-
1 buttock
n. bil; achterwerk; bips; kont[ buttək] -
2 tail
adj. achter---------n. staart; vos; detective; jong meisje; achterwerk--------v. volgen, schaduwentail1[ teel]1 staart2 〈 benaming voor〉laatste/onderste/achterste deel ⇒ uiteinde; pand, sleep 〈 van kleding〉; staart 〈 van onder meer komeet, vliegtuig〉; munt/keerzijde 〈 van muntstuk〉♦voorbeelden:turn tail on • ervandoor gaan voorturn tail and run • hard weglopenbe on someone's tail • iemand op de hielen zitten♦voorbeelden:1 what a bit/piece of tail! • wat een stuk/stoot!————————tail2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
3 croupe
croupe [kroep]〈v.〉2 ronde bergtop ⇒ bergronding, bergkruin♦voorbeelden:f1) achterdeel2) achterwerk, kont -
4 derrière
derrière1 [derjer]〈m.〉2 achterste ⇒ achterwerk, zitvlak♦voorbeelden:se torcher le derrière • zijn billen afvegen————————derrière2 [derjer]〈voorzetsel; ook bijwoord〉1 achter♦voorbeelden:il faut toujours être derrière eux • je moet altijd op ze lettenmettre un vêtement sens devant derrière • een kledingstuk achterstevoren aantrekkende derrière • van achterpar derrière • achterlangsattaquer qn. par derrière • iemand in de rug aanvallen1. m1) achterkant, achterzijde2) achterwerk, zitvlak2. derrièresm pl3. advachteraan, erachter4. prép -
5 fesse
fesse [fes]〈v.〉♦voorbeelden:montrer ses fesses • een naaktscène spelendonner sur les fesses à un enfant • een kind voor de billen geven〈 informeel〉 gare tes fesses! • hoepel eens op!il y a de la fesse ce soir • er valt vanavond iets te versieren→ peau1. f 2. fessesf pl -
6 lune
lune [luun]〈v.〉1 maan♦voorbeelden:demander la lune • het onmogelijke vragenêtre dans la lune • verstrooid zijnpromettre la lune • gouden bergen beloventomber de la lune • zeer verbaasd zijnfaire voir, montrer la lune en plein midi • knollen voor citroenen verkopenêtre bête comme la lune • zo stom zijn als het achtereind van een koe→ clairêtre dans une, sa bonne, mauvaise lune • goedgehumeurd, slechtgehumeurd zijnf1) maan3) achterwerk -
7 Hintern
Hintern〈m.; Hinterns, Hintern〉 〈 informeel〉♦voorbeelden:sich auf den Hintern setzen • (a) op z'n achterwerk vallen; 〈 (b) figuurlijk〉 met iets flink aan het werk gaan • 〈 (c) figuurlijk〉 helemaal beduusd zijn -
8 зад, задница
nrude.expr. achterwerk -
9 backside
-
10 bottom
adj. onderst--------n. bodem; achterwerk, zitvlak; zitvlak van stoel--------v. oprichten; bouwen; vestigenbottom1[ bottəm] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:go to the bottom • zinkensend to the bottom • in de grond boren, kelderenknock the bottom out of something • iets waardeloos/krachteloos makenreach/touch bottom • het laagste punt bereikenbottom up • onderste bovenat the bottom of the mountain/the stairs • aan de voet van de berg/trapfrom the bottom up • van bij het begin, helemaal (opnieuw)the bottom of the garden • achterin de tuinthe bottom of the social ladder • onderaan de sociale ladder¶ get to the bottom of the heap • tot de verliezers/mislukkelingen (gaan) behoren〈 informeel〉 bottoms up! • ad fundum!at bottom • eigenlijk, in wezentell me who is at the bottom of this • zeg me wie hier verantwoordelijk voor isI'll get to the bottom of this • ik ga dit helemaal uitzoeken————————bottom21 onderste ⇒ laatste, laagste♦voorbeelden: -
11 broad in the beam
met een zwaar achterwerk, goedgebroekt -
12 broad
adj. breed; ruim, wijd; globaal--------n. vrouw, meisje (platte taal)broad1[ bro:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 the broad of the back • het achterste, het ondereind van de rug————————broad2〈 broadness〉1 breed(gebouwd) ⇒ uitgestrekt, in de breedte2 ruim(denkend) ⇒ liberaal, vrijzinnig3 gedurfd ⇒ onbekrompen, royaal4 duidelijk ⇒ evident, direct5 grof ⇒ plat, lomp♦voorbeelden:broad bean • tuinboonbroad fields • uitgestrekte veldenbroad shoulders • brede schoudersbroadly speaking • in zijn algemeenheidbroad views • ruime opvattingen, liberale denkbeeldenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 ruim ⇒ globaal, ruw♦voorbeelden: -
13 bum
adj. waardeloos--------n. bedelaar; iemand die niets uitvoert; achterwerk--------v. rondhangen, lummelenbum13 (kloot)zak ⇒ mislukkeling, nietsnut————————bum2〈 bijvoeglijk naamwoord〉 〈 slang〉1 waardeloos ⇒ rottig, klote-♦voorbeelden:I've got a bum leg • ik sukkel met mijn ene poot————————bum33 liften♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bietsen ⇒ bedelen, aftroggelen -
14 butt
n. peuk; aanhangsel; achterwerk (slang); doel; een groot vat--------v. stoten; botsen; hinderen; rammen; vooruit springenbutt13 〈 benaming voor〉 (dik) uiteinde ⇒ kolf, handvat; restant, eindje; peuk 〈 van sigaret〉; 〈 slang〉 achterste, krent; 〈 Amerikaans-Engels〉 romp, tors5 (bier/wijn)vat ⇒ (regen)ton————————butt2〈 werkwoord〉2 met de uiteinden/een stootvoeg verbonden zijn/aan elkaar verbinden ⇒ aangrenzen/sluiten3 (voor)uitsteken/springen→ butt in butt in/ -
15 caudal
-
16 fanny
n. kont (sl.)[ fænie] 〈meervoud: fannies〉 -
17 hindquarters
-
18 posterior
adj. achter--------n. zitvlak (slang)posterior1————————posterior2♦voorbeelden:1 posterior to • komend na, volgend op, later dan -
19 quarter
n. kwart; woonwijk; kwart-dollar; kwart; vierhoek; plaats; streek; genade; windstreek--------v. vierendelen; in vieren delen; in vier gelijke stukken verdelen; kwartieren; opbergenquarter1[ kwo:tə]8 (stads)deel ⇒ wijk, gewest♦voorbeelden:a quarter of an hour • een kwartierhe chose the best quarter of the ox • hij koos het beste kwartier van de osthree quarters of the people voted • driekwart van de mensen stemdeduring the last quarter • in het laatste semesterthis clock also strikes the quarters • deze klok slaat ook de kwartierenit's a quarter past/to eight • het is kwart over/voor achtfrom all quarters of the world • uit alle windstrekenis the wind in that quarter? • waait de wind uit die hoek?♦voorbeelden:♦voorbeelden:find suitable quarters • geschikte huisvesting vindenwell-informed quarters • goed ingelichte kringenmarried quarters • familieverblijventhey took up their quarters • ze sloegen hun tenten op, ze namen hun intrek→ close close/————————quarter2〈 werkwoord〉2 inkwartieren ⇒ logies/huisvesting verschaffen (aan), legeren♦voorbeelden: -
20 rear
adj. achter---------n. achterland; achter---------v. opvoeden; stichten; optillen; verheffenrear1[ riə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ bring up the rear • als laatste komen, de rij sluitenat/ 〈 Amerikaans-Engels〉 in the rear • achteraan, aan de achterkant————————rear2♦voorbeelden:1 rear door/light/wheel • achterdeur/licht/wiel————————rear3II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 grootbrengen ⇒ fokken, kweken♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
achterwerk — bakasey / gogo / bakadyari / bakadan … Woordenlijst Sranan
Z@PP — Infobox Radio Station name = Z@PP area = flagcountry|Netherlands airdate = frequency = owner = NPO / Dutch State website = [http://www.zapp.nl www.zapp.nl] Z@PP is the child block system of NPO. It is aimed especially at children between 6 and 12 … Wikipedia