-
1 baisser
baisser [beesee]1 dalen ⇒ zakken, verminderen, afnemen♦voorbeelden:les jours baissent • de dagen worden korterla mer baisse • het wordt eble vin a baissé • de wijn is goedkoper gewordenbaisser de 10% • dalen met 10%II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 neerlaten ⇒ naar beneden laten, laten zakken♦voorbeelden:baisser la tête • het hoofd buigenbaisser la vitre • het raampje naar beneden draaienbaisser les yeux • de ogen neerslaanfaire baisser les yeux à qn. • iemand beschaamd doen staan→ ton♦voorbeelden:1. v1) dalen, verminderen2) laten zakken3) verlagen4) zachter afstellen [radio]2. se baisserv -
2 décroître
décroître [deekrwaatr]〈 werkwoord〉1 verminderen ⇒ dalen, afnemenv1) verminderen, afnemen2) dalen [waterstand] -
3 discrédit
discrédit [dieskreedie]〈m.〉♦voorbeelden:on a jeté le discrédit sur lui • men heeft hem in diskrediet gebrachttomber dans le discrédit • een slechte naam krijgenm2) waardevermindering [geld] -
4 discréditer
discréditer [dieskreedietee]1 in diskrediet brengen ⇒ het vertrouwen ontnemen, verdacht maken1 in diskrediet raken ⇒ achting, vertrouwen verliezen1. v1) in diskrediet brengen, verdacht maken2. se discréditerv -
5 tomber
tomber1 [tõbee]〈m.〉 〈 sport en spel〉————————tomber2 [tõbee]3 (weg)vallen ⇒ verzwakken, verdwijnen, dalen4 te lijf gaan ⇒ zich werpen (op), aanvallen5 worden ⇒ geraken, vallen6 vallen ⇒ vervallen, instorten7 (bij toeval) komen ⇒ verschijnen, geraken♦voorbeelden:tomber mort, raide mort • morsdood neervallenil laissa tomber ces mots • hij zei de volgende woorden〈 informeel〉 laisse tomber! • kap er mee, geef 't op!!!laisser tomber qn. • iemand laten vallen, zich niet meer voor iemand interesserenlaisser tomber qc. • iets laten vallen, iets loslaten, zich niet meer met iets bezighoudenjupe qui tombe bien • rok die goed valttomber dans les bras de qn. • iemand in de armen vallentomber dans l'escalier • op de trap vallenla rue tombe dans une autre • de straat komt op een andere straat uittomber de fatigue • van moeheid omvallenmots qui tombent des lèvres de qn. • woorden die van iemands lippen komenle stylo m'est tombé des mains • de vulpen viel uit mijn handentomber par la fenêtre • uit het raam vallenle soleil lui tombe sur les yeux • de zon schijnt in zijn ogendes toits qui tombent bien bas sur les fenêtres • laag overhangende dakentomber sur ses pieds • op zijn voeten terechtkomenle jour tombe • de avond valtle vent est tombé • de wind is gaan liggen4 ils nous sont tombés dessus • ze hebben ons overvallen, verrast5 tomber amoureux, malade • verliefd, ziek wordentomber dans une erreur • in een fout vervallentomber dans la misère • in ellende gerakenil est tombé bien bas • hij is wel diep gezonken7 ça tombe bien, mal • dat treft goed, slechtil est bien tombé • hij heeft het goed getroffentomber juste • opgaan, de spijker op de kop slaanje suis tombé en pleine réunion • ik kwam midden in de vergadering binnenvallencet article m'est tombé sous les yeux • dat artikel is me toevallig onder ogen gekomentomber sur qn. • iemand tegen het lijf lopentomber sur qc. • ergens tegenaan lopen♦voorbeelden:→ vestev2) uitvallen3) verzwakken4) aanvallen5) worden6) verschijnen, komen7) vallen (op) [datum]8) uitkomen [krant] -
6 avilir
avilir [aavielier]1 vernederen ⇒ verlagen, in diskrediet brengen1 zich verlagen ⇒ zich vernederen, aan lagerwal geraken -
7 dévaloriser
dévaloriser [deevaalorriezee] -
8 action
