-
1 kletskoek
-
2 kletskoek
→ link=kletspraat kletspraat 0.1 -
3 kletskoek
галиматья; ахинея; трёп* * *сущ.общ. болтовня, вздор, чепуха -
4 kletskoek
interj. my eye--------n. nonsense -
5 wat een kletskoek!
wat een kletskoek!stuff and nonsense!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wat een kletskoek!
-
6 stuff and nonsense
kletskoek, kklare onzin; gekke ideeën -
7 stuff and nonsense !
kletskoek! kklare nonsens, je reinste onzin! -
8 piffle
-
9 ахинея
grote nonsens, kletskoek, onzin, wartaal -
10 галиматья
geraaskal, wartaal, gedaas, kletskoek, flauwekul, onzin, nonsens -
11 болтовня
n1) gener. gezwam, beuzelarij, frats, gebabbel, gesnap, klets, praat, rel, zever, babbelarij, beuzelpraat, borrelpraat, gekwebbel, geleuter, gepraat, kletserij, kletskoek, (пустая) kletspraat, praatje, praatjes voor de vaak, praterij, soep2) liter. gekakel, geklap, geklets -
12 вздор
n1) gener. gezwam, apekool, borrelpraat, flauwe kul, gebazel, gekkentaal, geleuter, geraaskal, kletserij, kletskoek, larie, mallepraat, nonsens, onding, onzin, prullerij, wartaal, zottenklap, zottenpraat2) colloq. gedaas -
13 чепуха
ngener. janklaassen, klungel, knungel, apekool, flauwe kul, gebrabbel, geleuter, kletskoek, kletspraat, koek, larie, onzin, prul, prullerij -
14 baloney
-
15 bilge
-
16 blah
-
17 bosh
-
18 drivel
n. onzin--------v. zwammen, kletsendrivel1[ drivl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————drivel2〈werkwoord; drivelled〉1 zwammen ⇒ (onzin) kletsen, zeveren♦voorbeelden:1 drivel on • doorleuteren/wauwelen -
19 fiddlesticks
-
20 hooey
Страницы
- 1
- 2