-
1 ancien
ancien1 [ãsjẽ],ancienne [ãsjen]〈m., v.〉1 (de) oudere, (de) oudste4 oud-leerling ⇒ ouderejaars, oudgediende♦voorbeelden:————————ancien2 [ãsjẽ],ancienne [ãsjen]1 oud2 oud- ⇒ ex-, voormalig, vroeger♦voorbeelden:les langues anciennes • de klassieke talenles temps anciens • de vervlogen tijdendans l'ancien temps • vroegerà l'ancienne • op de manier van vroeger1. m (f - ancienne)1) (de) oudere, (de) oudste2) oud-leerling, oudgediende3) ouderejaars4) ouderling [religie]2. = ancienne; anciensm pl3. = ancienne; adj1) oud [niet recent]2) oud-, ex-, voormalig3) klassiek, uit de Oudheid -
2 apprenti
〈m., v.〉♦voorbeelden:apprenti sorcier • tovenaarsleerlingm (f - apprentie)1) leerling/-e, leerjongen/-meisje2) nieuweling/-e, beginneling/-e -
3 bleu
bleu1 [bleu]〈m.〉2 rekruut ⇒ groentje, nieuwe leerling5 blauwsel♦voorbeelden:bleu d'Auvergne • blauwe schimmelkaas uit Auvergnebleu ciel • hemelsblauwbleu de Prusse • pruisisch-blauwgros bleu • diep blauwn'y voir que du bleu • niets in de gaten hebben————————bleu2 [bleu]1 blauw♦voorbeelden:1. m1) (het) blauw2) groentje, nieuwe leerling3) blauwe plek, kneuzing4) blauwdruk5) overall [werk]6) blauwsel2. adj -
4 cancre
-
5 coller
coller [kollee]♦voorbeelden:3 coller à la pensée de qn. • iemands gedachte precies uitdrukken; 〈 ook〉 zich inspannen om iemands gedachte goed te kunnen volgencoller à un texte • 〈 van vertaling〉 te woordelijk zijn; 〈 van vertaler〉 te dicht bij het origineel blijven4 ça colle! • dat gaat goed!, dat klopt!, afgesproken!ça ne colle pas entre eux • het klikt niet tussen henII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aanplakken ⇒ (vast)plakken, lijmen, dichtplakken4 〈 informeel〉gooien (in, tegen) ⇒ met kracht smijten (in, tegen)6 〈 vooral onderwijs〉 een strikvraag stellen ⇒ (met een vraag) in het nauw brengen ⇒ 〈 kandidaat〉 laten zakken♦voorbeelden:coller qn. en prison • iemand in de gevangenis zettencoller qc. par terre • iets op de grond smijten7 être collé • (moeten) nablijven, nazitten♦voorbeelden:se coller du rouge à lèvres • lippenstift opdoens'y coller • 〈 bij verstoppertje spelen〉met de ogen geblinddoekt wachten, terwijl de anderen zich gaan verstoppencolle-toi là • ga daar maar zittense coller devant la télévision • zich voor de televisie installeren1. v1) kleven (aan), vastplakken (aan)2) nauw sluiten [kleding]4) gesmeerd lopen, klikken5) aanplakken, dichtplakken6) lijmen8) smijten9) toedienen10) verkopen [klap]11) aansmeren, opdringen13) laten zakken14) laten nablijven [leerling]15) lastig vallen, hinderen [door zijn onophoudelijke aanwezigheid]2. se collerv2) zich toeleggen (op) [ondanks tegenzin] -
6 disciple
-
7 écolier
écolier [eekoljee],écolière [eekoljer]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:1 papier écolier • schoolschriftpapier, ruitjespapierm (f - écolière)1) leerling/-e, schoolkind2) beginneling/-e -
8 étudiant
étudiant [eetuudjã],étudiante [eetuudjãt]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:étudiant salarié • werkstudentétudiant en lettres • letterenstudentm (f - étudiante)1) student/-e2) leerling/-e -
9 externe
externe [ekstern]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m. & v.〉♦voorbeelden:un externe des hôpitaux • niet-inwonend assistent in een ziekenhuisun externe surveillé • leerling die het huiswerk op school maaktun(e) externe • externe, niet-inwonende leerlingadjuitwendig, buiten- -
10 interne
interne [ẽtern]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m. & v.〉1 inwendig ⇒ binnen-, intern♦voorbeelden:¶ un(e) interne • inwonende leerling(e), intern(e), inwonend coassistent(e)1. m/f2) inwonende leerling/co-assistent2. adjinwendig, intern -
11 appliquer
appliquer [aapliekee]1 aanbrengen ⇒ opleggen, neerzetten2 toepassen ⇒ in praktijk brengen, gebruiken♦voorbeelden:appliquer une échelle contre un mur • een ladder tegen een muur zettenappliquer un traitement à • een behandelwijze toepassen bijappliquer une peine à qn. • iemand een straf opleggen♦voorbeelden:1 s'appliquer à faire qc. • zich (geheel) richten (op), zich wijden (aan)1. v1) aanbrengen, neerzetten2) toepassen, in praktijk brengen2. s'appliquer (à)v -
12 avérer
avérer (s') [aaveeree]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:votre pressentiment s'est avéré justifié • uw voorgevoel is gerechtvaardigd geblekenv( s'avérer) blijken te zijn -
13 bûcheur
bûcheur [buusĵur],bûcheuse [buusĵeuz]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:m (f - bûcheuse)harde werker/-kster, blokker/-kster -
14 cagneux
cagneux [kaanjeu],cagneuse [kaanjeuz]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 〈leerling uit een ‘cagne’〉♦voorbeelden:= cagneuse; adj -
15 chauffer
