-
1 aanstrijken
2 [door strijken doen ontbranden] strike♦voorbeelden: -
2 aanstrijken
1 [door strijken bedekken] 〈 met witkalk〉 badigeonner; 〈 met pleisterkalk〉 crépir; 〈 dichtstrijken〉 rejointoyer2 [m.b.t. lucifers] craquer3 [m.b.t. een snaar] faire vibrer -
3 aanstrijken
чиркать чиркнуть, зажечь; замазать, заделать замазкой; завести смычком по струне; чиркать; зажигать; мазать; обмазывать; красить; водить смычком* * **2) красить, окрашивать* * *гл. -
4 aanstrijken
fregaDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > aanstrijken
-
5 aanstrijken
v. strike match, plaster, rub -
6 aanstrijken
1) gnugga2) gnida3) frottera4) plåster -
7 aanstrijken
frotter -
8 aanstrijken
frega -
9 aanstrijken met penseel
v. paint, apply with a brush like paint -
10 de voegen van een muur dichtmaken/aanstrijken
de voegen van een muur dichtmaken/aanstrijkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de voegen van een muur dichtmaken/aanstrijken
-
11 een muur aanstrijken
een muur aanstrijkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een muur aanstrijken
-
12 komen aanstrijken
гл.общ. важно подходить -
13 frega
aanstrijken [v], wrijven [v], uitwrijven [v] -
14 frega
aanstrijken [v], wrijven [v], uitwrijven [v] -
15 craquer
craquer [kraakee]2 knappen ⇒ scheuren, openbarsten3 dreigen te mislukken ⇒ op instorten staan, wankelen, kraken♦voorbeelden:il a craqué • hij is ingestortII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen scheuren ⇒ doen knappen, kapotmaken♦voorbeelden:craquer sa veste • uit zijn jasje scheurenv1) kraken, knarsen2) scheuren4) toegeven5) kicken (op)7) aanstrijken [lucifer] -
16 важно подходить
advgener. komen aanstrijken -
17 водить смычком
vgener. aanstrijken -
18 зажигать
v -
19 красить
vgener. aanstrijken (кистью), kleuren, schilderen, verven -
20 мазать
vgener. aanstrijken, smeren, strijken, bestrijken, kladden, kladderen, klodderen, knoeien
- 1
- 2