-
1 легко отделаться
advgener. er gemakkelijk afkomen, er goed afkomen -
2 вести свой род
-
3 выйти сухим из воды
vRussisch-Nederlands Universal Dictionary > выйти сухим из воды
-
4 дёшево отделаться
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > дёшево отделаться
-
5 налететь
vgener. (iem.) in het haar vliegen, (iem.) in het haar zitten, aanstuiven (î êîííèöå; òæ. komen aanstromen), ergens tegenaan lopen (на что-л.), met een opgestoken zeil op (iem.) afkomen (на кого-л.) -
6 направляться
v1) gener. aanstevenen (op- â, ê), afgaan (op-ê), afstevenen (op-ê, â), aftrekken (op-â, ê), aanzeilen (op- â), afkomen (op-ê), de steven wenden2) navy. stevenen, aanhouden, koersen -
7 остаться невредимым
vRussisch-Nederlands Universal Dictionary > остаться невредимым
-
8 остаться ни с чем
vgener. ergens kaal afkomenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > остаться ни с чем
-
9 отделаться
v -
10 отделяемая глагольная приставка и префикс имён существительных, обозначает удаление, отделение движение сверху вниз
gener. (напр.: afreizen уезжать, afreis отъезд, afsnijden отрезать) af- (pref) (напр.: afkomen сходить вниз, слезать, afval падение)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > отделяемая глагольная приставка и префикс имён существительных, обозначает удаление, отделение движение сверху вниз
-
11 плыть вниз по течению
vgener. afdrijven, afstromen, afvaren, afzwemmen, een rivier afkomenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > плыть вниз по течению
-
12 подходить
v1) gener. aangaan (op-ê), aankomen, aanlopen, aanstappen, afkomen, afstappen (op-ê), aftreden (op-ê), bijkomen, schikken, toekomen (op-ê), toetreden (op-ê), treden, aanstomen (на пароходе), aanwandelen (гуляя), benaderen (к кому-л., к чему-л.), conveniëren, deugen, handen, in aantocht zijn, komen, op (iem.) aflopen (к кому-л.), passen, te pas komen, toelopen2) navy. aanvaren3) milit. aantreden -
13 попасть в беду
vgener. er bekaaid afkomen, in de aap gelogeerd zijn, in de klem geraken -
14 потерпеть неудачу
v1) gener. bot vangen, echec lijden, ergens kaal afkomen, fiasco lijden, fiasco maken, op de koffie komen, pech hebben, slib vangen, wanboffen, zich in de vingers snijden2) liter. afketsen, in het water vallenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > потерпеть неудачу
-
15 происходить
vgener. afkomen, afleiden, arriveren, gebeuren, komen, ontspruiten, ontstaan, spelen, spruiten, toegaan, afstammen, gaande zijn, geschieden, omgaan, passeren, plaats hebben, plaatsvinden, stammen, voortspruiten, voorvallen, wedervaren, weervaren, zich toedragen -
16 сладить
vgener. afkomen, bolwerken (с чем-л.), klaarkomen -
17 слезать
vgener. afstijgen (с лошади), afzitten, afklauteren, afklimmen, afkomen, afstappen -
18 справиться
vgener. klaarkomen, opknappen, (iets) voor elkaar krijgen (с чем-л.), aankunnen, afkomen, klaarkrijgen (с чем-л.), klaarspelen (с чем-л.) -
19 сходить вниз
vgener. afgaan, afkomen, afstappen, afwandelen -
20 счастливо отделаться
advgener. er heelhuids afkomen, het er goed afbrengen, het er heelhuids afbrengen, het er levend afbrengenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > счастливо отделаться
См. также в других словарях:
Schaf — Sein Schäfchen ins trockene bringen: sich seinen Vorteil, Gewinn sichern; Sein Schäfchen im trockenen haben: sich seinen Erwerb in Sicherheit gebracht haben, um sich ein sorgloses Leben zu gönnen. Die Redensart wurde früher so erklärt, daß man… … Das Wörterbuch der Idiome
Schäfchen — Sein Schäfchen ins trockene bringen: sich seinen Vorteil, Gewinn sichern; Sein Schäfchen im trockenen haben: sich seinen Erwerb in Sicherheit gebracht haben, um sich ein sorgloses Leben zu gönnen. Die Redensart wurde früher so erklärt, daß man… … Das Wörterbuch der Idiome