-
21 cast down
cast down♦voorbeelden:———————— -
22 crouch
n. gehurkte/knielende houding--------v. bukken, kruipen; inkrimpencrouch1[ krautsj]1 gehurkte/knielende houding ⇒ hurkzit1 het hurken/knielen————————crouch2〈 werkwoord〉1 zich (laag) bukken ⇒ ineenduiken, zich buigen♦voorbeelden: -
23 defer
v. opschorten; uitstellen[ diffə:] 〈deferred; zelfstandig naamwoord: deferment〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
24 diffract
-
25 double over
double over -
26 double up
double up♦voorbeelden:2 we haven't any single rooms left. Do you mind doubling up? • er zijn geen eenpersoonskamers meer vrij. Vindt u het erg een kamer te delen?II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 opvouwen ⇒ om/terugslaan, (om)vouwen♦voorbeelden: -
27 genuflect
v. een kniebuiging maken; zich onderwerpen[ dzjenjoeflekt] -
28 genuflexion
n. het neerknielen, het op de knieën gaan uit aanbidding; het buigen→ genuflection genuflection/ -
29 give
n. buigzaamheid--------v. geven; aangeven; toegeven; geven (feestje geven)give1[ giv] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 het meegeven ⇒ elasticiteit, buigzaamheid♦voorbeelden:————————give22 meegeven ⇒ in(een)zakken, bezwijken, (door)buigen, verslappen, toegeven♦voorbeelden:¶ give on(to) • uitzien op, uitkomen op, toegang geven tot〈 informeel〉 what gives? • wat is er gaande?→ give away give away/, give in give in/, give out give out/, give over give over/, give up give up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 geven ⇒ schenken, overhandigen2 geven ⇒ verlenen, verschaffen, gunnen3 geven ⇒ opofferen, wijden5 geven ⇒ aanbieden, ten beste geven6 (op)geven ⇒ meedelen, verstrekken7 geven ⇒ produceren, voortbrengen♦voorbeelden:give someone medicine • iemand geneesmiddelen toedienengive him my best wishes • doe hem de groeten van mijgive a daughter in marriage • een dochter ten huwelijk schenkengive someone into custody • iemand aan de politie overleverengive me the good old days • geef mij maar de goeie ouwe tijdgive one's heart to someone • een warm hart voor iemand hebben, verliefd worden op iemandit's given me much pain • het heeft me veel pijn gedaangive pleasure • erg aangenaam zijngive a prize • een prijs toekennengive him some rest • gun hem wat rustwe were given three hours' rest • we kregen drie uur rustgive someone a room • iemand een kamer toewijzengive someone a title • iemand een titel toekennengive trouble • last bezorgenhe's been given two years • hij heeft twee jaar (gevangenisstraf) gekregengive someone to understand/know • iemand te verstaan/kennen gevenI'll give you that • dat geef ik toegive a cry • een kreet slakengive someone a sly look • iemand een sluwe blik toewerpengive proof of one's courage • zijn moed tonengive a ring • opbellengive sentence • een vonnis vellengive a shrug of the shoulders • zijn schouders ophalen6 the teacher gave us three exercises (to do) • de onderwijzer heeft ons drie oefeningen opgegeven (als huiswerk)give the facts • de feiten tonengive information • informatie verstrekkengive off • (af)geven, verspreiden, makengive as good as one gets • met gelijke munt betalengive it someone hot (and strong), give it someone straight • iemand er f van langs gevendon't give me that • (hou op met die) onzinthat'll give her something to cry for • nu heeft ze tenminste iets om over te huilen -
30 hook
n. haak; ophang-haak--------v. vangen; (om-) buigen; vastmakenhook1[ hoek] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 hoek ⇒ kaap, landtong♦voorbeelden:by hook or by crook • hoe dan ook, op eerlijke of oneerlijke wijze————————hook21 vast gehaakt worden/zijn♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vastgrijpen met een haak ⇒ vasthaken, aanhaken3 〈 cricket, golf〉 als rechtshandige de bal hoog en hard naar s slaan 〈 in cricket een goede slag, in golf een fout〉♦voorbeelden:→ hook up hook up/ -
31 hunch
n. samentrekking, kromming; stuk, klont; vrees--------v. krommenhunch1[ huntsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 voorgevoel ⇒ intuïtief/vaag idee♦voorbeelden:1 play a/one's hunch • op zijn gevoel/intuïtie afgaan————————hunch2〈 werkwoord〉 -
32 inflect
-
33 knuckle under
-
34 magus
-
35 offset
n. schieten; compensatie; offset (drukmethode)--------v. compenseren, opwegen tegen, neutraliseren; drukken (met de offset methode)offset1[ ofset] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————offset2[ ofset] 〈 offsetted〉1 compenseren ⇒ tegenwicht vormen, opwegen tegen, neutraliseren, tenietdoen♦voorbeelden: -
36 salaam
n. Shalom, Saälam (een oosterse groet); diepe buiging--------v. diepe (oosterse) groet, buiging; eerbiedig groeten, buigen als een knipmessalaam1[ səla:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————salaam2〈 werkwoord〉1 groeten -
37 stoop one's head
-
38 strain
n. spanning; (het) drukken; moeite; verstuiken; melodie; toon; tendens, richting; karakter; afkomst--------v. spannen; inspannen; krom buigen; zevenstrain1[ streen] 〈 zelfstandig naamwoord〉8 stam ⇒ ras, soort♦voorbeelden:————————strain21 zich inspannen ⇒ moeite doen, zwoegen♦voorbeelden:2 strain at the leash • aan de teugels trekken, zich los willen rukken 〈 in het bijzonder figuurlijk〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉7 afgieten♦voorbeelden:2 strain one's eyes • turen, ingespannen kijkenstrain one's voice • zijn stem forceren -
39 sweep someone a bow/curtsey
sweep someone a bow/curtsey -
40 sweep
n. beurt, opruiming; veger, stoffer; zwaai, slag, draai, bocht; schoorsteen/ straatveger--------v. vegen; opvegen; voeren; schrijdensweep1[ swie:p]2 veger ⇒ bezem, stoffer4 veeg ⇒ haal (met een borstel), streek5 zwaai ⇒ slag, houw, riemslag; zwier, draai, bocht6 〈 benaming voor〉gebogen traject/lijn♦voorbeelden:make a clean sweep • schoon schip maken5 sweep of the eye • oogopslag, blikwide sweep • wijde draai/bochtmake a sweep • een bocht maken, draaienat one/a sweep • in één klap¶ sweep of mountain country • stuk bergland, berglandschapclean sweep • verpletterende overwinning3 beweging ⇒ stroom, golving♦voorbeelden:beyond/within the sweep of • buiten/binnen het bereik van————————sweep21 zich (snel) (voort)bewegen ⇒ spoeden, vliegen♦voorbeelden:sweep by/past • voorbijschietensweep down on • aanvallensweep on • voortijlensweep round • zich (met een zwaai) omdraaiensweep from/out of the room • de kamer uit stuivensweep into power • aan de macht komena wave swept over the ship • een golf sloeg over het schip1 vegen ⇒ aan/af/op/wegvegen2 (laten) slepen ⇒ slepen over, strijken langs/over♦voorbeelden:sweep the house clean/clear of dirt • het huis schoonvegen〈 figuurlijk〉 sweep the seas • de zeeën schoonvegen/zuiveren van piratensweep the dirt away • het vuil wegvegensweep up • aan/uitvegen, bijeenvegen2 mee/wegsleuren ⇒ meevoeren, afrukken3 doorkruisen ⇒ teisteren, razen over4 afzoeken ⇒ aftasten, afvissen♦voorbeelden:sweep someone a bow/curtsey • statig buigen voor iemand2 sweep along • meesleuren/slepenbe swept off one's feet • omvergelopen worden; 〈 figuurlijk〉 overdonderd worden; versteld staan, hals over kop verliefd wordenbe swept out to sea • in zee gesleurd wordena new fashion sweeping America • een nieuwe mode die Amerika verovert
См. также в других словарях:
Buigen — Buigen, Fürstenthum auf der japanesischen Insel Kiusiu; ist gebirgig u. fruchtbar, bes. reich an Arzneikräutern u. Seide, von welcher die Bewohner viel verweben … Pierer's Universal-Lexikon
buigen — beni / boktu … Woordenlijst Sranan
Bissingen ob Lontal — Wappen Deutschlandkarte … Deutsch Wikipedia
Hausen ob Lontal — Wappen Deutschlandkarte … Deutsch Wikipedia
2007–2008 Belgian government formation — The 2007–2008 Belgian government formation followed the general election of 10 June, 2007, and consisted of a period of negotiation in which the Flemish parties Open VLD, Christian Democratic and Flemish (CD V) and New Flemish Alliance (N VA),… … Wikipedia
Herbrechtingen — Wappen Deutschlandkarte … Deutsch Wikipedia
Liste der Orte im Landkreis Oberallgäu — Die Liste der Orte im Landkreis Oberallgäu listet die 1032 amtlich benannten Gemeindeteile (Hauptorte, Kirchdörfer, Pfarrdörfer, Dörfer, Weiler und Einöden) im Landkreis Oberallgäu auf.[1] Systematische Liste Alphabet der Städte und Gemeinden mit … Deutsch Wikipedia
Bow — (bou), v. t. [imp. & p. p. {Bowed}; p. pr. & vb. n. {Bowing}.] [OE. bowen, bogen, bugen, AS. b[=u]gan (generally v. i.); akin to D. buigen, OHG. biogan, G. biegen, beugen, Icel. boginn bent, beygja to bend, Sw. b[ o]ja, Dan. b[ o]ie, bugne, Coth … The Collaborative International Dictionary of English
Bowed — Bow Bow (bou), v. t. [imp. & p. p. {Bowed}; p. pr. & vb. n. {Bowing}.] [OE. bowen, bogen, bugen, AS. b[=u]gan (generally v. i.); akin to D. buigen, OHG. biogan, G. biegen, beugen, Icel. boginn bent, beygja to bend, Sw. b[ o]ja, Dan. b[ o]ie,… … The Collaborative International Dictionary of English
Bowing — Bow Bow (bou), v. t. [imp. & p. p. {Bowed}; p. pr. & vb. n. {Bowing}.] [OE. bowen, bogen, bugen, AS. b[=u]gan (generally v. i.); akin to D. buigen, OHG. biogan, G. biegen, beugen, Icel. boginn bent, beygja to bend, Sw. b[ o]ja, Dan. b[ o]ie,… … The Collaborative International Dictionary of English
LGBT characters in video games — In the history of computer and video games, lesbian, gay, bisexual and transgender (LGBT) characters have been depicted to varying degrees to further plotlines, as a storytelling device and also with other motivations in video games. The changing … Wikipedia