-
1 double
double1 [doebl]〈m.〉1 (het) dubbele ⇒ tweevoud, tweemaal zoveel2 kopie ⇒ duplicaat, doorslag♦voorbeelden:en double • in tweevoudmettre en double • dubbelvouwen————————double2 [doebl]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord〉1 dubbel ⇒ tweevoudig, tweeledig♦voorbeelden:voir double • dubbel zien1. m2) kopie3) dubbelspel4) dubbelganger2. adjdubbel, tweevoudig -
2 doublé
double1 [doebl]〈m.〉1 (het) dubbele ⇒ tweevoud, tweemaal zoveel2 kopie ⇒ duplicaat, doorslag♦voorbeelden:en double • in tweevoudmettre en double • dubbelvouwen————————double2 [doebl]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord〉1 dubbel ⇒ tweevoudig, tweeledig♦voorbeelden:voir double • dubbel zienadj1) verdubbeld2) gevoerd -
3 bigamie
-
4 jumelé
jumelé [zĵuumlee]1 tweeling- ⇒ dubbel, gekoppeld♦voorbeelden:fenêtres jumelées • tweelingvenstermaisons jumelées • twee huizen onder één kapadj1) gekoppeld, dubbel2) tweeling- -
5 rappel
rappel [raapel]〈m.〉1 (het) (weer) oproepen ⇒ oproep, (het) terugroepen2 herinnering ⇒ vermaning, herhaling, aanmaning♦voorbeelden:rappel de réservistes • mobilisering van reservistenles acteurs ont eu plusieurs rappels • de toneelspelers werden menigmaal teruggeroependescente en rappel • afdaling met een dubbel touwm1) terugroeping2) oproeping [leger]3) appel4) aanmaning5) herhaling -
6 emploi
emploi [ãplwaa]〈m.〉2 baan ⇒ betrekking, functie, arbeidsplaats4 rol♦voorbeelden:1 emploi du temps • tijdsbesteding; tijdschema, rooster, programmadouble emploi • doublure, (overbodige) overlappingcela fait double emploi • dat is dubbel opsans emploi • ongebruiktemploi à temps partiel • parttimebaan, deeltijdbaanprendre un emploi • een betrekking nemenêtre sans emploi • werkloos zijntenir l'emploi d'ingénue • de rol van ingénue spelenplein emploi • volledige werkgelegenheidm1) gebruik, besteding2) baan, betrekking4) rol -
7 épaisseur
-
8 file
file [fiel]〈v.〉♦voorbeelden:avancer en, à la file indienne • achter elkaar aan lopenprendre la file • in de rij gaan staanà la file, en file • achter elkaarse mettre à la file • in de rij gaan staan, achter aansluiten→ cheff1) rij2) gelid, rot [leger] -
9 gagner
gagner [gaanjee]2 winnen♦voorbeelden:gagner de quoi vivre • in zijn levensonderhoud kunnen voorzien3 y gagner • erop vooruitgaan, in iemands voordeel zijnil gagne à être connu • als je hem beter leert kennen, valt hij best meeon ne gagne rien à attendre • wachten helpt niet veelc'est toujours ça de gagné! • dat is alvast meegenomen!gagner en qualité • beter van kwaliteit zijn, wordengagner en profondeur • veel dieper, veel verder gaanla mer gagne sur la côte • de zee wint terrein op de kustII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 verkrijgen ⇒ verwerven, winnen4 bereiken ⇒ gaan naar, reiken tot5 zich meester maken van ⇒ bevangen, overmannen♦voorbeelden:gagner une maladie contagieuse • een besmettelijke ziekte oplopengagner de la place • ruimte winnengagner qn. à sa cause • iemand voor zijn zaak winnenla faim le gagnait • hij kreeg hongerle froid le gagna • hij werd door kou bevangenle vertige le gagna • hij werd plotseling duizelig♦voorbeelden:se laisser gagner • zich laten overhalen, verleidenv1) verdienen2) winnen4) verkrijgen, behalen5) bereiken, gaan (naar) -
10 jeu
〈m.〉3 stel ⇒ serie, set♦voorbeelden:jeu d'argent • gokspelletjejeux du destin, du hasard • spelingen van het toevaljouer un jeu d'enfer • zeer hoog spel spelenjeu d'équipe • teamsportjeu d'esprit • geestigheidjeu de fléchettes • dartsjeu de hasard • kansspeljeux de main(s) • handtastelijkheden〈 spreekwoord〉 jeu(x) de main, jeu(x) de vilain • van mallen komt vallen, handjesspel, katjesspeljeu de mots • woordenspel, woordspelingjeux d'orgue • orgelregisterjeux de poursuite • krijgertje, tikkertjejeu de scène • stil speljeux de société • gezelschapsspelletjesjeux du stade • wedstrijden in het stadionavoir beau jeu • gemakkelijk, vrij spel hebbenjouer (un) double jeu • een dubbel spel spelen, het achter zijn ellebogen hebbenle grand jeu • het volledige tarokspel〈 spreekwoord〉 heureux au jeu, malheureux en amour • gelukkig in het spel, ongelukkig in de liefdejeu informatique • computerspelletjejouer un jeu serré • voorzichtig spelenjeux télévisés • televisiespelletjesjeu vidéo • videospelletje, videogameaimer le jeu • van gokken houdencacher son jeu • zich niet in de kaart laten kijkencouvrir son jeu • 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 de kaarten duiken; 〈 figuurlijk〉 zich niet in de kaart laten kijkendécouvrir son jeu • zijn kaarten op tafel leggen, open kaart spelenentrer dans le jeu de qn. • meedoen met iemandêtre en jeu • op het spel staanse faire un jeu des difficultés • de moeilijkheden gemakkelijk overwinnenfaire le jeu de qn. • iemand in de kaart spelense faire un jeu de • genoegen scheppen infaites vos jeux • uw inzet graagjouer le jeu • de regels van het spel volgen, eerlijk spelenmettre en jeu • inzetten, op het spel zetten 〈 ook figuurlijk〉se prendre, se piquer au jeu • hartstochtelijk doorspelen hoewel men verliest; 〈 figuurlijk〉 koppig volhoudenles jeux sont faits • er valt niets meer aan te veranderenjeu à XIII (treize) • rugby met 13 spelersen jeu • die een rol spelen, in 't spel, geding zijnpar jeu • voor de grapce n'est pas de jeu • dat is niet eerlijk, unfairvoir clair dans le jeu de qn. • iemand doorhebbenjouer franc jeu • eerlijk spelen, open kaart spelenjeu de physionomie • uitdrukking van het gezicht, mimiekm1) spel2) speelplaats3) stel, serie, set4) beweging5) speling [techniek] -
11 mixte
mixte [miekst]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden:mariage mixte • gemengd huwelijknavire mixte • vrachtschip met passagiersaccommodatieadj -
12 plier
plier [plie.ee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 buigen3 dichtklappen ⇒ dichtslaan, sluiten♦voorbeelden:→ bagage¶ plier ses livres, ses affaires • z'n boeken, z'n spullen opbergen♦voorbeelden:1. v1) (door)buigen3) opvouwen4) dichtslaan2. se plierv -
13 redoubler
redoubler [rədoeblee]1 sterker worden ⇒ toenemen, verhevigen♦voorbeelden:redoubler de … • nog meer … aan de dag leggenredoubler de zèle • nog ijveriger wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verdubbelen ⇒ versterken, vermeerderenv1) sterker worden, verhevigen2) verdubbelen3) blijven zitten [school] -
14 rire
rire1 [rier]〈m.〉♦voorbeelden:————————rire2 [rier]♦voorbeelden:c'est à mourir de rire • het is om je dood te lachense tordre de rire • dubbel liggen van het lachenrire faux • gemaakt lachenrire jaune • lachen als een boer die kiespijn heeftrire de bon coeur • smakelijk lachenvous voulez rire • u maakt zeker een grapjec'est pour rire • het is maar een grapjesans rire • alle gekheid op een stokje4 vous me faites rire!, laissez-moi rire! • laat me niet lachen!prêter à rire • belachelijk zijnil n'y a pas de quoi rire • er valt niets te lachen1 lachen (om) ⇒ niets geven (om), licht opnemen1. m 2. v1) lachen (om, over)4) uitlachen -
15 terne
-
16 usure
usure [uuzuur]〈v.〉1 slijtage ⇒ (het) (af-, ver)slijten, (af-, ver)slijting2 afmatting ⇒ uitputting, aftakeling♦voorbeelden:l'usure du temps • de tand des tijdsrésister à l'usure • onverslijtbaar zijn, lang meegaan〈 figuurlijk〉 avec usure • met woeker, dubbel en dwars, rijkelijkf1) slijtage2) uitputting -
17 avec usure
avec usuremet woeker, dubbel en dwars, rijkelijk -
18 avoir qc. en double
avoir qc. en double -
19 cela fait double emploi
cela fait double emploi -
20 cliquer
См. также в других словарях:
Dubbel — The dubbel (also double) is a Belgian Trappist beer naming convention[1]. The origin of the dubbel was a beer brewed in the Trappist Abbey of Westmalle in 1856. The abbey had, since 10 December 1836, brewed a witbier that was quite sweet and… … Wikipedia
Dubbel — Der Name Dubbel bezeichnet: Das Taschenbuch für den Maschinenbau, erstmals erschienen 1914 und bis heute erhältlich Eine Form des Butterbrots Eine Biergattung aus Belgien Dubbel ist der Familienname folgender Personen: Heinrich Dubbel (1873–1947) … Deutsch Wikipedia
dubbel-cd — s (dubbel cd:n) … Clue 9 Svensk Ordbok
Dubbel - Taschenbuch für den Maschinenbau — 6. Auflage 1935 6. Auflage 1935 … Deutsch Wikipedia
Dubbel — DubbelIm 1.dummerMensch.MeinteigentlichdieDrehkrankheitderSchafe.Südwestd1700ff. 2.Rekrut.1900ff. 3.einflußloserMensch.1900ff. 4.Harmloser,Naiver,Vertrauensseliger.1945ff. 5.unkameradschaftlicherMitschüler.UnkameradschaftlichkeitgiltdenSchülernals… … Wörterbuch der deutschen Umgangssprache
dubbel — dubbeladj leichtgeistesgestört.⇨DubbelI1.Südwestd19.Jh … Wörterbuch der deutschen Umgangssprache
dubbel — I s ( n, dubblar) SPORT spel med två spelare på var sida, t.ex. tennis II adj ( t, dubbla) … Clue 9 Svensk Ordbok
dubbel — dobru … Woordenlijst Sranan
Heinrich Dubbel — (* 8. April 1873 in Aachen; † 24. Mai 1947 in Berlin) war ein Professor des Maschinenbaus und der Initiator des nach ihm benannten und bis heute viel beachteten Standardwerkes Taschenbuch für den Maschinenbau. Leben und Werk Heinrich Dubbel wurde … Deutsch Wikipedia
Doppel — Dubbel (et) … Kölsch Dialekt Lexikon
Taschenbuch für den Maschinenbau — Dubbel – Taschenbuch für den Maschinenbau, oft kurz mit Dubbel bezeichnet, ist ein Nachschlagewerk und Ausbildungsbuch für Ingenieure im Maschinenbau. Geschichte 6. Auflage 1935 … Deutsch Wikipedia