-
1 autoritair
1 [eigenmachtig; van een, de autoriteit] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 autoritaire; 〈 bijwoord〉 d'une manière autoritaire2 [gebaseerd op macht als eerste beginsel] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 dictatorial; 〈 bijwoord〉 dictatorialement♦voorbeelden: -
2 autoritair
♦voorbeelden: -
3 autoritair
прил.общ. авторитарный, авторитетный, властный -
4 autoritair
autoritär -
5 autoritair
adj. authoritarian, dictatorial, despotic; domineering -
6 autoritair
-
7 autoritair
otoriter adj -
8 autoritair
autoritaire -
9 autoritair geregeerde landen
autoritair geregeerde landen -
10 autoritair optreden
autoritair optreden -
11 autoritair geregeerde landen
autoritair geregeerde landenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > autoritair geregeerde landen
-
12 anti-autoritair
-
13 anti-autoritair
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > anti-autoritair
-
14 een autoritair iemand
een autoritair iemandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een autoritair iemand
-
15 autoritativan
autoritair -
16 авторитарный
autoritair -
17 authoritarian
adj. gezaghebbend--------n. autoritair, eigenmachtig[ o:θorritteəriən] -
18 dogmatic
adj. dogmatisch, autoritair[ dogmætik] 〈 dogmatically〉♦voorbeelden:dogmatic opinions • dogmatische meningen -
19 highhanded
adj. arbitrair, eigenmachtig, aanmatigend, autoritair, met harde handhighhanded1 eigenmachtig ⇒ aanmatigend; autoritair -
20 autoritaire
autoritaire [ootorrieter]1 autoritair ⇒ eigenmachtig, bazig♦voorbeelden:adj1) autoritair2) bazig
См. также в других словарях:
autoritär — Adj bedingungslose Unterwerfung unter die Autorität verlangend erw. fremd. Erkennbar fremd (19. Jh.) Neoklassische Bildung. Nach dem Vorbild von frz. autoritaire zu Autorität gebildet. Besonders mit seinem Gegenstück antiautoritär zu einem… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
