-
1 to chop
afhakkenafsnijden -
2 to cut off
afhakkenafknippenafsluitenafsnijdenverbreken -
3 chop
n. slag; hakbijl; gehakt vlees; stempel; commercieel merk--------v. hakken; afhakkenchop1[ tsjop]1 houw ⇒ hak, slag♦voorbeelden:II 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————chop2〈 chopped〉1 hakken ⇒ kappen, houwen♦voorbeelden:1 chop at something/someone • naar iemand/iets uithalen2 chop and change • erg veranderlijk zijn, vaak van mening veranderenwhy do you chop about so much? • waarom ben je toch zo veranderlijk?the wind chopped about/around • de wind schiftte voortdurendII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 hakken ⇒ kappen, houwen♦voorbeelden:chop down trees • bomen omhakkenchop off branches • takken afhakken -
4 lop
adj. slap neerhangend, afhangend--------n. gesnoeide takken--------v. afkappen, wegkappen♦voorbeelden:lop off a leg • een been afhakken -
5 sever
v. scheiden, afscheiden, afhouwen, afhakken, afsnijden, afscheuren, afbreken, verbreken, breken[ sevvə]1 breken ⇒ het begeven, losgaan♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 afbreken ⇒ af/doorhakken, door/afsnijden♦voorbeelden:sever the hand from the arm • de hand van de arm afhakken -
6 chop off branches
chop off branches -
7 hew off
hew off -
8 hew
v. kappen; omhakken[ hjoe:] 〈voltooid deelwoord ook hewn [hjoe:n]〉1 houwen ⇒ sabelen, (be)kappen♦voorbeelden:hew off • afhakkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
9 lop away branches
lop away branches -
10 lop off a leg
lop off a leg -
11 sever the hand from the arm
sever the hand from the arm -
12 undercut
n. onderbieden, een lagere prijs vragen dan---------v. appeleren, bezwaren; ondermijnen, verzwakken; inkrimpen, afhakken; onder de marktprijs verkopen; ondersnijdenundercut1————————undercut2 -
13 abscise
v. afsnijden, afhakken -
14 exscind
v. snijden, scheuren, afhakken -
15 exsect
v. Amputeren, afhakken
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский