (om af te wijken van andere verplichtingen of plichten van een onderwijzer)chalkface〈Brits-Engels; informeel〉♦voorbeelden: -
10 teach
v. onderwijzen; leren1 onderwijzen ⇒ leren, lesgeven♦voorbeelden:〈 Amerikaans-Engels〉 teach school • onderwijzer(es)/docent(e) zijnbe taught (how) to swim • zwemmen lerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:2 experience taught him that … • bij ondervinding wist hij dat … -
11 teaching
-
12 bevoegdheid
♦voorbeelden:dat valt buiten zijn bevoegdheid • cela n'est pas de son ressortbevoegdheid om een motorrijtuig te besturen • droit de conduire un véhicule à moteurvallen onder de bevoegdheid van • être de la compétence debevoegdheid tot lesgeven • certificat d'aptitude à l'enseignement -
13 systeemkaart
-
14 Stunde
Stunde〈v.; Stunde, Stunden〉♦voorbeelden:in einer Dreiviertelstunde, in drei viertel Stunden • (a) in drie kwartier (tijd); (b) over drie kwartierzu früher Stunde • vroeg (in, op de morgen)eine knappe Stunde • een uurtje, een klein uur〈 formeel〉 zu später, vorgerückter Stunde • laat (op de dag, avond)alle zwei Stunden • om de twee uurer kam auf, für eine Stunde vorbei • hij kwam een uurtje langsum diese Stunde • rond dit uurStunde um Stunde • uur na uurunter einer Stunde • in minder dan een uurvor einer Stunde • een uur geledenzu dieser Stunde • op dit uurenglische Stunden nehmen • Engelse les volgen3 zu gelegener Stunde • te gelegener ure, tijdseine große Stunde war gekommen • het grote ogenblik was voor hem aangebrokenin letzter, zwölfter Stunde • te elfder urejemandes letzte Stunde hat geschlagen, ist gekommen • iemands laatste uur heeft geslagenzur selben Stunde • terzelfder ure, op hetzelfde momentbis zur Stunde • tot nu toe, tot op het momentzu jeder Stunde • te allen tijde, altijdzur Stunde • op dit, het ogenblik
См. также в других словарях:
Grammaire Néerlandaise — le contexte de l article peut être trouvé dans les articles suivants : Grammaire et Néerlandais. Sommaire 1 Morphologie 1.1 Le déterminant 1.2 L article 1.2.1 … Wikipédia en Français
Grammaire neerlandaise — Grammaire néerlandaise le contexte de l article peut être trouvé dans les articles suivants : Grammaire et Néerlandais. Sommaire 1 Morphologie 1.1 Le déterminant 1.2 L article 1.2.1 … Wikipédia en Français
Grammaire néerlandaise — le contexte de l article peut être trouvé dans les articles suivants : Grammaire et Néerlandais. Sommaire 1 Morphologie 1.1 Le déterminant 1.2 L article 1.2.1 Het ou … Wikipédia en Français