action [aaksjõ]〈v.〉2 inwerking ⇒ optreden, actie♦voorbeelden:une bonne action • een goede daadentrer en action • tot handelen overgaanl'action du gouvernement • het optreden van de regeringaction de l'humidité • inwerking van het vochtaction revendicative • gerichte actie, protestactiemettre en action • in werking stellenpasser à l'action • in actie komen, optredenen action • in (volle) actiesous l'action de • onder (de) invloed vanaction personnelle, réelle • persoonlijke, zakelijke rechtsvorderingaction publique • strafvorderingintenter, introduire une action (en justice) • een aanklacht indienen〈 informeel, figuurlijk〉 ses actions baissent • zijn, haar papieren dalenf1) daad, handeling2) optreden, actie3) rechtshandeling, vervolging, geding4) aandeel -
9 baisse
baisse [bes]〈v.〉1 daling ⇒ (het) dalen, (het) zakken2 (het) verminderen ⇒ (het) afnemen, daling, verlaging♦voorbeelden:la température est en baisse • de temperatuur daaltf1) daling [prijs]2) verlaging, vermindering3) baisse [beurs] -
10 couper
couper [koepee]♦voorbeelden:¶ couper court à • een eind maken aan, de kop indrukkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (door)snijden ⇒ afsnijden, opensnijden, knippen, (om)hakken, maaien6 stopzetten ⇒ tegenhouden, versperren♦voorbeelden:le froid coupe les mains, les lèvres • de kou doet je handen afvriezen, doet je lippen splijtencouper un organe • een orgaan verwijderenle vent coupe le visage • de wind snijdt in je gezichtle village a été coupé du reste du monde • het dorp is van de rest van de wereld afgesnedencouper avec les dents • af-, doormidden bijtencouper avec une scie • af-, doormidden zagencouper à travers champs • de kortste weg nemencouper l'eau, le courant • het water, de stroom afsluitencouper la fièvre • de koorts doen dalencouper le mal à, dans la racine • het kwaad met wortel en tak uitroeiencouper la retraite à l'ennemi • de vijand de terugtocht afsnijdencouper le vent • tegen de wind beschermença vous la coupe! • dat verbaast je!coupez! • stop! 〈 film-, geluidsopname〉〈 telefoon〉 ne coupez pas, s.v.p. • blijft u aan de lijn a.u.b.♦voorbeelden:il se couperait en quatre pour lui • hij gaat door het vuur voor hem1. v1) snijden, scherp zijn3) (door)snijden, afsnijden, knippen, omhakken, maaien4) amputeren5) schrappen [tekst]6) verwonden7) splitsen8) stopzetten9) tegenhouden10) aanlengen11) afnemen [kaarten]12) castreren2. se couperv1) zich/elkaar verwonden3) zichzelf tegenspreken, zich verraden -
11 déclin
déclin [deeklẽ]〈m.〉1 ondergang ⇒ achteruitgang, verval♦voorbeelden:le déclin de la vie • de levensavondêtre sur son déclin • tanen, dalen, op z'n retour zijnmverval, achteruitgang -
12 déconsidérer
déconsidérer [deekõsiedeeree]1 in diskrediet brengen ⇒ in aanzien doen dalen, zijn reputatie doen verliezen1. v 2. se déconsidérerv -
13 dégonfler
dégonfler [deegõflee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1. v1) slinken3) doorprikken, ontmaskeren4) verkleinen2. se dégonflerv1) leeglopen2) terugkrabbelen, de moed verliezen -
14 diminuer
diminuer [diemienuu.ee]1 verminderen ⇒ afnemen, kleiner worden♦voorbeelden:diminuer de hauteur • minder hoog wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verminderen ⇒ verlagen, beperken2 kleineren ⇒ vernederen, in zijn rechten beknotten♦voorbeelden:v1) verminderen, afnemen2) verlagen, beperken3) kleineren -
15 piquer
piquer [piekee]1 plotseling dalen ⇒ plotseling vallen, duiken2 wegstuiven ⇒ recht afgaan (op), aanrijden (op), afvliegen (op)♦voorbeelden:piquer du nez • voorovertuimelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 een injectie, prik geven ⇒ inenten3 prikkelen ⇒ prikken, irriteren, bijten5 aantasten ⇒ vlekken maken op, bespikkelen6 prikkelen ⇒ opwekken, gaande maken♦voorbeelden:2 faire piquer son chat • zijn kat een spuitje laten geven, laten afmaken3 ça me pique • dat steekt me, dat hindert mevent qui pique • snijdende windpiquer à la machine • op de machine stikken6 piquer qn. au vif • iemand diep krenken, beledigenpiquer un galop, un cent mètres • het op een drafje zetten, een sprintje trekkenpiquer un petit somme • een tukje doen¶ piquer une tête • duiken, een duik nemenpiquer des deux (éperons) • zijn paard de sporen geven3 plekjes gaan vertonen ⇒ vlekken krijgen, schimmelplekken gaan vertonen♦voorbeelden:2 il se pique • hij is verslaafd, hij spuitv1) plotseling vallen, duiken3) steken, prikken5) bijten, prikkelen7) bespikkelen8) opwekken10) jatten -
16 tombe
tombe [tõb]〈v.〉1 graf ⇒ grafsteen, -zerk♦voorbeelden:triste comme une tombe • diepbedroefddescendre dans la tombe • sterven, ten grave dalense retourner dans sa tombe • zich in zijn graf omkerenf1) graf(steen)2) dood -
17 tombeau
tombeau [tõboo]〈m.〉1 grafmonument ⇒ graftombe, -kelder, graf3 donkere, sombere plaats♦voorbeelden:descendre au tombeau • overlijden, ten grave dalenmettre au tombeau • ter aarde bestellen, ten grave dragenmettre qn. au tombeau • iemands dood zijn, veroorzakenconduire, rouler à tombeau ouvert • met een enorme snelheidm1) graf -
18 abaissement
abaissement [aabesmã]〈m.〉1 (het) neerlaten ⇒ (het) verlagen, (het) aflopen2 (het) dalen ⇒ verlaging, daling♦voorbeelden: -
19 abaisser
abaisser [aabessee]1 lager maken ⇒ laten zakken, neerlaten♦voorbeelden:abaisser un mur • een muur lager makenabaisser la pâte • het deeg dun uitrollenabaisser les regards sur qn. • iemand met een blik verwaardigen♦voorbeelden: -
20 baisser de 10%
baisser de 10%dalen met 10%
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Dalen — is also the German name of the Herzegovinian city Tomislavgrad. See also Dalen (name). Dalen Village Jan Pol windmill … Wikipedia
Dalen — Hotell Basisdaten Kommune: Tokke … Deutsch Wikipedia
Dalen — (izg. dàlen), Gustaf (1869 1937) DEFINICIJA švedski inženjer, izumitelj solarnog ventila koji automatski regulira plinsku rasvjetu ovisno o dnevnom svjetlu; Nobelova nagrada za fiziku 1912 … Hrvatski jezični portal
Dalen — (plattd.), sinken, sich neigen; bes. von der Sonne gesagt, wenn ihre Culmination vorüber u. sie durch den Meridian gegangen ist … Pierer's Universal-Lexikon
Dalén — Dalén, Nils Gustav … Enciclopedia Universal
Dalén — Nils Gustaf Dalén Nils Gustaf Dalén (* 30. November 1869 in Stenstorp; † 9. Dezember 1937 in Lidingö (Stockholms län)) war ein schwedischer Ingenieur. Er erhielt 1912 den Nobelpreis für Physik „für seine Erfindung s … Deutsch Wikipedia
Dalen — Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Dalen peut faire référence à : Dalen, ancienne commune de la Drenthe aux Pays Bas, actuelle localité de Coevorden ; Dalen, localité du comté de… … Wikipédia en Français
Dalen — 1 Original name in latin Dalen Name in other language State code NL Continent/City Europe/Amsterdam longitude 52.69917 latitude 6.75556 altitude 16 Population 3890 Date 2009 12 09 2 Original name in latin Dalen Name in other language Dalen, Dalen … Cities with a population over 1000 database
Dalen — Tomislavgrad; Duvno (bis 1990) * * * Dalén [da leːn], Nils Gustav, schwedischer Ingenieur, * Stenstorp (Västergötland) 30. 11. 1869, ✝ Stockholm 9. 12. 1937; konstruierte u. a. Dampf und Heißluftturbinen und machte sich verdient um die… … Universal-Lexikon
Dalen, Telemark — Dalen is the administrative centre of Tokke municipality, Norway. Its population (SSB 2005) is 801 [1]. Dalen is located on and around the delta where the river Tokke flows into the west end of the lake Bandak. Dalen is the westernmost endpoint… … Wikipedia
Dalen Hotel — Location Dalen, Telemark, Norway Opening date 1894 Rooms 38 Website … Wikipedia