-
1 huurcontract
-
2 huurcontract
-
3 huurcontract
договор по найму; договор на аренду, квартирный договор, жилищный договор* * *сущ.общ. договор о найме -
4 huurcontract
hetMietvertrag m -
5 huurcontract
n. lease, contract which gives another the right to use or inhabit a property for a period of time in exchange for rent -
6 huurcontract
kira anlaşması [-nı] s -
7 dit jaar loopt het huurcontract af
dit jaar loopt het huurcontract afDeens-Russisch woordenboek > dit jaar loopt het huurcontract af
-
8 dit jaar loopt het huurcontract af
dit jaar loopt het huurcontract afVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit jaar loopt het huurcontract af
-
9 een huurcontract aangaan
een huurcontract aangaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een huurcontract aangaan
-
10 een huurcontract opzeggen
een huurcontract opzeggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een huurcontract opzeggen
-
11 najamni ugovor
huurcontract -
12 lease
n. pacht, pachtcontract; (ver)huur, (ver)huurcontract--------v. pachten; verpachten; huren; verhurenlease1[ lie:s] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 pacht ⇒ pachtcontract/overeenkomst2 (ver)huur ⇒ (ver)huurcontract/overeenkomst5 pachtbezit/grond/perceel♦voorbeelden:¶ take something on lease, take a lease on something • iets huren, iets pachtenput something out to lease • iets verhuren, iets verpachtenby/on lease • in huur, in pacht→ new new/————————lease2〈 werkwoord〉1 pachten♦voorbeelden: -
13 huurovereenkomst
→ link=huurcontract huurcontract -
14 huurakte
→ link=huurcontract huurcontract -
15 huurovereenkomst
→ link=huurcontract huurcontractVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > huurovereenkomst
-
16 договор о найме
ngener. cedel, ceel, huurcontract -
17 fall in
instortenfall in♦voorbeelden: -
18 leaseless
adj. zonder huurcontract -
19 perpetual lease
eeuwigdurend huurcontract -
20 congé
congé [kõzĵee]〈m.〉2 ontslag♦voorbeelden:congé de maladie • ziekteverlofcongé de maternité • zwangerschapsverlofcongé parental • ouderschapsverlofcongés payés • doorbetaalde vakantieprendre un congé • verlof nemen, vrije dagen opnemenen congé • met verlofprendre son congé • ontslag nemenprendre congé de qn. • afscheid van iemand nemenm1) verlof, (korte) vakantie2) ontslag4) vervoerbiljet, zeebrief
- 1
- 2