-
1 inlaat
-
2 inlaat
-
3 inlaat
вход, впуск* * *сущ.общ. впуск, вход, отверстие, проход -
4 inlaat
mentrée f, admission f -
5 inlaat
• inlead• inlet• intake -
6 inlead
inlaat -
7 inlet
inlaatinvoer -
8 intake
inlaatinvoertoevoerleiding -
9 inlet
n. inham, kreek; inlaat (voor vloeistoffen)[ inlet] -
10 intake
n. inlaat/toevoer; opneming opname; mond (v. buis/leiding enz.)[ inteek]1 inlaat/toevoer(opening) ⇒ ingelaten/toegevoerde/opgenomen hoeveelheid, voeding2 opneming ⇒ opname, toegelaten aantal♦voorbeelden: -
11 admission
-
12 впуск
-
13 вход
ngener. entree, ingang, inkomst, invaart (в гавань, канал и т.п.), opgang, binnenkomst, inlaat, inloop, poort, toegang -
14 отверстие
ngener. gaping, gat, mond, opening, inlaat, sleuf -
15 проход
-
16 access
n. access, wijdverspreide programmering van gegevensverzameling van bedrijf Microsoft (computers); toegang - wijze waarop gegevensverzamelingen door computer worden opgezocht en benaderdaccess1[ ækses] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 toegang(sweg) ⇒ passage, inlaat♦voorbeelden:————————access2〈 werkwoord〉1 toegang hebben tot ⇒ bereiken, verkrijgen -
17 letch
n. (spreektaal) man met willekeurige sexuele relaties, iemand die zich inlaat met veel voorkomende en/of kritiekloze sexuele ontmoetingen; begeerte, hevig verlangen (in zijzonder sexueel verlangen) -
18 впуск
-
19 вход
ngener. entree, ingang, inkomst, invaart (в гавань, канал и т.п.), opgang, binnenkomst, inlaat, inloop, poort, toegang -
20 отверстие
ngener. gaping, gat, mond, opening, inlaat, sleuf
Страницы
- 1
- 2