chauffer [sĵoofee]♦voorbeelden:salle qui chauffe terrible • zaal die op zijn kop staatfaire chauffer • warm maken, opwarmen→ colleII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verwarmen ⇒ verhitten, stoken♦voorbeelden:→ oreille→ boisv1) warm worden/lopen2) verwarmen, verhitten3) stoken5) klaarstomen [leerling]6) jatten -
16 dépasser
dépasser [deepaasee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 passeren ⇒ voorbijgaan, inhalen2 groter zijn dan ⇒ uitsteken ten opzichte van, langer duren dan4 overschrijden ⇒ te boven gaan, te buiten gaan♦voorbeelden:→ borneêtre dépassé par les événements • de situatie niet meer aankunnencela me dépasse • daar kan ik niet bij, dat gaat me boven de petv1) uitsteken2) inhalen4) overtreffen5) overschrijden, te boven gaan -
17 élève
élevé [eelvee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 hoog2 verheven ⇒ edel, hoog♦voorbeelden:pouls élevé • te snelle polsterrain élevé • hoogtemal élevé • ongemanierdse conduire comme un mal élevé • zich onbeschoft gedragenm/f1) leerling/-e3) jonge plant, stek -
18 exclusion
exclusion [ekskluuzjõ]〈v.〉1 uitsluiting ⇒ (het) verwijderen, (het) uit-, buitensluiten♦voorbeelden:cet élève risque l'exclusion • die leerling loopt het risico van school verwijderd te wordenà l'exclusion de • met uitsluiting vanf -
19 fils
fils [fies]〈m.〉1 zoon3 volgeling ⇒ geestelijk erfgenaam, leerling♦voorbeelden:fils de famille • rijkeluiskindles fils de France • de prinsen uit het Franse koningshuisfils de ses oeuvres • autodidactfils à papa • rijkeluiszoontjefils aîné de l'Eglise • de Franse koning→ pèrem1) zoon2) product -
20 grand
grand1 [grã]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 groot ⇒ lang, ruim4 belangrijk ⇒ voornaam, groot6 edel♦voorbeelden:une grande heure • ruim een uurhomme grand • lange manil n'y a pas grand monde • er zijn weinig mensense faire grand • groot wordenà grands frais • tegen hoge kostenen grande pompe • met grote staatsiele grand • het groteun grand • volwassene; oudere leerlinggrands amis • dikke vriendengrand blessé • zwaar gewondegrand buveur • stevige drinkergrand froid • strenge kougrand jour • klaarlichte daggrand teint • kleurechtà grands coups • hevigau grand air • in de open luchtproduire au grand jour • aan het licht brengen, publicerenau grand jamais • nooit of te nimmerla Grande Guerre • de Eerste Wereldoorloggrand homme • beroemd, groot manle grand monde • de hogere standenaller grand train • snel gaanun grand • hooggeplaatst persoongrand prix • eerste prijs6 grandes actions • goede, edele dadende grand coeur • edelmoedig————————grand2 [grã]〈 bijwoord〉1 groot♦voorbeelden:voir grand • grootse plannen hebbenen grand • op grote schaal, grootscheeps1. adj1) groot2) lang, ruim3) hoog4) volwassen5) heftig, intensief6) belangrijk, voornaam7) groot-, opper-8) edel2. adv
См. также в других словарях:
Meindert Leerling — (born January 11, 1936 in Heerjansdam) is a Dutch former politician, television director and (sports) journalist. As a member of the Reformatory Political Federation (Reformatorische Politieke Federatie) he was a member of the Dutch House of… … Wikipedia
Dutch general election, 1981 — 1977 ← May 26, 1981 → 1982 … Wikipedia
Dutch general election, 1982 — 1981 ← September 8, 1982 → 1986 … Wikipedia
Dutch general election, 1986 — 1982 ← May 21, 1986 → 1989 … Wikipedia
Dutch general election, 1989 — 1986 ← September 6, 1989 → 1994 … Wikipedia
Guru — For other uses, see Guru (disambiguation). A guru (Sanskrit: गुरु) is one who is regarded as having great knowledge, wisdom, and authority in a certain area, and who uses it to guide others (teacher). Other forms of manifestation of this… … Wikipedia
Point (unité) — Pour les articles homonymes, voir point. Le point est une ancienne unité de longueur (cf. pied du Roi) qui vaut généralement 1⁄1 728 pied, soit environ 0,188 mm. Le pied est donc divisé en 12 pouces, eux mêmes divisés en… … Wikipédia en Français
Heerjansdam — (pronunciation|Nl Heerjansdam.ogg) is a village in the western Netherlands, in the province of South Holland. It has a population of 3,590. It is a former municipality that merged with Zwijndrecht in 2003. [Ad van der Meer and Onno Boonstra,… … Wikipedia
Order of the Netherlands Lion — Order of the Dutch Lion Orde van de Nederlandse Leeuw The Cross of a Knight (3rd grade) of the Order of the Dutch Lion Awarded b … Wikipedia
Centre for Equal Opportunities and Opposition to Racism — The Centre for Equal Opportunities and Opposition to Racism (CEOOR), also referred to as Centre for Equal Opportunities and Fight against Racism (CEOFR) or translated as Centre for Equal Opportunities and Struggle against Racism[1] (Dutch:… … Wikipedia
Names for the Dutch language — Because of the turbulent history of both the Netherlands and Belgium (mostly because of the frequent change of economic and military power within the Low Countries), the names that other peoples have chosen to use to refer to the Dutch language… … Wikipedia