-
41 door de modder ploeteren
door de modder ploeterenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de modder ploeteren
-
42 door de natuur misdeeld
door de natuur misdeeldVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de natuur misdeeld
-
43 door de neus spreken
door de neus sprekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de neus spreken
-
44 door de oorlog/pest/storm geteisterd
door de oorlog/pest/storm geteisterdwar-stricken/plague-infested/storm-sweptVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de oorlog/pest/storm geteisterd
-
45 door de slagregens ging het koren legeren
door de slagregens ging het koren legerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de slagregens ging het koren legeren
-
46 door de vijandelijke linie (heen)breken
door de vijandelijke linie (heen)brekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de vijandelijke linie (heen)breken
-
47 door de vloer/het ijs zakken
door de vloer/het ijs zakkenfall through the floor/the iceVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de vloer/het ijs zakken
-
48 door de warmte bevangen
door de warmte bevangenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de warmte bevangen
-
49 door de week
door de week -
50 door de wekker heen slapen
door de wekker heen slapenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de wekker heen slapen
-
51 door de wet verboden
door de wet verbodenprohibited/forbidden by lawVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de wet verboden
-
52 door de wielen zakken
door de wielen zakkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de wielen zakken
-
53 door de wind sloegen de deuren open
door de wind sloegen de deuren openVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de wind sloegen de deuren open
-
54 door de wol geverfd zijn
door de wol geverfd zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de wol geverfd zijn
-
55 door de wol geverfd
door de wol geverfd〈 figuurlijk〉 experienced, shrewd, streetwiseVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de wol geverfd
-
56 door de zee begrensd
door de zee begrensdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de zee begrensd
-
57 door de zee ingesloten
door de zee ingeslotenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de zee ingesloten
-
58 door de zon beschenen
door de zon beschenenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de zon beschenen
-
59 door de zure appel heenbijten
door de zure appel heenbijtenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de zure appel heenbijten
-
60 door dik en dun gaan
door dik en dun gaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door dik en dun gaan
См. также в других словарях:
door — W1S1 [do: US do:r] n [: Old English; Origin: duru door and dor gate ] 1.) the large flat piece of wood, glass etc that you open and close when you go into or out of a building, room, vehicle etc, or when you open a cupboard →↑gate open/close/shut … Dictionary of contemporary English
door — [ dɔr ] noun count *** 1. ) a large flat object you open when you want to enter or leave a building, room, or vehicle: a little house with a red door The door creaked slowly open. There was a draft coming from under the door. open/close/shut the… … Usage of the words and phrases in modern English
Door — Door, n. [OE. dore, dure, AS. duru; akin to OS. dura, dor, D. deur, OHG. turi, door, tor gate, G. th[ u]r, thor, Icel. dyrr, Dan. d[ o]r, Sw. d[ o]rr, Goth. daur, Lith. durys, Russ. dvere, Olr. dorus, L. fores, Gr. ?; cf. Skr. dur, dv[=a]ra.… … The Collaborative International Dictionary of English
door — door, gate, portal, postern, doorway, gateway are comparable chiefly as meaning an entrance to a place. Door applies chiefly to the movable and usually swinging barrier which is set in the opening which serves as an entrance to a building or to a … New Dictionary of Synonyms
door — door; door·brand; door·less; door·man; door·stead; door·ward; in·door; maz·door; out·door; tan·door; door·wards; ten·door; … English syllables
door — [dôr] n. [ME dure, dor < OE duru fem. (orig., pair of doors), dor neut., akin to Ger tür, door, tor, gate < IE base * dhwer , *dhwor , door > L fores (pl. of foris), two leaved door, Gr thyra, door (in pl., double door)] 1. a movable… … English World dictionary
door — M.E. merger of O.E. dor (neut.; pl. doru) large door, gate, and O.E. duru (fem., pl. dura) door, gate, wicket, both from P.Gmc. *dur (Cf. O.S. duru, O.N. dyrr, Dan. dèr, O.Fris. dure, O.H.G. turi, Ger. Tür), from PIE … Etymology dictionary
Door — ist der Familienname folgender Personen: Anton Door (1833–1919), Wiener Konzertpianist Daisy Door (* 1943; eigentlich Evelyn van Ophuisen), deutsche Schlagersängerin Door bezeichnet weiterhin: Door County, einen County im US Bundesstaat Wisconsin … Deutsch Wikipedia
door — ► NOUN 1) a movable barrier at the entrance to a building, room, or vehicle, or in the framework of a cupboard. 2) the distance from one building in a row to another: he lived two doors away. ● lay at someone s door Cf. ↑lay at someone s door ●… … English terms dictionary
Door — (spr. Dohr), Grafschaft im Staate Wisconsin von Nordamerika, 19 QM., eine Halbinsel zwischen dem Michigan See u. der Green Bai bildend; erst 1850 von der Grafschaft Brown getrennt; Hauptort: Gibraltar … Pierer's Universal-Lexikon
Door — Door, Anton, Pianist, geb. 20. Juni 1833 in Wien, Schüler von Czerny und S. Sechter, konzertierte bereits 1850 erfolgreich in Baden Baden und Wiesbaden, dann mit Ludwig Straus in Italien, bereiste 1856–57 Skandinavien und wurde in Stockholm zum… … Meyers Großes Konversations-Lexikon