-
1 erratic behavior
grillig gedrag; ongeregeld gedrag -
2 fickle
-
3 flighty
-
4 skittish
-
5 temperamental
adj. temperamentvol, natuurlijk, aangeboren, grillig, onberekenbaar[ temprəmentl]1 natuurlijk ⇒ aan/ingeboren2 grillig ⇒ onberekenbaar, vol nukken/kuren -
6 whimsical
-
7 arbitrary
adj. willekeurig[ a:bitrie] 〈 arbitrariness〉 -
8 capricious
adj. veranderlijk; capricieus; verandert zich van mening[ kəprisjəs] 〈 capriciousness〉1 wispelturig ⇒ grillig, nukkig -
9 erratic
adj. wankel, provisorisch--------n. (in geologie) kei, zwerfblok, rots van oorspronkelijke rots afgespleten en naar andere plaats vervoerd is (bv. door ijsschots, ijsberg)[ irætik] 〈 erratically〉1 onregelmatig ⇒ ongeregeld, grillig3 labiel ⇒ veranderlijk, wispelturig4 zwervend -
10 fancy
adj. speciaal, bijzonder, luxueus; opgedirkt, opgeprikt; fantastisch, (een) fantasie; overdreven; opgedreven (prijs); prijzenswaardig, voortreffelijk--------n. fantasie; illusie; uit de duim gezogen; bedenksel; gril, idee-fix; bijzondere smaak; aantrekking; neiging; voortreffelijks--------v. je indenken; erover dromen; denken; fantaseren; houden van; neigen tot; prijzenswaardig makenfancy1[ fænsie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: fancies〉1 fantasie ⇒ verbeelding(skracht), inbeelding2 voorkeur ⇒ voorliefde, zin3 veronderstelling ⇒ idee, fantasie♦voorbeelden:catch/take the fancy of • in de smaak vallen bijtake a fancy for/to • een voorliefde opvatten voor————————fancy2〈bijvoeglijk naamwoord; fancily〉1 versierd ⇒ decoratief, elegant♦voorbeelden:fancy dress • kostuumfancy goods • fantasiegoed, snuisterijen————————fancy3〈werkwoord; fancied〉3 een voorliefde hebben voor ⇒ leuk vinden, zin hebben in♦voorbeelden:2 fancy that! • stel je voor!, niet te geloven!fancy some peanuts? • wil je wat pinda's?fancy oneself • een hoge dunk van zichzelf hebben -
11 fantastic
adj. fantastisch; vreemd; onlogisch; reuze; buitengewoon[ fæntæstik] 〈 fantastically〉1 grillig ⇒ excentriek, bizar -
12 fey
adj. gedoemd (Brits-Engels en Schots gebruik); met bovennatuurlijke gaven, met helderziende krachten; mysterieus en vreemd; zichtbaar gek, waanzinnig -
13 fitful
adj. onregelmatig; plaatsvindend in aanvallen[ fitfl] -
14 freakish
-
15 irregular
adj. onregelmatig; buitenissig; asymetrisch; onbepaald; niet volgens de regels--------n. product van slechte kwaliteit; onregelmatige soldaatirregular1[ irregjoelə] 〈zelfstandig naamwoord; vaak meervoud〉1 lid van ongeregelde troepen ⇒ partizaan, guerrillastrijder————————irregular2〈bijvoeglijk naamwoord; zelfstandig naamwoord: irregularity〉1 onregelmatig ⇒ abnormaal, afwijkend2 ongelijk(matig) ⇒ grillig, onregelmatig♦voorbeelden:the proceedings in this case are rather irregular • de gang van zaken in dit geval is nogal ongebruikelijk -
16 maggoty
-
17 quaint
adj. apart, ongewoon; oud (gebouw); vreemd[ kweent] 〈 quaintness〉1 apart ⇒ curieus, ongewoon♦voorbeelden:1 a quaint old building • een bijzonder, oud gebouw -
18 rambling
[ ræmbling]♦voorbeelden: -
19 wild
adj. wild; woest; ongecontroleerd; kwaad; te keer gaan; stormachtig; niet natuurlijk--------adv. wild; ongecontroleerd; doelloos--------n. woestenij, wildernis; (vrije) natuur; (in het) wildwild1[ wajld]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; the; vaak meervoud〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————wild2〈 wildness〉3 onbeheerst ⇒ onstuimig, grillig, losbandig6 dol ⇒ gek, waanzinnig7 woest ⇒ woedend, razend♦voorbeelden:drive wild • gek makengo wild • gek wordenwild idea • fantastisch ideea wild guess • een gok/gissing in het wilde weg, zomaar een gokwild horses wouldn't get/drag it from/out of me! • voor geen geld ter wereld vertel ik hethe has sown his wild oats • hij is zijn wilde haren kwijtwild camping • vrij kamperenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉1 woest ⇒ enthousiast, dol♦voorbeelden:————————wild3〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
20 faddy
adj. modieus, met de tijd; grillig; zeer populair voor korte periode
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Grillig — Grillig, er, ste, adj. et adv. Grillen habend, zu Grillen geneigt, grillenhaft, besonders in der ersten und dritten Bedeutung des Hauptwortes; im gemeinen Leben auch grillisch … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
grillig — grillig:⇨schrullig(1) … Das Wörterbuch der Synonyme
grillig — grịl|lig 〈Adj.; selten〉 gereizt, mürrisch * * * grịl|lig <Adj.>: grillenhaft … Universal-Lexikon
grillig — grịl|lig (so viel wie grillenhaft) … Die deutsche Rechtschreibung
Abe Lenstra — (1955) Abe Lenstra ([ ɑ:bə lɛnstɾa], * 27. November 1920 in Heerenveen; † 2. September 1985 ebenda) war ein niederländischer Fußballspieler. Er spielte seit de … Deutsch Wikipedia
schrullig — absonderlich, abwegig, bizarr, eigenartig, eigentümlich, grillenhaft, kauzig, komisch, merkwürdig, närrisch, seltsam, sonderbar, sonderlich, spleenig, verstiegen, wunderlich; (geh.): befremdlich; (bildungsspr.): kurios, skurril; (ugs.):… … Das Wörterbuch der Synonyme
Pi Scheffer — Johannes Pi Scheffer (* 21. Dezember 1909 in Amsterdam; † 14. Januar 1988 in Naarden) war ein niederländischer Komponist und Dirigent von Blasmusik. Der Vorname des Komponisten Pi Scheffer wurde einem von Kollegen verpassten Kosenamen entnommen.… … Deutsch Wikipedia