-
1 binnensluipen
-
2 binnensluipen
1 slip/creep in(to) ⇒ 〈 in het geniep〉 sneak/steal in(to) -
3 binnensluipen
залезть, забраться; пробраться -
4 creeping in
binnensluipen,binnendringen -
5 creep
n. ongedierte (afkeurende opmerking)--------v. kruipen, sluipen; klimmen; binnensluipencreep1[ krie:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————creep2♦voorbeelden:creep up on • bekruipen, besluipen -
6 faufiler
faufiler [foofielee]1. v 2. se faufilerv2) zich kronkelen (door) [weg] -
7 introduire
introduire [ẽtrodŵier]3 invoeren ⇒ doorvoeren, ingang doen vinden♦voorbeelden:introduire un montant dans ses comptes • een bedrag op zijn rekening boeken1 binnendringen ⇒ binnensluipen, zich toegang verschaffen3 ingevoerd worden ⇒ aanvaard worden, ingang vinden1. v1) binnenbrengen, binnenleiden2) invoeren3) erin stoppen, erin steken4) introduceren [bij iemand]2. s'introduirev1) binnendringen, binnensluipen -
8 hereinschleichen
hereinschleichen -
9 creep in
creep in -
10 slink in
-
11 slink
n. (vlees v.) onvoldragen jong (i.h.b. kalf)--------v. sluipen, wegsluipen; koe vrouwtje van een diers♦voorbeelden:s in • heimelijk binnensluipen -
12 sneak
n. gluiper; kruiper; klikspaan (slang)--------v. binnensluipen; wegslippen; onttrekken, eruit knijpen; verklikken (slang), pikken (slang)sneak1[ snie:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————sneak2♦voorbeelden:————————sneak31 sluipen♦voorbeelden:sneak (up)on someone • naar iemand toesluipen¶ 〈Brits-Engels; kindertaal〉 sneak on someone • over iemand klikken, iemand verklikkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
13 insinuer
insinuer [ẽsienuu.ee]vinsinueren, bedekte toespelingen maken (op) -
14 einschleichen
einschleichen, sich♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский