-
1 inlead
inlaat -
2 inlet
inlaatinvoer -
3 intake
inlaatinvoertoevoerleiding -
4 inlet
n. inham, kreek; inlaat (voor vloeistoffen)[ inlet] -
5 intake
n. inlaat/toevoer; opneming opname; mond (v. buis/leiding enz.)[ inteek]1 inlaat/toevoer(opening) ⇒ ingelaten/toegevoerde/opgenomen hoeveelheid, voeding2 opneming ⇒ opname, toegelaten aantal♦voorbeelden: -
6 admission
-
7 впуск
-
8 вход
ngener. entree, ingang, inkomst, invaart (в гавань, канал и т.п.), opgang, binnenkomst, inlaat, inloop, poort, toegang -
9 отверстие
ngener. gaping, gat, mond, opening, inlaat, sleuf -
10 проход
-
11 access
n. access, wijdverspreide programmering van gegevensverzameling van bedrijf Microsoft (computers); toegang - wijze waarop gegevensverzamelingen door computer worden opgezocht en benaderdaccess1[ ækses] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 toegang(sweg) ⇒ passage, inlaat♦voorbeelden:————————access2〈 werkwoord〉1 toegang hebben tot ⇒ bereiken, verkrijgen -
12 letch
n. (spreektaal) man met willekeurige sexuele relaties, iemand die zich inlaat met veel voorkomende en/of kritiekloze sexuele ontmoetingen; begeerte, hevig verlangen (in zijzonder sexueel verlangen)
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский