-
1 bespoedigen
-
2 bespoedigen
♦voorbeelden:een ontwikkeling bespoedigen • speed up a development -
3 bespoedigen
ускорить; (по)торопить; продвинуть* * *(d)ускорять; торопить* * *гл.общ. торопить, ускорять -
4 bespoedigen
beschleunigen -
5 bespoedigen
v. expedite, hasten, accelerate, speed up -
6 bespoedigen
ww -
7 bespoedigen
accélerer, accélérer, hâter, presser -
8 het bespoedigen
het bespoedigen -
9 een ontwikkeling bespoedigen
een ontwikkeling bespoedigenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een ontwikkeling bespoedigen
-
10 expedite luggage
bespoedigen van bagage zenden -
11 expedite
v. bevorderen, bespoedigen, verhaasten[ ekspiddajt] -
12 accélérer
accélérer [aakseeleeree]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 versnellen ⇒ sneller laten lopen, bespoedigen♦voorbeelden:1 accélérer l'allure • de snelheid verhogen, vaart zettenservice accéléré • expresdienst→ cours1 sneller gaan ⇒ versnellen, sneller worden1. v1) versnellen, bespoedigen2) optrekken3) gas geven2. s'accélérervversnellen, sneller worden -
13 précipiter
précipiter [preesiepietee]1 naar beneden gooien, storten ⇒ 〈 figuurlijk〉 storten (in), tot verval brengen2 versnellen ⇒ verhaasten, bespoedigen♦voorbeelden:♦voorbeelden:2 les événements politiques se précipitaient • de politieke gebeurtenissen volgden elkaar hoe langer hoe sneller opse précipiter au-devant de qn. • iemand tegemoet snellen1. v2) versnellen, bespoedigen3) neerslaan [scheikunde]2. se précipiterv2) zich haasten -
14 торопить
haasten, bespoedigen, tot spoed manen -
15 ускорить
versnellen, bespoedigen, forceren, verkorten -
16 ускорять
versnellen, bespoedigen, forceren, verkorten -
17 торопить
v1) gener. aanjagen, bespoedigen, drijven, haasten, jachten, jakkeren, presseren, verhaasten2) liter. aandrijven, jagen -
18 ускорять
vgener. bevorderen (развитие), versnellen, vervroegen, bespoedigen, vaart achter (iets) zetten, verhaasten -
19 accelerate
v. versnellen; snelheid verhogen[ əkselləreet]1 sneller gaan ⇒ het tempo opvoeren; optrekkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
20 forward
adj. van voren, vooruit, maakt vooruitgang, progressief, gevorderd; staat paraat; is enthousiast; direkt, recht door zee; voorkant; voorgevel; toekomstig--------adv. vooruit; verder; vooraan--------n. Voorspeler (bij voetbal)--------v. doorzenden, voorwaarts; (in computers) doorsturen, een e-mail boodschap aan iemand doorsturenforward1♦voorbeelden:————————forward22 vroegrijp ⇒ voorlijk, vroeg7 vooruitstrevend ⇒ modern, geavanceerd♦voorbeelden:forward delivery • termijnleveringforward planning • toekomstplanningforward prices • prijzen op levering, termijnprijzenforward sale • termijn/voorverkoop————————forward3〈 werkwoord〉1 bevorderen ⇒ vooruithelpen, bespoedigen2 doorzenden/sturen ⇒ nazenden/sturen 〈 post〉3 zenden ⇒ (ver)sturen, verzenden————————forward4————————forward5♦voorbeelden:send someone forward • iemand vooruitzenden→ carriage carriage/
Страницы