-
1 de wet op de kansspelen
de wet op de kansspelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de wet op de kansspelen
-
2 games of hazard
kansspelen, gokspelen -
3 hazard
n. gevaar; risiko; geluksspel--------v. wagen, riskeren, in de waagschaal stellenhazard1[ hæzəd] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 kans ⇒ mogelijkheid, toeval♦voorbeelden:2 games of hazard • kansspelen, gokspelen————————hazard2〈 werkwoord〉1 in de waagschaal stellen ⇒ wagen, riskeren♦voorbeelden: -
4 levy a tax on gambling
levy a tax on gambling -
5 levy
n. belasting; heffing (van belasting); inning (van belasting); hoeveelheid--------v. belasting heffen; belasting opeisen; lichten (leger, geld); op de been brengen (een leger), (oorlog) beginnenlevy1[ levvie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: levies〉♦voorbeelden:————————levy2〈werkwoord; levied〉2 (in/op)vorderen ⇒ innen♦voorbeelden:levy toll • tol heffenlevy a tax on gambling • een belasting heffen op de kansspelen -
6 *hasard
*hasard ['aazaar]〈m.〉1 toeval ⇒ kans, lot, (on)geluk♦voorbeelden:jeux de hasard • kansspelenfaire la part du hasard • met toevallige omstandigheden rekening houdenpur hasard • louter toevalne rien laisser au hasard • niets aan het toeval overlatenà tout hasard • voor alle zekerheidau hasard • op goed geluk, in 't wilde wegau hasard des circonstances • naar gelang de omstandighedenau hasard de la conversation • terloopsau hasard d'une rencontre • bij een toevallige ontmoetingpar hasard • bij toeval, per ongelukauriez-vous par hasard une cigarette pour moi? • hebt u soms een sigaret voor me?→ coup -
7 jeux de hasard
jeux de hasard -
8 kansspel
♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский