-
1 ooze
n. modder, slik (op bodem van rivier); stroompje--------v. bubbelen; sijpelen; uitlekken (van informatie)ooze1[ oe:z] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 modder ⇒ slijk, drab————————ooze21 (binnen/door/in)sijpelen ⇒ doordringen, druipen, druppelen♦voorbeelden:1 ooze out of/from • sijpelen/lekken uitooze with • druipen/doortrokken zijn vanhis letter oozed with hatred • zijn brief zat vol hatelijke toespelingenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:they ooze self-importance • de verwaandheid druipt van hen af -
2 drop
n. druppel; snoepje; val--------v. vallen; laten vallen; naar beneden halen; naar beneden komen; springen (met parachuut); laten verdwijnendrop1[ drop]2 zuurtje4 dropping ⇒ het afwerpen per parachute/uit vliegtuig♦voorbeelden:drop by drop, by/in drops • druppel voor druppelat the drop of a hat • meteen, bij de minste aanleidingII 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————drop2〈 dropped〉3 ophouden ⇒ verlopen, uitvallen4 dalen ⇒ afnemen, zakken♦voorbeelden:〈 slang〉 drop dead! • val dood!drop away • geleidelijk afnemen, teruglopen¶ drop back/behind • achterblijven, achtergelaten wordendrop behind • achter raken bijII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 laten vallen ⇒ laten zakken, neerlaten3 laten varen ⇒ laten schieten, opgeven4 laten dalen ⇒ verminderen, verlagen7 afleveren ⇒ afgeven, afzetten♦voorbeelden:she dropped her eyes • zij sloeg haar ogen neer〈 informeel〉 drop it! • schei uit!, hou ermee op!drop me a line • schrijf me even een paar regeltjes→ drop off drop off/ -
3 gutter
n. goot (ook fig.), geul, dakgoot--------v. druipen (v. kaars)gutter1[ guttə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————gutter2〈 werkwoord〉 -
4 stream
n. stroom; beek--------v. stromen; wapperen, fladderenstream1[ strie:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stroom(pje) ⇒ water, beek♦voorbeelden:3 go with/against the stream • met de stroom mee/tegen de stroom in gaan————————stream22 wapperen ⇒ waaien, fladderen♦voorbeelden:his face was streaming with sweat • het zweet liep hem langs het gezichtII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
5 couler
couler [koelee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:couler un pas de danse • een danspas glijdend uitvoerencouler un regard vers qn. • een zijdelingse blik op iemand werpencouler la lessive • de was koken1 glijden ⇒ (binnen)sluipen, indringen♦voorbeelden:¶ se la couler douce • een plezierig leven, zorgeloos bestaan hebben, het ervan nemen1. v1) stromen, vloeien3) lekken, lopen [neus, kaas]4) druipen [kaars]5) zinken [schip]6) verdrinken7) (over)gieten8) storten [cement, beton]10) leiden [leven]11) doorbrengen [tijd]12) kelderen, in de grond boren2. se coulerv -
6 dégouliner
-
7 dégoutter
-
8 капать
druppelen, druipen -
9 капать
vgener. aflekken, droppelen, druipen, druppelen, druppen, indroppelen (во что-л.), indruppelen (во что-л.), afdruipen, afsijpelen, neerdruipen, siepelen, sieperen, sijpelen, sijperen -
10 наливать по каплям
vgener. druipenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > наливать по каплям
-
11 проваливаться
-
12 стекать по каплям
vgener. druipen, zijpelenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > стекать по каплям
-
13 drain
n. afvoerkanaal--------v. draineren, afvoeren; legen; teneinde gaan, uitverkocht zijndrain1[ dreen] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————drain21 weglopen ⇒ wegstromen, (uit)lekken2 leeglopen ⇒ afdruipen, uitdruipen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 drain away • doen wegvloeien, doen weglopendrain off • afvoeren, leegmaken -
14 drip
(in economie) beleggingsprogramma (automatisch) van dividenden in andere aandelen onderverdeeldDRIP (Dividend ReInvestment Plan)drip1[ drip] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 gedruppel ⇒ druppel, het druppelen————————drip2〈 dripped〉♦voorbeelden:1 dripping wet • drijfnat, doornatII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
15 dripping
adj. het druppelen, gedruppel--------n. het druppelen; braadvet (van vlees)[ dripping]1 het druppelen ⇒ het druipen, gedruppel2 braadvet -
16 let the dishes drain dry
-
17 ooze with
ooze withdruipen/doortrokken zijn van -
18 run
n. hardlopen; afstand; rit; gedeelte; serie; "trein ", aanval--------v. rennen, weglopen; laten lopen; een programma starten (in computers); overgaan, laten lopen, beheren; voorbereiden; oprichten; voldoen; waarmaken; doorgaan; lekken; uitkleden; moeite doenrun1[ run] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 benaming voor〉 tocht ⇒ afstand; eindje hollen; tocht, vlucht, rit; traject, route, lijn; tochtje, uitstapje 〈 van trein, boot〉; 〈 skiën〉 baan, helling; 〈 cricket, honkbal〉 run 〈 score van 1 punt〉♦voorbeelden:at a/the run • in looppasthe play had a five months' run in London • het stuk heeft vijf maanden in Londen gespeeldget/have a (good) run for one's money • waar voor zijn geld krijgengive someone the run of • iemand de (vrije) beschikking geven over〈 slang〉 the runs • buikloop, diarree————————run21 rennen ⇒ hollen, hardlopen2 〈 benaming voor〉 gaan ⇒ (voort)bewegen; lopen; (hard) rijden; pendelen, heen en weer rijden/varen 〈 van bus, pont e.d.〉; voorbijgaan, aflopen 〈 van tijd〉; lopen, werken 〈 van machines〉; (uit)lopen, (weg)stromen, druipen 〈van vloeistoffen e.d.〉; 〈 figuurlijk〉 (voort)duren, lopen, gaan, zich uitstrekken, gelden3 rennen ⇒ vliegen, zich haasten♦voorbeelden:run at someone • iemand aanvallenrun at something • toestormen op iets2 the play will run for ten performances • er zullen tien voorstellingen van het stuk gegeven wordenrun afoul/foul of • 〈 figuurlijk〉stuiten op, in botsing komen metfeelings ran high • de gemoederen raakten verhit/liepen hoog oprun on electricity • elektrisch zijnrun to crabbiness • geneigd zijn tot vittenrun to extremes • in uitersten vervallenhe ran fifth • hij kwam als vijfde binnenrun across someone/something • iemand tegen het lijf lopen/ergens tegen aan lopenrun for it • op de vlucht slaan, het op een lopen zettenRoman noses run in our family • de adelaarsneus zit bij ons in de familierun through the minutes • de notulen doornemenhis inheritance was run through within a year • hij had binnen een jaar zijn erfenis erdoor gejaagdmy allowance doesn't run to/I can't run to a car • mijn toelage is niet toereikend/ik heb geen geld genoeg voor een auto→ run around run around/, run away run away/, run back run back/, run down run down/, run in run in/, run into run into/, run off run off/, run on run on/, run out run out/, run over run over/, run up run up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈 benaming voor〉 doen bewegen ⇒ laten gaan; varen, rijden; doen stromen, gieten; in werking stellen, laten lopen 〈machines e.d.〉; 〈 figuurlijk〉 doen voortgaan, leiden, runnen♦voorbeelden:run someone over • iemand overrijdenrun a business • een zaak hebbenrun a car • autorijden, een auto hebbenrun someone close/hard • iemand (dicht) op de hielen zitten; 〈 figuurlijk〉 weinig voor iemand onderdoenrun a comb through one's hair • (even) een kam door zijn haar halen6 we won't run him • we zullen hem niet inschrijven/laten deelnemen -
19 weep
n. huilbui--------v. huilen; een traantje laten; druipen, tranen; lekken; stromen; rouwen; treurenweep1[ wie:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 huilbui♦voorbeelden:————————weep2♦voorbeelden:1 weep for/with joy • van vreugde schreien/huilenweep for/with pain • huilen van de pijnno one will weep over his resignation • niemand zal een traan laten om zijn vertrekII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 betreuren ⇒ rouwen om, bewenen♦voorbeelden: -
20 weeping
adj. huilen, tranen; druipen; treuren; treurwilg (een boomsoort waarvan de takken naar beneden hangen)--------v. huilen; tranen laten lopen; vloeien; wenen[ wie:ping]♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Ague drop — Drop Drop (dr[o^]p), n. [OE. drope, AS. dropa; akin to OS. dropo, D. drop, OHG. tropo, G. tropfen, Icel. dropi, Sw. droppe; and Fr. AS. dre[ o]pan to drip, drop; akin to OS. driopan, D. druipen, OHG. triofan, G. triefen, Icel. drj[=u]pa. Cf.… … The Collaborative International Dictionary of English
Black drop — Drop Drop (dr[o^]p), n. [OE. drope, AS. dropa; akin to OS. dropo, D. drop, OHG. tropo, G. tropfen, Icel. dropi, Sw. droppe; and Fr. AS. dre[ o]pan to drip, drop; akin to OS. driopan, D. druipen, OHG. triofan, G. triefen, Icel. drj[=u]pa. Cf.… … The Collaborative International Dictionary of English
Drop — (dr[o^]p), n. [OE. drope, AS. dropa; akin to OS. dropo, D. drop, OHG. tropo, G. tropfen, Icel. dropi, Sw. droppe; and Fr. AS. dre[ o]pan to drip, drop; akin to OS. driopan, D. druipen, OHG. triofan, G. triefen, Icel. drj[=u]pa. Cf. {Drip},… … The Collaborative International Dictionary of English
Drop by drop — Drop Drop (dr[o^]p), n. [OE. drope, AS. dropa; akin to OS. dropo, D. drop, OHG. tropo, G. tropfen, Icel. dropi, Sw. droppe; and Fr. AS. dre[ o]pan to drip, drop; akin to OS. driopan, D. druipen, OHG. triofan, G. triefen, Icel. drj[=u]pa. Cf.… … The Collaborative International Dictionary of English
Drop curtain — Drop Drop (dr[o^]p), n. [OE. drope, AS. dropa; akin to OS. dropo, D. drop, OHG. tropo, G. tropfen, Icel. dropi, Sw. droppe; and Fr. AS. dre[ o]pan to drip, drop; akin to OS. driopan, D. druipen, OHG. triofan, G. triefen, Icel. drj[=u]pa. Cf.… … The Collaborative International Dictionary of English
Drop forging — Drop Drop (dr[o^]p), n. [OE. drope, AS. dropa; akin to OS. dropo, D. drop, OHG. tropo, G. tropfen, Icel. dropi, Sw. droppe; and Fr. AS. dre[ o]pan to drip, drop; akin to OS. driopan, D. druipen, OHG. triofan, G. triefen, Icel. drj[=u]pa. Cf.… … The Collaborative International Dictionary of English
Drop hammer — Drop Drop (dr[o^]p), n. [OE. drope, AS. dropa; akin to OS. dropo, D. drop, OHG. tropo, G. tropfen, Icel. dropi, Sw. droppe; and Fr. AS. dre[ o]pan to drip, drop; akin to OS. driopan, D. druipen, OHG. triofan, G. triefen, Icel. drj[=u]pa. Cf.… … The Collaborative International Dictionary of English
Drop kick — Drop Drop (dr[o^]p), n. [OE. drope, AS. dropa; akin to OS. dropo, D. drop, OHG. tropo, G. tropfen, Icel. dropi, Sw. droppe; and Fr. AS. dre[ o]pan to drip, drop; akin to OS. driopan, D. druipen, OHG. triofan, G. triefen, Icel. drj[=u]pa. Cf.… … The Collaborative International Dictionary of English
Drop lake — Drop Drop (dr[o^]p), n. [OE. drope, AS. dropa; akin to OS. dropo, D. drop, OHG. tropo, G. tropfen, Icel. dropi, Sw. droppe; and Fr. AS. dre[ o]pan to drip, drop; akin to OS. driopan, D. druipen, OHG. triofan, G. triefen, Icel. drj[=u]pa. Cf.… … The Collaborative International Dictionary of English
Drop letter — Drop Drop (dr[o^]p), n. [OE. drope, AS. dropa; akin to OS. dropo, D. drop, OHG. tropo, G. tropfen, Icel. dropi, Sw. droppe; and Fr. AS. dre[ o]pan to drip, drop; akin to OS. driopan, D. druipen, OHG. triofan, G. triefen, Icel. drj[=u]pa. Cf.… … The Collaborative International Dictionary of English
Drop press — Drop Drop (dr[o^]p), n. [OE. drope, AS. dropa; akin to OS. dropo, D. drop, OHG. tropo, G. tropfen, Icel. dropi, Sw. droppe; and Fr. AS. dre[ o]pan to drip, drop; akin to OS. driopan, D. druipen, OHG. triofan, G. triefen, Icel. drj[=u]pa. Cf.… … The Collaborative International Dictionary of English